Britse onderzoekers vroegen 121 zorgverleners, patiënten en managers uit de eerste lijn naar de adaptie van videoconsulten. Dat deden zij in focusgroepen, interviews en vragenlijsten. Bij de overgrote meerderheid van de deelnemers waren videoconsulten nooit van de grond gekomen. De belangrijkste redenen daarvoor waren de beperkte meerwaarde, techniek en veiligheid.
Beperkte meerwaarde
Eerstelijnsconsulten werden getypeerd als zeer divers qua onderwerp, doelen, urgentie en risico’s. De meerwaarde van een videoconsult vond men hierbij te klein. Te vaak bleek een fysiek consult nodig, of werd weinig meerwaarde ervaren ten opzichte van bellen. Beperkt lichamelijk onderzoek dat mogelijk zou moeten worden met videobellen vereist complexe instructies en dat duurt lang. Te vaak vond de behandelaar dat videobellen dan ten koste ging van de diepgang van het onderzoek. Ook was er minder ruimte voor de bekende deurknopvragen.
Techniek
De houding en mate van technische vaardigheden van de medewerkers speelden sterk mee in de tevredenheid over videobellen. Slechte verbindingen en omslachtige software werden door iedereen als frustrerend, tijdrovend en onprofessioneel ervaren. Patiënten vonden het ook moeilijker om even uit hun bezigheden te stappen voor een videoconsult dan voor een telefoontje.
Onveiligheid
Videoconsulten werden als risicovoller ervaren bij grotere diagnostische onzekerheid en bij kwetsbare patiënten. Dat gold ook voor patiënten met lage technische of gezondheidsvaardigheden. Er waren wisselende zorgen over de medico-legale aspecten. Met name oudere behandelaren waren minder tevreden bij bel- en videoconsulten dan bij fysieke consulten. Voor jongere collega’s gaf de extra visuele dimensie juist vaker waardevolle informatie, vooral bij patiënten die zij minder goed kenden.
Praktische toepassing
De meerwaarde van videoconsulten in de eerste lijn lijkt dus beperkt, hoewel behandelaren en patiënten met een positieve ervaring hiervan sneller het voordeel zagen.
Videobellen kan vooral in specifieke gevallen een meerwaarde hebben. Voorbeelden daarvan zijn: een betere klinische inschatting kunnen maken dan bij telefonisch contact, als persoonlijk contact minder wenselijk of haalbaar is (bijvoorbeeld door grote reisafstanden of bij ANW-contacten) en voor multidisciplinair overleg. Goede ondersteunende techniek is hierbij essentieel. Denk aan een simpele plug-and-play faciliteit voor de patiënt, zonder noodzaak tot downloads, en een alles-ineen-product voor tekst, foto’s, bestanden en communicatie voor de medewerker. Dus, wat houdt u nog tegen?
Lees meer over het onderzoek Why do GPs rarely do video consultations? qualitative study in UK general practice van T. Greenhalgh, et al.
Literatuur
- Greenhalgh T, et al. Why do GPs rarely do video consultations? qualitative study in UK general practice. Br J Gen Pract 2022;72:e351-e360.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.