Bij de NHG-Standaard Voedselovergevoeligheid

Bakerpraatjes?

Met deze standaard worden enkele vooronderstellingen ontzenuwd. Zo geeft langdurige borstvoeding geen bescherming tegen voedselallergie. Ook leidt uitstel van vaste voeding niet tot minder optreden van voedselovergevoeligheid. De aanwezigheid van eczeem of astma is geen reden om uitgebreide diëten aan te bevelen. Ook zijn er onvoldoende aanwijzingen om suikers, voedingsadditieven of kleurstoffen te beperken ter behandeling van druk gedrag, ADHD of overmatig huilen. In de geciteerde onderzoeken wordt wel enig verband gevonden, maar er waren te veel methodologische tekortkomingen om een duidelijke relatie te kunnen aantonen en daarmee dieetadviezen te onderbouwen. Ten slotte blijkt bloedonderzoek (sIgE) op voedselovergevoeligheid niet betrouwbaar. Bij de diagnostiek van coeliakie zijn bloedonderzoeken overigens wel relevant.

Materialen bij de standaard

Er is een duidelijk verschil tussen het wérkelijke en het door de ouders verméénde bestaan van voedselovergevoeligheid bij kinderen. Van de door ouders ingeschatte overgevoeligheid is tot 10% reëel. Dit leidt tot uitgebreide diëten en leefregels met veel maatschappelijke consequenties. Aan de huisarts de taak om daaraan tegenwicht te bieden met een provocatietest. Bij de standaard komt een handleiding voor een dergelijke (open) provocatietest, met een dagboek waarin de ouders hun bevindingen kunnen vastleggen. Het is de bedoeling deze handleiding digitaal te koppelen aan de standaard. Tegen de achtergrond van (vermeende) voedselovergevoeligheid kan de huisarts zijn voorlichting aanvullen met een viertal NHG-Patiëntenbrieven:

• Voedselovergevoeligheid Algemeen
• Voedselovergevoeligheid bij zuigelingen en peuters
• Coeliakie
• Glutenvrij eten bij coeliakie (met een broodrecept)