De onderzoekers selecteerden patiënten met hemodynamisch, stabiel symptomatisch boezemfibrilleren dat korter dan 36 uur bestond en verdeelden hen qua behandeling over twee groepen: directe cardioversie (215 patiënten) of afwachtend beleid (212 patiënten). Afwachtend beleid bestond uit rate-control tot er een afname van de symptomen en een hartslag < 110/min was bereikt, en uitgestelde cardioversie als boezemfibrilleren na 48 uur nog bestond. In beide groepen werd antistolling rondom de cardioversie gestart bij patiënten met een hoog risico op beroerte, en antistolling voor de lange termijn op basis van de CHA2DS2-VASc-score. De behandeling was succesvol als er 4 weken na presentatie op de SEH op het ECG een sinusritme zichtbaar was.
Na 4 weken had 94% van de patiënten met directe cardioversie en 91% van de patiënten met afwachtend beleid een sinusritme, een statistisch niet-significant verschil (-2,9%; 95%-BI -8,2 tot 2,2). Bij afwachtend beleid ontstond herstel naar sinusritme spontaan binnen 48 uur bij 150 patiënten (69%), en na uitgestelde cardioversie bij 61 patiënten (28%). Bij directe cardioversie ontstond herstel naar sinusritme spontaan voor aanvang van de cardioversie bij 36 patiënten (16%) en na cardioversie bij 171 patiënten (78%). Het onderzoek had onvoldoende power om een uitspraak te kunnen doen over een verschil in cardiovasculaire complicaties tussen de twee groepen (zoals hartfalen, TIA/beroerte, angina pectoris). Tien patiënten met afwachtend beleid en 8 patiënten met directe cardioversie kregen binnen 4 weken cardiovasculaire complicaties.
Voor conversie van kort bestaand boezemfibrilleren naar sinusritme zijn directe cardioversie en afwachtend beleid tot 48 uur even effectief. De huidige NHG-Standaard Atriumfibrilleren adviseert intercollegiaal overleg met de cardioloog over de mogelijkheid tot cardioversie bij boezemfibrilleren dat korter dan 48 uur bestaat. Dit onderzoek ondersteunt de mogelijke keuze voor uitgestelde cardioversie. Vervolgonderzoeken zullen zich nog wel moeten richten op de veiligheid wat betreft cardiovasculaire complicaties.
Lees meer over het onderzoek: Early or delayed cardioversion in recent-onset atrial fibrillation.
Literatuur
- Pluymaekers NAHA, et al. Early or delayed cardioversion in recent-onset atrial fibrillation. NEJM March 18, 2019. DOI: 10.1056/NEJMoa1900353 (E-pub ahead of print).
Reacties
Er zijn nog geen reacties.