Nieuws

Wie niet horen wil…

Gepubliceerd
7 december 2011
Mijn eerste jaren pianoles kreeg ik van een oudere mejuffrouw voor wie ik een half uur in de tram moest zitten en wier naam ik hier niet zal noemen, omdat haar nabestaanden wellicht nog dierbare herinneringen aan haar hebben. Jarenlang heeft het domweg achter de piano gaan zitten alleen al mij de onaangename sensatie gegeven van katten met diarree en goedkope parfum om die lucht te overstemmen. Daarnaast was de mejuffrouw ongelooflijk streng. Hoe hard ik thuis ook had geoefend, ze zei altijd dat ik weer niets had gedaan en dat er aldus niets van mij terecht zou komen. Welke bewijzen ik ook aanvoerde (‘Bel mijn moeder dan, die heeft het elke dag gehoord’, of ‘Ik mag pas voetballen nadat ik heb gestudeerd.’), niets bracht haar af van haar vaste overtuiging dat ik de hele week weer niets had uitgevoerd. Toen nam ik mijn toevlucht tot een list. De eerstvolgende lesdag was het Koninginnedag, dus ik had veertien dagen de tijd om de stukjes die zij voor mij had uitgezocht in te studeren. Die veertien dagen heb ik elke dag trouw geoefend, maar allemaal op oude stukjes die niets te maken hadden met de oefenstof. Aan de nieuwe stukjes had ik na veertien dagen dus helemaal niets gedaan. Zo toegerust waagde ik mij weer in het katten- en parfumhol te Hillegom. Hoopvol zette zij het stukje voor mij neer, waaraan ik naar beste kunnen begon, maar waarvan ik vrijwel elke noot apart moest uittellen of uitzoeken. Uit de zweetlucht kon ik opmaken dat zij de armen ten hemel had geheven. ‘Veertien dagen geoefend en je kunt er nog helemaal niets van!’ riep ze vertwijfeld uit. Ik vatte al mijn moed bij elkaar en zei: ‘Ik heb het helemaal niet geoefend om u te laten horen hoe het klinkt als ik écht niet heb geoefend...’. De afloop weet ik niet meer. Wel dat ik een brief meekreeg voor mijn vader, die die mejuffrouw nog uit een ver verleden kende.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen