Inleiding
Chronisch-dagelijkse hoofdpijn komt bij circa 5% van de bevolking voor. Hieronder verstaat men hoofdpijn op minstens 15 dagen per maand gedurende minimaal 3 maanden. Slechts zelden is ernstige pathologie zoals een hersentumor de boosdoener, maar juist deze eventuele oorzaak leidt bij veel patiënten tot grote ongerustheid. Huisartsen in Glasgow (Schotland) hebben sinds 1999 directe toegang tot CT voor onderzoek van chronische hoofdpijn. Schotse onderzoekers gingen na wat de frequentie en ernst van pathologie was op door de huisarts aangevraagde CT-cerebrum bij patiënten met chronische hoofdpijn.1
Onderzoek
Design Via dossieronderzoek werden patiënten met chronische hoofdpijn opgespoord die tussen 1999 en 2007 door de huisarts waren verwezen voor een CT-cerebrum. Patiënten hadden een normale bezinking. Een neuroradioloog versloeg de scans. Een neuroloog beoordeelde alle afwijkende scans. Huisartsen ontvingen een vragenlijst voor elke verwezen patiënt voor een CT-cerebrum om gegevens te verzamelen over de invloed van de CT-resultaten op verwijzingen. Op basis hiervan maakten de onderzoekers een schatting van de kosten. Uitkomstmaten Belangrijkste uitkomstmaten waren het aantal afwijkende CT-cerebrum, de ernst van deze afwijkingen en de invloed van de vrije toegang tot de CT-cerebrum op verwijzingen. Resultaten In 8 jaar tijd werden 4404 CT-cerebrum gemaakt. Patiënten waren gemiddeld 43,6 jaar oud en 63% was vrouw. Op 461 scans (10,5%) waren afwijkingen zichtbaar. Bij 60 patiënten (1,4%) werden de afwijkingen als mogelijke oorzaak voor de klachten gezien. De meest voorkomende afwijkingen waren tumoren (n = 20), Chiari I malformaties (n = 18) en arachnoidale cystes (n = 12). In totaal werden 14 patiënten behandeld. Van de 2998 vragenlijsten aan huisartsen werden er 996 geretourneerd (23%). In 47% van de gevallen zag de huisarts vrij toegankelijke CT als eerste keus voor nader onderzoek bij patiënten met chronische hoofdpijn. Hiermee had 86% van de patiënten geen verdere verwijzing naar een specialist meer nodig. Indien deze vrije toegang niet beschikbaar zou zijn, zouden de huisartsen veel patiënten naar een neuroloog (45%) of internist (38%) verwezen hebben. Uit eerder onderzoek is bekend dat de specialist vervolgens bij 29% van deze patiënten beeldvorming aanvraagt en 37% laat terugkomen voor een vervolgafspraak. Bij vrije toegang tot CT ontvangen weliswaar meer patiënten een CT-cerebrum, maar gaat slechts 14% vervolgens naar een specialist. Volgens de auteurs is dit uiteindelijk waarschijnlijk zo’n 12,5% goedkoper. Beschouwing Zoals verwacht is het aantal belangrijke afwijkingen bij patiënten met chronische hoofdpijn laag. Vergelijking van dit CT-onderzoek met een MRI-onderzoek waarin asymptomatische patiënten gescreend werden, laat zien dat het voorkomen van pathologie bij patiënten met hoofdpijn niet groter is dan bij patiënten zonder klachten. Desondanks zien de auteurs de korte wachttijd, het afgenomen aantal verwijzingen, de geruststelling voor patiënten en de uitgesproken voorkeur van huisartsen als belangrijke voordelen van vrije toegang tot CT.
Interpretatie
Chronische hoofdpijn berust vrijwel nooit op ernstige pathologie zoals een hersentumor, dat blijkt wel weer. Met deze wetenschap kunnen huisartsen hun patiënt met chronische hoofdpijn dan ook terecht geruststellen. De vraag is of Schotse huisartsen zo content zijn met vrije toegang tot CT-scans omdat zij het kunnen gebruiken als extra hulpmiddel bij het beoefenen van defensieve geneeskunde. De tevredenheid of ongerustheid van patiënten komen namelijk niet aan bod. Uit eerder onderzoek blijkt dat het geruststellende effect van beeldvormend onderzoek op patiënten met chronische hoofdpijn na een jaar is verdwenen.2 Hoe effectief kunnen wij patiënten in de huisartsenpraktijk hiermee geruststellen? Het aantal patiënten dat alsnog naar een specialist werd verwezen na een CT-scan lijkt weinig (14%), maar dit is gebaseerd op nog geen kwart van alle patiënten doordat slechts 23% van de vragenlijsten door huisartsen werd teruggestuurd. De auteurs maken niet duidelijk welke bias hier mogelijk in zit. Daardoor zijn de werkelijke impact en het kostenaspect niet geheel duidelijk. Ander onderzoek in een hoofdpijnkliniek laat overigens zien dat het verrichten van CT-scans kosteneffectief is, want de zorgconsumptie was na een jaar lager bij de patiënten die een scan kregen dan bij patiënten zonder scan. Het voordeel van het hebben van vrije toegang tot CT-scans is al met al niet duidelijk. De kans bestaat dat we steeds vaker met patiënten moeten discussiëren over de vraag ‘Dokter, mag ik een scan van mijn hoofd?’
Literatuur
- 1.↲Simpson GC, Forbes K, Teasdale E, Tyagi A, Santosh C. Impact of GP direct-access computerised tomography for the investigation of chronic daily headache. Br J Gen Pract 2010;60:897-901.
- 2.↲Howard L, Wessely S, Leese M, Page L, McCrone P, Husain K, et al. Are investigations anxiolytic or anxiogenic? A randomised controlled trial of neuroimaging to provide reassurance in chronic daily headache. J Neurol Neurosurg Psychiatry 2005;76:1558-64.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.