Voorkomen is beter dan genezen, daar is iedereen het wel over eens. Neem nu type-2-diabetes mellitus. Deze ziekte komt steeds meer voor en omdat complicaties zich laat uiten, is het mogelijk ze te voorkomen. Daarvoor is dan wel een effectieve interventie nodig. Het bewijs dat vroegtijdige behandeling complicaties kan voorkomen, is echter niet erg overtuigend. Maar de maatschappij loopt inmiddels voor de wetenschappelijke trom uit. Dat geldt niet alleen voor diabetes en vaak worden daarbij de bekende criteria van Wilson en Jungner opzijgeschoven.
Overvloed aan preventie
Vooruitlopend op wetenschappelijk aangetoond individueel en maatschappelijk nut schieten preventiebedrijfjes als paddenstoelen uit de grond en sturen grote patiëntenverenigingen testjes op, in de hoop ernstige kwalen voortijdig op te sporen. Het publiek en ook de politiek zijn om en het NHG kan niet anders dan meegaan. Het preventieconsult komt eraan met een gevalideerde vragenlijst en een protocol voor het opsporen van mensen met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten, type-2-diabetes mellitus en/of nierfalen. De grote patiëntenverenigingen werken eraan mee en zijn razend enthousiast. Deze tsunami aan preventie blijft niet beperkt tot Nederland. In de Verenigde Staten gaat men – natuurlijk – weer een stapje verder en worden online, buiten de (huis)arts om, volledige geïntegreerde screeningsprogramma’s aangeboden, met nazorg en leefstijladviezen. Je kunt zelfs een ipod verdienen als je het goed doet. Kijk maar eens op www.thepreventionplan.com.
Beter goed geïnformeerd
H&W kan natuurlijk niet achterblijven, maar kan ook pas zinnige antwoorden geven als deze beschikbaar zijn. In deze H&W vindt u daarom geen antwoorden over de zin of onzin van screening, maar wel inzicht in de effecten van populatiescreening op type-2-diabetes mellitus. Wat levert die screening op en hoe verhoudt zich dat tot de inspanningen? Of moeten we eigenlijk toch liever gewoon blijven doen waarin we goed zijn, namelijk case-finding? Paul Janssen probeert daarop in zijn proefschift antwoord te geven; het verslag van zijn screeningstrial treft u in deze H&W aan.
EPD
Van een andere orde zijn de ontwikkelingen bij de totstandkoming van het Elektronisch Patiënten Dossier. Volgens verschillende bronnen kunnen er jaarlijks 19.000 ziekenhuisopnames worden voorkomen door beter inzicht in medicatie en dossiergegevens. Dat is nog eens preventie, zonder patiënten lastig te vallen en zonder mogelijke bijkomende schade. Hoewel er nog een aantal problemen bestaat met de techniek, privacy en verantwoordelijkheid over de inhoud van dat dossier heeft de Tweede Kamer onlangs een wet aangenomen die huisartsen verplicht zich aan te sluiten op het landelijk EPD. En daarvoor is behalve een geschikt HIS ook adequate en uniforme registratie nodig, dat wil zeggen: volgens de NHG-automatiseringsrichtlijnen. Maar hoe weet je of je adequaat registreert? Jabaaij et al. hebben een ‘scan’ ontwikkeld waarmee huisartsen kunnen controleren in hoeverre zij registreren volgens deze NHG-richtlijnen. Of het landelijk EPD een succes wordt valt te bezien, maar adequate registratie in het HIS van de huisarts vergroot die kans natuurlijk wel. Daarmee schept de huisarts tevens de voorwaarden voor een nog effectievere case-finding, bijvoorbeeld van nieuwe diabeten. Koos Jongebreur
Reacties
Er zijn nog geen reacties.