Doelgroep Bedrijfsartsen, overheden, organisaties van werkgevers en werknemers, huisartsen. Samenvatting Dit rapport geeft een jaarlijks overzicht van het vóórkomen van beroepsziekten en de verspreiding daarvan binnen sectoren en beroepen. Het biedt informatie over beroepsziekten voor beleid en praktijk. Naast statistische gegevens worden ook wetenschappelijke en maatschappelijke ontwikkelingen rond de verschillende categorieën beroepsziekten beschreven. De gegevens komen voort uit meldingen bij de Nationale Registratie door arbodiensten (n = 95) en bedrijfsartsen (n = 706) en de Peilstations voor huidaandoeningen en luchtwegaandoeningen. Ook gebruikte men informatie uit het patiëntenonderzoek bij de Polikliniek Mens en Arbeid. Op deze wijze registreerden de onderzoekers 6952 meldingen over 2008. Het aantal meldingen bleef de laatste jaren stabiel. De meeste meldingen (66%) komen uit de bouwnijverheid. Van alle meldingen over de afgelopen jaren betreft 90% aandoeningen uit de beroepsziektecategorieën, zoals houding‑ en bewegingsapparaat (42%), psychische aandoeningen (23%) en gehooraandoeningen (25%). De overige categorieën in dit rapport zijn: huidaandoeningen, luchtwegaandoeningen, hart- en vaatziekten, ziekten van het zenuwstelsel, ziekten van de spijsvertering, oogaandoeningen, overige niet-geclassificeerde aandoeningen. De hoofdstukken zijn overzichtelijk met omschrijving en definitie van de aandoeningen en de wijze van melding, tabellen met de statistische gegevens, gevolgd door een beschouwing en wetenschappelijke en maatschappelijke ontwikkelingen. Uit met name de wetenschappelijke delen van het rapport blijkt dat beroepsziekten een betrekkelijk jonge discipline is waarvoor nog veel aanvullend onderzoek nodig is. Voor beleid en praktijk is het echter het meest up-to-date overzicht van (trends in) de beroepsziekten in Nederland. Oordeel Het nut van dit type rapportages is duidelijk, maar blijft beperkt tot specialisten die er beroepsmatig direct mee te maken hebben, zoals bedrijfsartsen en uiteraard beleidsmakers. Huisartsen zullen er mogelijk in lezen bij specifieke casuïstiek in hun praktijk. Ook hebben curatieve artsen (huisartsen en medisch specialisten) over het algemeen een relatieve ‘blinde vlek’ voor het belang van arbeid en gezondheid in hun dagelijkse praktijk. Uit TNO-onderzoek blijkt dat deze blinde vlek voor arbeid en gezondheid een internationaal fenomeen is.1 Arbeid als belangrijke factor voor gezondheid verdient meer aandacht onder huisartsen. Wouter Hogervorst
Waardering: ***
* zeer matig ** matig *** redelijk, niet heel bijzonder **** goed ***** niet te missen
Literatuur
- 1.↲Buijs PC, Weel AN. A blind spot in general health care: only a Dutch problem? Een internationale studie t.b.v. SZW. TNO, Hoofddorp, 2005.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.