Kansen in de behandeling van knie- en heupartrose

Er is al veel bekend over de conservatieve behandeling van knie- en heupartrose. Diverse richtlijnen geven aan dat pijnstilling, afvallen, fysiotherapie en intra-articulaire injecties met corticosteroïd vaak met goed resultaat gebruikt kunnen worden in de eerste lijn. Snijders et al. onderzochten wat het effect is van een combinatie van deze adviezen bij patiënten op de artrosepoli van de Sint Maartenskliniek in Nijmegen. Zij stelden een schema voor pijnstilling op van twaalf weken, waarbij de patiënt start met paracetamol, deze dosis langzaam ophoogt, later een NSAID toevoegt, switcht naar een NSAID en als derde stap NSAID vervangt door tramadol. Verder werden patiënten verwezen naar de fysiotherapeut voor aerobische en krachtversterkende oefeningen en kregen de patiënten met overgewicht het advies om af te vallen. Met deze eenvoudige middelen lukte het om in 12 weken bij 47% van de patiënten de pijn op een aanvaardbaar peil te krijgen. Opvallend was dat alleen al het advies om af te vallen bij 5% van de patiënten met overgewicht binnen 12 weken leidde tot 5% gewichtsverlies. Mogelijk is dit deels verklaarbaar door de verwijzing voor fysiotherapie. In dit onderzoek werd de intra-articulaire injectie nog niet gebruikt omdat er nog onvoldoende bekend is over het ideale moment van deze therapie. Het opvallendste is dat in deze tweedelijns kliniek de meeste patiënten nog niet waren behandeld met deze eenvoudige eerstelijns therapie. Hier liggen dus nog kansen voor deze toenemende groep patiënten! (Jurgen Damen)