Design en methode De onderzoekers includeerden data van 18 cohorten in deze meta-analyse op grond van individuele patiëntgegevens; 17 daarvan (totaal 67.890 deelnemers) werden gepooled. De risicofactoren diabetes, roken, totaal cholesterol en systolische bloeddruk waren van alle deelnemers bekend. In vier leeftijdscategorieën (40-49, 50-59, 60-69 en 70+ jaar) werden de deelnemers ingedeeld naar risicofactorprofiel, resulterend in 5 categorieën, variërend van ‘alle risicofactoren optimaal’ tot ‘≥ 2 ernstig afwijkende risicofactoren’. Voor elke leeftijdscategorie werd het levenslange cardiovasculaire risico berekend bij opklimmend risicoprofiel, voor mannen en vrouwen apart.
Resultaten In alle leeftijdscategorieën had circa 5% een optimaal risicoprofiel en circa tweederde minstens één ‘major risk factor’. Als we kijken naar het levenslange risico op ‘alle ziekte en sterfte gerelateerd aan atherosclerotische hart- en vaatziekten’, dan was er in alle leeftijdscategorieën een oplopend risico met een ernstiger gestoord risicoprofiel, ook in de jongste leeftijdscategorie 40-49: voor mannen 1,4% (95%-BI 0-3,4) bij optimaal risicoprofiel tot 49,5% (45,0-53,9) bij ≥ 2 major risk factors; voor vrouwen respectievelijk 4,1% (0-8,2) en 30,7% (26,3-35,0).
Conclusie De auteurs concluderen dat de resultaten de prognostische waarde van (combinaties van) traditionele risicofactoren nog eens benadrukken. Verder constateren zij dat het effect van bepaalde risicoprofielen in opeenvolgende geboortecohorten nagenoeg gelijk is gebleven in de tijd, ondanks veranderingen in de prevalentie van individuele risicofactoren. Ten slotte concluderen zij dat de afname van hart- en vaatziekten in de afgelopen decennia vooral te danken is aan de afname van de prevalentie van risicofactoren in de populatie, en minder aan de verbeterde behandeling ervan.