In het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw was er nogal wat kritiek op het beleid bij depressie door huisartsen. Er zou sprake zijn van onderdiagnostiek, huisartsen zouden te weinig oog hebben voor depressie. Daarnaast zouden huisartsen vaak benzodiazepines voorschrijven aan patiënten met een depressie. En er was nog de discussie over een ‘klassiek’ tricyclisch middel of een ‘moderne’ SSRI. Een van ondergetekenden (MB) nam in die jaren deel aan deze discussies: als lid van de werkgroep die de eerste NHG-Standaard Depressie voorbereidde en als vertegenwoordiger van het NHG binnen de multidisciplinaire CBO-Consensus Depressie. Een geheel ander beeld over het beleid bij depressieve klachten en angst komt op bij lezing van het artikel van Miriam Ketelaar en Hans Grundmeijer.1 Het gebruik van antidepressiva in Nederland is toegenomen. In bijna de helft van de gevallen wordt het middel voorgeschreven voor een andere indicatie dan depressie of angst. En SSRI’s worden vaak langer gebruikt dan de richtlijnen adviseren. Blijkbaar is er het een en ander veranderd tussen 1990 en 2006, het jaar waarover de data in genoemd artikel zijn verzameld. In dat jaar werd aan 3% van de patiënten van de 7 deelnemende huisartspraktijken een SSRI voorgeschreven. Als beperkingen van het onderzoek worden genoemd: de mogelijk niet-representatieve populatie en de interdoktervariatie bij het voorschrijven van SSRI’s. Om die reden zijn we in de eigen praktijk de gegevens gaan rubriceren met een dwarsdoorsnedeonderzoek in september 2010. Bij een praktijkgrootte van 2625 patiënten bleken 79 een antidepressivum te gebruiken; dat is 3%, hetzelfde percentage als in genoemd onderzoek werd gevonden. Daarvan gebruikte 71% langer dan een jaar. Tweeënvijftig patiënten kregen het voor een depressie, 17 voor angst, 10 voor minder strikte indicaties (overgangsklachten, burn-out, psychosociale problematiek, onrust, pathologisch rouwproces). Met name het grote aantal patiënten dat langer dan een jaar een SSRI gebruikt, met daarnaast waarschijnlijk in de meeste gevallen geen andere (psycho)therapie, geeft te denken. De kritiek op huisartsen twintig jaar geleden betrof onderdiagnostiek en onderbehandeling. Hebben deze inmiddels plaats gemaakt voor een nieuw maatschappelijk probleem: verslaving aan een SSRI? Jordy Mongula, Mark Brueren
Literatuur
- 1.↲Ketelaar MH, Grundmeijer HGLM. SSRI’s in de Nederlandse huisartsenpraktijk. Huisarts Wet 2010;53:302-5.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.