Fluorchinolonen zijn breedspectrumantibiotica die alleen bij ernstige infecties moeten worden voorgeschreven zodat resistentieontwikkeling beperkt blijft. Het gebruik van fluorchinolonen stijgt, evenals de resistentie. Op dit moment bestaat al bij bijna 6% van de door de huisarts ingestuurde urinemonsters een resistentie voor E. coli tegen norfloxacine. Het aantal recepten voor een fluorchinolon (norfloxacine, ciprofloxacine, ofloxacine en levofloxacine) is licht gestegen tussen 1997 en 2001: van 15,8 naar 16,2 per 1000 patiënten. Norfloxacine en ciprofloxacine worden het meest voorgeschreven ( figuur 1).
1e kuur* | 2e kuur binnen 4 weken | |
Trimethoprim | 41,9 | 18,8 |
Nitrofurantoïne | 38,1 | 38,8 |
Amoxicilline | 5,1 | 6,5 |
Trimethoprim/sulfamethoxazol | 4,0 | 7,7 |
Amoxicilline/clavulaanzuur | 3,9 | 7,4 |
Fluorchinolonen: | ||
– norfloxacine | 4,6 | 12,6 |
– ciprofloxacine | 1,4 | 4,6 |
– ofloxacine | 0,4 | 1,0 |
– levofloxacine | 0,2 | 0,7 |
Deze LINH-rubriek is tot stand gekomen in samenwerking met de werkgroep surveillance antibioticagebruik van de Stichting Werkgroep Antibioticabeleid (www.SWAB.nl). De hier beschreven analyses zijn uitgevoerd op LINH-gegevens. LINH is een project van WOK, NIVEL, LHV en NHG. In 2001 participeerden ruim 120 huisartsenpraktijken. Zie voor meer informatie over LINH en over de hier beschreven gegevens www.linh.nl. Reacties naar info@linh.nl.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.