Het gaat niet goed met de gezondheidszorg. Wachtlijsten, gebrek aan aandacht voor patiënten en afgebrande hulpverleners zijn de uitwassen van een systeem dat in zijn voegen kraakt. Daar moet wat aan gebeuren. De plannen daartoe varië-ren van grootschalige operaties, als een drastische verandering van het verzekeringsstelsel, tot kleinschalige proefprojecten waarin men probeert omschreven en overzichtelijke problemen op te lossen. Van dit soort innovatieve projecten zijn 21 voorbeelden in dit boek beschreven. Het gaat om (transmurale) projecten in eerste en tweede lijn met als rode draad het belang van de patiënten en de samenwerking tussen de verschillende disciplines. Projecten waarin een grote groep patiënten protocollair worden gediagnosticeerd (mammapolikliniek) of behandeld (cataractpoliklinieken en een lijn voor knieoperaties) lijken het meest succesvol mede dankzij de schaalvergroting. Onduidelijk is overigens wat er gebeurt als zich individuele patiëntenproblemen voordoen die niet binnen het protocol passen. Meer gestructureerde zorg (CVA, diabetes, COPD, urine-incontinentie) kan een uitkomst zijn voor kwaliteitsverbetering en behandelaars ontlasten. Vrijwel alle beschreven projecten zijn initiatieven van enthousiaste pioniers op de werkvloer. Dat enthousiasme straalt ervan af en verdient respect en aanmoediging. De auteurs zijn vaak de trekkers van de verschillende projecten, maar dat is tevens ook de zwakte van het boek. De lezer mist node een objectieve beschrijving van de projecten en als het kan, een kwantitatieve analyse. Jammer is ook dat veel tijd gestoken wordt in projecten waarvan de wetenschappelijke premissen niet duidelijk zijn. Zo is de doeltreffendheid van vroegtijdige gehoorscreening bij intensive care baby's en massale meningokokkenvaccinatie niet helemaal vanzelfsprekend. Een deel van de auteurs is niet direct bij de patiëntenzorg betrokken, wat af en toe merkbaar is aan het managersjargon en het gebrek aan inhoudelijk perspectief. Als een huisartsendienstenpost beschreven wordt, dan is het moeilijk voor te stellen dat een huis-arts zich kan vinden in het voorbeeld dat de auteurs van de werkwijze geven. Twee centralisten, een telefoonarts, een huis-arts met chauffeur en een ambulance moesten eraan te pas komen om een kindje met koortsstuipen te behandelen. Deze beschrijving leidt eerder tot bezorgdheid dan tot enthousiasme. Niettemin zit het boek vol leuke en belangwekkende ideeën en geeft het een aardige indruk welke implementatieproblemen zich voordoen.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.