Zelfmanagement speelt een steeds grotere rol bij de begeleiding van diabetespatiënten. Israëlische onderzoekers gingen na of het meten van (eigen effectiviteit) bij diabetespatiënten een goede voorspeller is voor het opvolgen van gegeven behandeladviezen. Optimaal effect van de behandeling vereist gedragsveranderingen van diabetespatiënten op meerdere gebieden. De begeleiding van diabetespatiënten is tegenwoordig ook meer gericht op het stimuleren van deze gedragsveranderingen. Self-efficacy geeft het vermogen van de patiënt tot verandering weer. Hoe groter de self-efficacy, hoe groter de kans dat de patiënt de behandeladviezen gaat opvolgen. Met vragenlijsten – waaronder de Resistance to Treatment Questionnaire - maten de onderzoekers bij 119 patiënten de self-efficacy voor vier specifieke behandeladviezen: inname orale medicatie, dieetnaleving, lichaamsbeweging en zelfmonitoring van glucose. Tevens maten ze in welk stadium van gedragsverandering de patiënt verkeerde. Het bleek dat hoe lager gescoord werd voor self-efficacy voor een specifiek behandeladvies, hoe minder de patiënt in staat bleek dit specifieke behandeladvies op te volgen. Dit gold vooral voor de wat latere stadia van gedragsverandering bij dieetnaleving, lichaamsbeweging en zelfmonitoring van glucose. Een uitzondering vormde de inname van orale medicatie. Hierbij bleek de self-efficacy score geen invloed te hebben op het gedrag van de patiënt. Het met behulp van vragenlijsten bepalen van de self-efficacy lijkt dus een bruikbaar instrument om meer behandeladviezen ‘op maat’ aan te bieden bij diabetespatiënten. Hoe deze methode zijn weg kan vinden in de dagelijkse praktijk, zal moeten blijken. (Johan Schinkelshoek)
Literatuur
Reacties
Er zijn nog geen reacties.