1. Om een tongverwonding te kunnen beoordelen en te kunnen besluiten over hechten of niet, dient de tong zich in een bepaalde positie te bevinden. Welke positie is dat?
a. Tong liggend in de mond
b. Tong uit de mond gestoken
c. Tongpunt tegen het gehemelte
2. Keurlings kan in de literatuur geen antwoord vinden op de vraag welk tongletsel gehecht moet worden. Om toch antwoord op zijn vraag te krijgen, heeft hij zelf een expertpanel samengesteld. Wat is het bewijsniveau van een expertpanel vergeleken met andere onderzoekdesigns?
a. Hoger dan patiënt-controleonderzoek en hoger dan een patiëntenserie
b. Lager dan patiënt-controleonderzoek en hoger dan een patiëntenserie
c. Lager dan patiënt-controleonderzoek en lager dan een patiëntenserie
3. Diepe tongverwondingen die tot in de spierlaag reiken, horen in lagen te worden gesloten door de kno-arts, zegt Keurlings. De spierlaag vereist een resorbeerbare hechting die enige weken treksterk blijft. Welk hechtdraad is hiervoor geschikt?
a. Catgut
b. Polyamide: Ethilon©
c. Polyglactine: Vicryl©
d. Polypropyleen: Proleen©
4. Keurlings adviseert artsen om terughoudend te zijn met een tong hechten. Het natuurlijke beloop van primaire wondgenezing, bij niets doen, is immers gunstig. Wat is nog meer een reden om de tong niet snel te hechten?
a. De compensatiemogelijkheden van de tong bij weefselverlies
b. Het feit dat de tong hechtingen slecht verdraagt
c. Het matige cosmetische resultaat na hechten
5. In de ANW-dienst worden tongletsels veelal telefonisch aangemeld. Hoe moeten tongletsels worden getrieerd volgens Keurlings?
a. Alle tongletsels moeten op korte termijn op de post gezien worden.
b. Alleen diepe en bloedende tongletsels moeten op korte termijn op de post gezien worden.
6. Niet hechten leidt bij tongletsel vrijwel altijd tot acceptabele wondgenezing. Keurlings geeft criteria voor welke tongwond per se gehecht moet worden. Bij wat voor wond is dat het geval?
a. Wijkende wond op de laterale rand
b. Wijkende wond van de tongpunt, lengte 1 cm
c. Wijkende wond op het dorsum van de tong, lengte 1,5 cm
7. Lin, 5 jaar, is voorover van haar fiets gevallen. Een melktand is daarbij uit de mond geraakt. Lins moeder is direct met Lin naar de praktijk gekomen en heeft de melktand meegenomen. Een deel van de tandwortel blijkt nog in Lins kaak te zitten. Wat is het aangewezen beleid?
a. Niets doen: het is een melktand
b. De afgebroken tand terugplaatsen
c. Doorsturen naar de tandarts
8. Mevrouw Van der Kolk, 63 jaar, heeft de top van haar wijsvinger gestoten tegen de bedrand en kan sindsdien deze vinger niet meer strekken. Er is een flexiestand van het distale interfalangeale gewricht (DIP) en uit de foto blijkt dat ze een avulsiefractuur heeft van de eindfalanx. Wat is het beleid?
a. Conservatief spalktherapie 4-6 weken
b. Conservatief spalktherapie 6-8 weken
c. Chirurgische therapie
De kennistoets is gemaakt door Henk Folkers, huisarts en toetsdeskundige. Over vragen en antwoorden wordt niet gecorrespondeerd.
Antwoorden
1a / 2c / 3c / 4a / 5a / 6b / 7c / 8b
Literatuur
- ↲Keurlings PAJ, Rutten MH, Van Orsouw LRC, Xi T, Van den Borne SCF. Een wond van de tong, wel of niet hechten? Huisarts Wet 2020;63(3):42-4.
- ↲Eekhof JAH, Knuistingh Neven A, Bruggink SC, Scherptong-Engbers M, redactie. Kleine kwalen bij kinderen. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2016.
- ↲European Patients’ Academy. Brussel: EUPATI, 2020. https://www.eupati.eu/ (geraadpleegd 6 februari 2020).
- ↲Goudswaard AN, In ’t Veld CJ, Kramer WLM. Handboek verrichtingen in de huisartsenpraktijk. Houten/Utrecht: Prelum Uitgevers BV/Nederlands Huisartsen Genootschap, 2018.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.