Doelgroep Patiënten, studenten, paramedici, huisartsen (in opleiding, praktiserend, gepensioneerden).
Inhoud Het boek heeft een prettige omvang en lay-out waardoor het makkelijk wegleest. De auteur, Stephen Feldman, heeft dit boek gebaseerd op een verzameling van interviews met 160 huisartsen uit zowel solo- als groepspraktijken over een periode van 6 jaar. Hij heeft hiervoor vele uren doorgebracht met de betreffende huisartsen, zowel tijdens het werk als privé. Deze bundeling van gesprekken geeft de lezer inzicht in de wijze waarop huisartsen in België aankijken tegen onderwerpen als de gezondheidszorg in het algemeen, het voeren van een eigen praktijk, de feminisering van het vak, de verwachtingen van de patiënt en (het uitblijven van of gebrek aan) erkenning als ‘family physician’.
Het boek is ingedeeld in negen hoofdstukken. Elk hoofdstuk behandelt een apart onderwerp, zoals ‘Wie wil er arts zijn en huisarts worden? En waarom?’en ‘Wie is de dokter van de dokter’, waarbij telkens de interviews als leidraad dienen. Derhalve leest dit boek niet als een verhaal, maar meer als een verzameling van meningen, vertaalde gevoelens en inzichten van de geïnterviewden. Ofschoon de huisartsen anoniem blijven valt uit de tekst vaak wel het een en ander op te maken, zoals leeftijd, etniciteit en geslacht.
Oordeel Zeker geen must voor de dagelijkse praktijk, maar wellicht een aardige aanschaf voor degenen die op het punt staan het vak te betreden, praktiserend zijn, dan wel de praktijk vaarwel hebben gezegd. Patiënten zullen er niet veel wijzer van worden. Overigens is het systeem van de eerste lijn in België dusdanig anders dan dat van Nederland, dat dit boek ook niet geheel toepasbaar is voor de Nederlandse eerste lijn. Het takenpakket van de Belgische collega is veel beperkter, evenals het aantal patiënten per praktijk. Hierdoor voelt de Belgische huisarts zich vaker een doorgeefluik van recepten en ziektebriefjes en heeft hij eerder de neiging om de patiënt te ‘pleasen’ om zo de omvang van zijn praktijk in stand te houden en daarmee zijn inkomen te behouden.
Marieke de Brouwer