Nieuws

Ziektes opsporen met een thuistest?

Gepubliceerd
15 maart 2022
Verschillende media berichtten onlangs over een ‘laagdrempelige thuistest’ die vroegtijdig nierschade, diabetes en hart- en vaatziekten zou opsporen. Onderzoek naar de test wordt zelfs een opmaat naar een nieuw bevolkingsonderzoek genoemd. Of de test effectief en nuttig is moet echter nog blijken. Bovendien roept de test, zeker voor de huisarts, verschillende vragen op.
0 reacties

Een urinetest, een hartritmetest en een vragenlijst. Daaruit bestaat de thuistest van het zogeheten Check@Home-onderzoek, waarvoor de komende jaren 160.000 mensen tussen de 50 en 75 jaar worden uitgenodigd. Doel hiervan is het vroegtijdig opsporen en behandelen van nierschade, diabetes en hart- en vaatziekten. Het onderzoek is een vervolg op de kleinere Prevend- en NierCheck-onderzoeken van het Groningse UMCG. Daaruit bleek dat thuisonderzoek naar microalbuminurie mensen met nog ongediagnosticeerde nierschade kan identificeren. Reden genoeg voor een opschaling naar een breder ingestoken thuistest, waaraan verschillende Nederlandse UMC’s nu samen met de Nierstichting, Hartstichting en het Diabetesfonds gaan werken. 

Verschillende belangrijke vragen blijven echter nog onbeantwoord. Leidt vroegtijdige opsporing van bijvoorbeeld nierschade in de thuissituatie ook daadwerkelijk tot betere uitkomsten bij de patiënt? Weegt de toegenomen medicalisering van dit preventieve (bevolkings)onderzoek op tegen de gezondheidswinst voor de algemene populatie? Zijn de adviezen uit de NHG-Standaarden om te screenen op orgaanschade bij patiënten met risicofactoren niet voldoende? 

Daarnaast roept het Check@Home-onderzoek ook verschillende logistieke vragen op. Zo bleek in het Prevend-onderzoek maar 60% van de uitgenodigde deelnemers de test te gebruiken, en daarvan zocht slechts 50% daadwerkelijk hulp na een afwijkende uitslag. In de verschillende nieuws- en persberichten wordt gesteld dat implementatie van de thuistest om ‘een consultatie-bureauachtige setting’ vraagt. Het aanvullende onderzoek dat na een afwijkende thuistest nodig is, moet plaatsvinden in ‘regionale diagnostische centra’. Vervolgens krijgen patiënten dan ‘leefstijladviezen en medicatie om de reguliere zorg zoveel mogelijk te ontlasten’. 

Betekent dat dat de huisarts hierbij geen rol speelt? Of is het waarschijnlijker dat de huisarts al vanaf het gebruik van de thuistest wordt ingeschakeld? Het Check@Home-onderzoek zal daar de komende jaren hopelijk de eerste antwoorden op gaan geven. Maar voorlopig roept het onderzoek vooral veel nieuwe vragen op, die de huisarts nauwlettend in de gaten moet houden.

Dit bericht van Dokter Media verscheen eerder als Er is nog geen thuistest beschikbaar die vroegtijdig ziektes opspoort.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen