NHG Forum

Wat huisartsen moeten weten over virushepatitis

Gepubliceerd
10 september 2001

Samenvatting

Eind september ontvangen alle huisartsen(-inopleiding) het NHG-Deskundigheidsbevorderingscahier Virushepatitis, inclusief de ‘Virushepatitiskaart’. Het cahier kwam tot stand in samenwerking tussen het NHG en het Nationaal Hepatitis Centrum. Virushepatitis is een onderwerp waarmee de meeste huisartsen niet vaak worden geconfronteerd, maar toch krijgen zij met enige regelmaat te maken met vragen over hepatitis A, B of C of een andere leveraandoening. Het cahier bevat antwoorden op veel van die vragen.

Hoe zat het alweer?

Ongetwijfeld stuit u ook af en toe op een vraag over hepatitis (of een andere leveraandoening) waarop u het antwoord schuldig moet blijven. Het is ook bijna onmogelijk dat u alle kennis over het onderwerp steeds paraat heeft en dat hoeft ook niet. Met het cahier beschikt u over een overzichtelijk naslagwerkje bij vragen over virushepatitis. Enkele vragen waarop wordt ingegaan zijn:

  • Bij welke mensen uit het grote aantal patiënten met vage klachten moet u denken aan een virale leveraandoening? Welke zijn de risicogroepen?
  • Wat moet u doen met de mededeling van de bloedtransfusiedienst dat er hepatitis-C-dragerschap is vastgesteld bij een patiënt die zich als bloeddonor heeft aangemeld? Moet u dit melden aan de GGD?
  • Betekent de virologische mededeling ‘anti-HBs positief’ dat uw patiënt niet besmettelijk is of juist wel?
  • Welke maatregelen zijn nodig voor de baby van een HbsAg-positieve zwangere?
  • Wat moet u doen bij een prikaccident bij uw praktijkassistente? Moet zij gevaccineerd zijn tegen hepatitis? Wat schrijft de Arbo-wet hierover voor? En wat moet u zelf voor uw eigen veiligheid (en die van uw patiënten) aan preventie doen?

Denkt u aan virushepatitis?

In het eerste hoofdstuk van het cahier krijgt u een aantal casus voorgelegd met behulp waarvan u inzicht kunt krijgen in uw huidige werkwijze; per casus wordt u gevraagd welke symptomen, risicogroepen en -contacten u aan een virushepatitis doen denken. Bijvoorbeeld: ‘De heer Maathuis komt op het spreekuur met zijn veertienjarige zoon Pandu die op eenjarige leeftijd vanuit India is geadopteerd. Pandu is de laatste tijd erg snel moe en kan zich op school moeilijk concentreren. Denkt u aan een virus-hepatitis? Zo ja, welke? Motiveer uw antwoord.’ In de achtergrondinformatie staat onder andere bij deze vraag: ‘Afgezien van andere oorzaken van moeheidsklachten op de puberleeftijd (waaronder bijvoorbeeld ook M. Pfeiffer en CMV-infectie), hoort een chronische virushepatitis zeker tot de differentiaaldiagnose. In Azië komen hepatitis B en C endemisch voor. (…)’

Het laboratoriumonderzoek in kaart gebracht

Een volgend hoofdstuk van het cahier gaat over het laboratoriumonderzoek bij een vermoeden van virushepatitis. Toegelicht worden de verschillende virusmarkers die voor de huisarts relevant zijn, en het beleid dat voortvloeit uit de waarden daarvan. Ook kunt u ervaring opdoen met het gebruik van de ‘Virushepatitis-kaart’ (van het Nationaal Hepatitis Centrum). Op deze kaart vindt u het verloop van de virusmarkers van hepatitis A, B en C, uitgezet in grafiek en in schema. Het kader geeft aan welke bepalingen volgens de NHG-Standaard ‘Virushepatitis en andere leveraandoeningen’ door de huisarts kunnen worden aangevraagd. De overige bepalingen zijn vermeld om uitslagen die u van het laboratorium kunt ontvangen, te leren interpreteren.

Verdere inhoud van het cahier

Het cahier bevat ook casuïstiek rond risico-inschatting en patiëntenvoorlichting, zoals het verminderen van besmettingsrisico's en het nemen van preventieve maatregelen. Het ‘kennisdeel’ van het cahier wordt afgesloten met een kennistoets. Vervolgens wordt in het cahier de stap naar de praktijk gemaakt. Wat gaat u er nou mee doen? Wat vindt u van belang? Waar ziet u mogelijkheden tot verbetering en wat ervaart u als belemmeringen in het toepassen van de richtlijnen? Om voor uzelf een antwoord te vinden op deze en andere vragen, wordt u verzocht om uw mening te geven over een aantal stellingen. Bijvoorbeeld: Detectie van chronische virushepatitis in mijn praktijk is niet zinvol omdat ik nauwelijks risicogroepen onder mijn patiënten heb. En: Bij iedere patiënt met malaiseklachten vraag ik naar risicofactoren voor virushepatitis, nu en in het verleden.

Secundaire preventie

In het laatste hoofdstuk van het cahier verschuift het perspectief van de patiënt en diens omgeving naar uzelf en andere praktijkmedewerkers. De primaire preventieve maatregelen zijn eerder in het cahier al beschreven; nu komt nog de secundaire preventie aan de orde, aan de hand van een prikaccident in de praktijk waarbij een stagiaire van de doktersassistentenopleiding is betrokken. Deze casus wordt voorafgegaan door een aantal vragen die op uzelf betrekking hebben, namelijk of uzelf (en uw medewerkers) bent gevaccineerd tegen hepatitis A en B. De achtergrondinformatie vermeldt onder meer dat u volgens de Arbo-wetgeving verplicht bent vaccinatie aan te bieden aan uw medewerkers die risico lopen.(RH)

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen