Smeets et al. onderzochten het effect van een interventie om het gebruik van zuurremmers (protonpompremmers en H2-antagonisten) te verminderen. Zij nodigden 559 huisartsen uit 61 huisartsengroepen in het midden van het land uit deel te nemen aan een onderzoek om het gebruik van zuurremmers terug te dringen. De huisartsen kregen informatie over indicaties van chronisch gebruik van zuurremmers en een overzicht met chronische gebruikers uit hun praktijk. Daarnaast kregen zij patiënteninformatie waar in verschillende talen in staat hoe patiënten de zuurremmer af zouden kunnen bouwen. Aan deelname was een financiële tegemoetkoming voor de extra tijdinvestering verbonden. De controlegroep bestond uit 434 huisartsen (51 huisartsengroepen) uit dezelfde regio, die geen informatie kregen. Na een half jaar gebruikte 14% van de chronisch gebruikers in de interventiegroep tenminste de helft minder zuurremmers. In de controlegroep was dit percentage echter vergelijkbaar: 13,7%. Ondanks alle inspanningen leverde deze interventie weinig op. Het lijkt niet effectief om alleen huisartsen te benaderen om patiënten te laten stoppen met medicijnen waar ze waarschijnlijk best tevreden over zijn. Mogelijk is het effectiever om zowel patiënt als huisarts actief te betrekken bij een dergelijke interventie. In de tussentijd kan het geen kwaad eens twee keer na te denken voordat we overgaan tot chronisch voorschrijven van een zuurremmer. (Linda Bröker)
Reacties
Er zijn nog geen reacties.