De vraag ‘Wat denkt u er zelf van?’ kan problemen oproepen. Ik heb dat in de opleiding van huisartsen en in de eigen praktijk ook vaak meegemaakt. Van Berkestijn vraagt zich af of de problemen misschien met de timing te maken hebben en of de vraag niet beter na anamnese en onderzoek kan worden gesteld. Ik ben het hier hartgrondig mee oneens en wel om de volgende redenen. Wij verlangen van patiënten dat zij transparant zijn, alles vertellen over hun ideeën, voorstellingen, angsten et cetera aangaande de klachten die zij presenteren. Zelf zijn wij allerminst transparant. Komt er ineens op een totaal onverwacht moment de vraag ‘Wat denkt u er zelf van?’ Natuurlijk heb je dan grote kans op negatieve reacties, zoals Van Berkestijn die ook signaleert. Wat hier aan de hand is, is niet een kwestie van timing maar van transparantie. Je moet als arts wel aan de patiënt duidelijk maken wat je beweegredenen en bedoelingen zijn. Sinds ik een aantal keren negatieve reacties heb gekregen heb ik mij aangewend om de reden van die vraag te vermelden. Ik leid sindsdien die vraag in met ‘Voordat ik nu verder ga, zou ik graag willen weten wat u ervan denkt of wat u van mij verwacht. Dan kan ik daar rekening mee houden.’ Na deze verandering in vraagstelling heb ik nooit meer een negatieve reactie op deze vraag gehad. Bij de evaluatie zeiden de meesten dat zij zich begrepen en gehoord voelden. De reden dat ik vind dat deze vraag wel degelijk aan het begin van het consult moet worden gesteld, is dat patiënten (die niet als arts zijn opgeleid) nogal eens ideeën hebben waar ik als (beroepsmisvormde) arts niet op zou komen. Wat denkt u van de jonge man die bezorgd vraagt of zijn vriendin zwanger kan worden als zij geen ejaculatie heeft. Of de vrouw die buikpijn houdt na een hysterectomie en ervan overtuigd is dat de buikpijn wordt veroorzaakt door al het menstruatiebloed dat nu in haar buik ligt te rotten. Ideeën waar ik niet opgekomen zou zijn. Ik kan daar alleen maar achterkomen als ik ernaar vraag (Wat denkt u er zelf van?). En deze ideeën hebben natuurlijk veel invloed op de inhoud van het consult.
Antwoord
Mijn protest geldt de niet-ingeleide, plompverloren gestelde vraag. Als de vraag zo wordt ingekleed als collega Van Hasselt voorstelt, is die prima. Incorrecte voorstellingen over hoe het lichaam werkt kunnen in elke fase van het consult worden weerlegd. In een gewone anamnese merk je snel genoeg of daar sprake van is.
Luc van Berkestijn
Reacties
Er zijn nog geen reacties.