Dit boekje is geschreven als afstudeerscriptie voor een bachelor geschiedenis en geeft een lezenswaardig overzicht van het wel en wee van de eerste 20 jaar van de cliëntenraad van de Amsterdamse instelling voor verslavingszorg Jellinek. De raad bestaat van meet af aan uit een bestuur van ooit klinisch behandelde ex-verslaafden en leden-afgevaardigden van degenen die nog aan klinische en soms ook ambulante behandelingsprogramma’s deelnemen. Begonnen op initiatief van enkele goedwillende individuen, professionaliseert de raad in de loop der jaren steeds verder waardoor hij meepraat over het voortbestaan van projecten als arbeidsmarkttoetreding en de fusie met Mentrum. In feite weerspiegelt de geschiedenis van de raad op microniveau de transformatie van patiënten in cliënten of consumenten en van zorginstellingen naar zelfstandig ondernemers, zoals die de afgelopen decennia ook op andere terreinen van de gezondheidszorg plaatsvond. De betekenis van cliënteninbreng wordt treffend verwoord als een hulpverlener op een workshop voor zelfhulpgroepen vraagt naar de daadwerkelijke toegevoegde waarde van ervaringsdeskundigheid ten opzichte van die van professionals. ‘Nou, toen hebben we gezegd: als jij een cliënt binnen ziet komen dan zie je iemand met een probleem, en als wij een cliënt binnen zien komen dan zien wij iemand die al een geweldige stap in een goeie richting heeft gedaan. Dat was voor hun een eye-opener.’ Voornaamste punt van kritiek op het boekje is dat het relatief zwaar leunt op persoonlijke herinneringen van direct betrokkenen, waardoor sommige kwesties globaal worden besproken, terwijl de lezer wel meer van de hoed en de rand zou willen weten. Maar dat kan wellicht ook bezwaarlijk anders binnen het beperkte bestek van een bachelorscriptie. Tjerk Wiersma
Reacties
Er zijn nog geen reacties.