Nieuws

Belgisch

Gepubliceerd
25 juni 2009

Tot en met de eerste twee paragrafen ga ik akkoord met het intermezzo ‘Belgisch’ van Nico van Duijn (Huisarts Wet 2009;52:151). Dan stelt hij dat in België dokters veel meer antibiotica voorschrijven dan in Nederland, ook als dat niet nodig is, bij virussen en kleine ongemakken en dat daarom alle Belgische bacteriën ongevoelig zijn geworden voor de gewone antibiotica die in Nederland nog erg doeltreffend zijn. Hoewel de resistentie van ziekteverwekkende bacteriën zoals Streptococcus pneumoniae en Streptococcus pyogenes in België hoger is dan in Nederland, kan men bezwaarlijk beweren dat alle Belgische bacteriën ongevoelig zijn geworden voor gewone antibiotica. De hierover beschikbare gegevens zijn niet representatief voor de resistentie van deze bacteriën bij patiënten in de huisartsenpraktijk. Bovendien kunnen ook in België ernstige, bacteriële infecties bij de meeste patiënten in de huisartsenpraktijk nog steeds met zogenaamde oude antibiotica worden behandeld. Ten slotte zien we de laatste jaren een spectaculaire daling van bijvoorbeeld de resistentie van Streptococcus pneumoniae voor penicillines, macroliden en tetracyclines, een daling die samenvalt met een al even spectaculaire daling in het antibioticagebruik in de Belgische eerste lijn sinds de eerste nationale sensibilisatiecampagne in 2001.12 Verder stelt Van Duijn dat de nieuwe antibiotica wel beter zijn en dat Belgische dokters dat goed zien. Ze bestrijken meer bacteriesoorten en hebben minder bijwerkingen. Ervan uitgaand dat hij doelt op de nieuwe fluorochinolonen die maken dat deze antibioticaklasse ook kan worden gebruikt voor de behandeling van respiratoire infecties, vraag ik me af wat hij hier beter aan vindt. Of ze minder bijwerkingen hebben dan pakweg amoxicilline durf ik alvast te betwijfelen. Deze nieuwe antibiotica worden bij voorkeur gereserveerd voor de behandeling van therapieresistente bacteriële infecties, nietwaar? Van Duijn stelt verder dat de nieuwe antibiotica in Nederland niet zo gemakkelijk worden gegeven om de Nederlandse bacteriën niet resistent maken. Dat hebben Nederlandse huisartsen goed gedaan. Want in België, waar de nieuwere fluorochinolen met groot succes werden geïntroduceerd, zien we bij bovengenoemde verwekkers al resistentie tegen deze klasse van antibiotica. Ondertussen daalde bij Belgische huisartsen het aantal voorschriften voor deze nieuwe antibiotica wel opnieuw aanzienlijk. Volgens Nico van Duijn is de patiënt eigenlijk het best af als hij naar een Belgische dokter gaat. Daar krijgt hij het modernste antibioticum, nodig of niet, voor het geval dat. Of de patiënt het best af is bij een Belgische of een Nederlandse huisarts laat ik in het midden. Of hij, als hij komt, vaker een antibioticum krijgt ook.3 Waarschijnlijk krijgt hij nog steeds vaker een nieuwer antibioticum dan in Nederland, maar het is zeker niet zo dat die nieuwere antibiotica het vaakst worden voorgeschreven, en zeker niet ‘voor het geval dat’.12 Ten slotte concludeert hij dat de patiënt wel in Nederland moet blijven wonen. Want Nederlandse dokters zorgen ervoor dat hij geen resistente bacteriën tegenkomt. Retorisch of niet, dit slot is bedenkelijk. Elke keer als je antibiotica inneemt, duurt het meer dan een half jaar, wellicht een jaar, voor het aandeel resistente bacteriën terug is op het niveau van voor de antibioticabehandeling.4 Al die tijd kunnen resistente bacteriën deze overlevingseigenschap doorgeven aan andere bacteriën. En geen enkele, zelf geen Nederlandse huisarts, die daar iets aan verandert. Samuel Coenen

Antwoord

Samuel Coenen nuanceert mijn blijkbaar achterhaalde beeld van resistentie en antibioticavoorschriften in België. Het ging hiermee niet goed in het zuiden, maar inmiddels gaat het beter, zeker in de huisartsenpraktijk. Mijn complimenten. Ik loop inderdaad zo’n tien jaar achter. Hoe het in de Belgische specialistenpraktijk gaat, dat weet ik niet. Hoe het Finland verging, ver voor de Belgische wijziging in receptgewoonten, weten we wel. Daar steeg en daalde de resistentiepercentages gelijk met de voorschriften.5 Beleidswijziging op populatieniveau – de populatie artsen – heeft dus zin. De boodschap was dat resistentie niet alleen een individueel patiëntenprobleem is.6 Ik denk dat het minstens evenzeer een eigenschap van een populatie is. Bacteriën zijn zwervers. Die hebben niet één gastheer. Sterker nog, ze logeren even vrolijk bij de koe die antibiotica in haar voer krijgt als bij de boer die nog nooit bij de dokter is geweest. Patiënten moeten niet bang zijn voor antibiotica. Patiënten moeten bang zijn voor royaal voorschrijvende dokters. En dan zijn Coenen en ik het weer eens. Jammer eigenlijk. Het oneens zijn is veel vruchtbaarder, in de wetenschap en in columns. Nico van Duijn

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen