Wordt u somber als u de inhoudsopgave van dit themanummer ziet? Wij niet, want de resultaten van deze onderzoeken brengen ons een stap verder.
Discussie
De vraag of systematisch screenen op depressies zinvol is, komt uitgebreid aan de orde in dit nummer. Het antwoord daarop is ontkennend vanuit de wetenschap: screenen leidt wel tot meer diagnoses, maar niet tot betere uitkomsten voor patiënten en daar is het toch om te doen. Bijna iedereen heeft hierover wel een mening: huisartsen, beleidsmakers, psychologen, psychiaters én wetenschappers. Maar wat vinden patiënten er zelf van? Dat is in alle discussies nog niet aan de orde gekomen. Wittkampf et al. stelden die vraag wel aan een groep patiënten die deelnam aan een wetenschappelijk onderzoek over depressie. Ze interviewden patiënten bij wie een screeningsinstrument aangaf dat er een grote kans op een depressieve stoornis bestond en bij wie dat vermoeden in een psychiatrisch interview werd bevestigd. Patiënten waardeerden het screenen op zich, zo bleek. Ze herkenden ook de klachten bij zichzelf, maar hadden moeite met de diagnose van een depressieve stoornis. Zij dachten zelf dat de depressieve stemming te maken had met een levensgebeurtenis of bepaalde omstandigheden en dachten niet aan een ziekte. Patiënten zagen de toegevoegde waarde van een diagnose vaak niet, ze waren bang voor stigmatisering en zagen weinig heil in medicatie. Dit kwalitatieve onderzoek geeft veel inzicht in de opvattingen van patiënten bij wie uiteindelijk de diagnose depressieve stoornis is gesteld. Een waardevolle bijdrage aan de discussie, zeker als de resultaten gegeneraliseerd kunnen worden naar een grotere groep.
Meten is weten?
Het ontbreekt nog aan inzicht in de opvattingen van patiënten bij wie na screening geen aanwijzingen zijn gevonden voor een depressieve stoornis of bij wie die aanwijzing er wel is, maar de diagnose niet wordt bevestigd. Wat vinden zij ervan om gescreend te worden? Je zit in de wachtkamer met buikpijn, een vragenlijst zegt dat je misschien wel depressief bent en je moet maar afwachten wat er uitkomt. En wil je als huisarts een depressiescore weten van een patiënt die met buikpijn op het spreekuur komt? Is onze klinische blik niet betrouwbaar genoeg? Deze huisartsbedenkingen komen naar voren in een recent onderzoek uit Groot-Brittannië waar de huisarts bij depressieve patiënten een ernstmeting met een vragenlijst moet doen voordat hij aan de behandeling kan beginnen. Dowrick onderzocht de opvattingen hierover van patiënten en huisartsen. Patiënten waardeerden de ernstmeting en voelden zich hierdoor extra serieus genomen. Huisartsen hadden echter serieuze twijfels. Is het instrument wel betrouwbaar en verstoort dit de menselijke interactie niet? Wittkampf et al. adviseren de ideeën van patiënten over de uitslag en de eventuele diagnose uitgebreid aan de orde te stellen in een consult. De discussie is zeker nog niet gesloten. De vraag blijft of meten weten is. En met meten alleen ben je er nog niet! Laat u zich screenen na het lezen van dit wat sombere nummer? Eric van Rijswijk
Reacties
Er zijn nog geen reacties.