‘Overal in Europa is een steeds groter belang van de eerstelijnszorg te signaleren’, zei dr. Philip Evans in 2002 tijdens een interview over de Europese definitie van de huisartsgeneeskunde en de taken en kerncompetenties van de huisarts. Phil Evans is huisarts in het Engelse Bury St. Edmunds en voorzitter van WONCA Europe. Precies twee jaar later spraken we hem weer, nu tijdens de WONCA Europe 2004 Conference, vooral weer over de toekomst van de huisartsgeneeskunde in Europa, en over de WONCA-Congressen.
Hoe ziet u de toekomstige ontwikkeling van de eerste lijn in Europa?
‘Er is toenemend bewijs voor het belang van het werk van de huisarts binnen de gezondheidszorg: het leidt tot goede resultaten en is kosteneffectief. Op bepaalde terreinen doen huisartsen het even goed als specialisten, maar dan goedkoper. Heel veel is in verandering. Veel zorg die voorheen in de tweede lijn werd geboden is nu een taak voor de eerste lijn. De taakverdeling tussen huisartsen en hun praktijkmedewerkers verandert ook. Het werken met physician assistants en practice nurses is gemeengoed in Engeland; modellen zijn daar voorhanden. Maar het is belangrijk om eerst te kijken naar de taken die er zijn en dan naar de mensen die ze het best kunnen vervullen. En om te analyseren waarvoor huisartsen essentieel zijn. Zo zijn zij de experts in vraagverheldering en bij die patiënten bij wie sprake is van comorbiditeit. Een mogelijke verbetering is dat er meer nadruk komt op de verantwoordelijkheid van de patiënt. Dat bereik je niet alleen met financiële ingrepen; educatie en voorlichting over levensstijlen zijn daarbij wel zo belangrijk.’
Moeten WONCA-congressen bij voorkeur plaatsvinden in de landen met veel ervaring?
‘Ervaring doet er niet zo toe. Ik vind dat de congressen overal gehouden moeten kunnen worden, liefst juist ook in Zuid-Europese en Oost-Europese landen. Veel van die landen zijn best in staat om zo'n congres te organiseren en de focus betekent ook een grote stimulans voor hen. En voor de deelnemers zal het er vaak goedkoper zijn.’
Hoe kun je de uitwisseling van ervaringen en ‘best practices’ goed vormgeven?
‘De disseminatie is complex, er zijn vele manieren te noemen. Conferenties zoals deze (ook op wereldniveau), netwerken en lokale groepen, tijdschriften uit de verschillende landen en het blad van WONCA Europe, het European Journal of General Practice. Informatietechnologie zou ook een middel kunnen zijn, maar voorlopig is dat alleen nog maar in theorie zo.’
Is dat ook bij dit congres uit de verf gekomen? Wat was prima? Wat kan beter?
‘Voor mij kwam op nummer 1 de deelname van de jonge dokters. De visie die daarachter zit; de hoeveelheid tijd die in het programma is gestopt; de vele deelnemende jonge dokters, hun preconference; heel goed allemaal en zeker waard om in volgende congressen een vervolg te krijgen. De plenaire sessie op donderdag over communicatie en attitude vond ik een echte innovatie, technisch uitstekend en inhoudelijk goed. En tot slot wil ik de nadruk op de klinische onderwerpen noemen. Een wens die ik nog heb, is dat er meer “gewone” praktiserende huisartsen naar de WONCA-congressen zouden komen.’ (RH)
Reacties
Er zijn nog geen reacties.