Nieuws

Wat denkt u er zelf van?

Gepubliceerd
11 april 2011

De thematiek zoals Van Berkestijn die in zijn supervisiegesprekken met huisartsen (in opleiding) tegenkwam is goed herkenbaar: de dokter intervenieert al snel in het consult en dat roept ergernis op. Volgens Van Berkestijn zou sprake zijn van een relict: de geest van Van Aalderen waart nog rond en dat terwijl ‘medisch-somatische en psychosociale aspecten inmiddels in evenwicht zijn gebracht’. Op dat laatste valt af te dingen – gezien het als paddenstoelen uit de grond schieten van poli’s voor somatisch onverklaarde klachten – en wat het eerste betreft is het de vraag of dat kwaad kan. Toen Van Aalderen in 1974 met ‘methodisch werken’ kwam sloeg dit in als een bom. In het beeld van die tijd zag men er óf een aanval in op de medische praktijk (Illich!) óf de geboorte van een geheel nieuwe, humanistieke geneeskunde. Middels de confronterende uitspraak ‘Wat denkt u er zelf van?’ diende de patiënt te worden opgeroepen tot het nieuwe ideaal. Anderen probeerden de in hun ogen té revolutionaire boodschap te ontkrachten: bij de hulpvraag zou het gaan om de nadere bevestiging van een gerezen vermoeden (namelijk wat de patiënt vreest of hoopt) óf om het vinden van een alternatieve verklaring (geen ziekte, maar spanningen, onwelbevinden et cetera). Deze gedachtegang verwoordt Van Berkestijn wanneer hij het verhelderen van de hulpvraag ziet als het ‘besluipen van wild’: een techniek om de patiënt te verleiden het ‘achterste van de tong te laten zien’. Door deze tegenstelling verdween het feitelijke doel van ‘methodisch werken’ uit zicht, namelijk het creëren van ruimte voor de patiënt in de beginfase van het consult. Naar de ervaring van Van Berkestijn blijken zowel aios als huisartsen de patiënt deze ruimte niet te gunnen omdat ‘men zo snel mogelijk tot de kern wil doordringen’. In het licht van wat de cognitieve psychologie aan inzichten heeft opgeleverd, doen ze daarmee de patiënt ernstig tekort.1 Juist een luisterende, op de inbreng van de patiënt gefocuste aanpak verschaft de dokter de uitgangspositie voor een effectief en efficiënt consult. Zo blijft het paard vóór en niet achter de wagen… Ale Gercama

Literatuur

  • 1.Groopman J. How doctors think. Houghton Mifflin, New York (interview MC 2007(62):1540-2).
  • 2.Van Vliet P. Wat drijft de mens? 2 druk. Amsterdam: Boom, 2007.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen