Doelgroep Onderzoekers en beleidsmakers die geïnteresseerd zijn in gezondheid in Europa. Samenvatting Zoals de titel aangeeft is dit een gewaagd boek. Het geeft antwoord op de vraag: hoe goed scoort Nederland op indicatoren voor gezondheid in vergelijking met andere Europese landen? Maar een belangrijkere vraag is of je die vergelijking wel kunt maken. De kaft van het boek laat dat al zien: kunnen we appels en peren en sinaasappels wel met elkaar vergelijken? Het valt te waarderen dat onderzoekers van het RIVM vanuit hun ervaring met het opstellen van de Volksgezondheid Toekomst Verkenningen als eersten in Europa een serieuze poging hebben gedaan om op internationaal niveau gezondheidsindicatoren met elkaar te vergelijken. Het boek is het resultaat van vele jaren werk: het ontwikkelen, selecteren en definiëren van indicatoren en de kwaliteit beoordelen van de gegevens waarop de indicatoren zijn gebaseerd, voor alle 27 landen van de Europese Unie. Het resultaat is een degelijk overzicht van de scores op 82 indicatoren, gegroepeerd in de hoofdstukken Gezondheidstoestand, Determinanten van gezondheid (bijvoorbeeld leefstijlindicatoren), Zorg en preventie, en Populatie en sociaal-economische factoren. In twee extra hoofdstukken presenteren de auteurs deze groepen indicatoren ook nog voor kinderen en jongeren tot 19 jaar en voor ouderen (65-plussers). Nederland scoort relatief goed op indicatoren wat betreft het voorkomen van hart- en vaatziekten, (verkeers-)ongevallen, de leefstijlindicatoren bewegen en overgewicht, en enkele indicatoren voor de kwaliteit van zorg (overleving met kanker, sterfte na opname in het ziekenhuis vanwege een myocardinfarct). Relatief minder goed scoort Nederland op kanker en COPD als doodsoorzaak (met name bij vrouwen), roken, gebruik van stimulerende middelen en het geven van borstvoeding. De auteurs wijzen geen Europese ‘winnaar’ aan, maar geven wel aan dat Zweden wat hen betreft de grootste kanshebber is. Slechts een enkele indicator raakt direct de huisartsenzorg in Nederland: de contactfrequentie met de huisarts, de instelling van diabeten, de vaccinatiegraad van de influenzavaccinatie en de opkomst voor de screening op baarmoederhalskanker. Mogelijk nog belangrijker is de conclusie van de auteurs dat slechts een kwart van de Nederlandse indicatoren goed vergelijkbaar zijn op Europees niveau. Nederland scoort overigens wel hoog op de beschikbaarheid van gegevens om de indicatoren te berekenen. Dit is mede dankzij de gegevens uit huisartsregistraties in Nederland; wat dat betreft heeft Nederland een voorbeeldfunctie. Er is dus nog veel ontwikkelingswerk te doen om een brede en valide vergelijking op Europees niveau mogelijk te maken. Oordeel Rekening houdend met alle beperkingen die de auteurs goed onderbouwen, is dit boek een primeur op dit terrein. Aan te bevelen aan eenieder die wat betreft gezondheid over de landsgrenzen wil kijken. François Schellevis
Waardering
****
* zeer matig ** matig *** redelijk, niet heel bijzonder **** goed ***** niet te missen
Reacties
Er zijn nog geen reacties.