Kernboodschappen
-
Buikpijn wordt onderscheiden naar duur in acute buikpijn (< 1 week), niet-acute buikpijn (≤ 1 week) en chronische of recidiverende buikpijn (> 2 maanden) en naar oorzaak in buikpijn berustend op een somatische oorzaak en functionele buikpijn.
-
Buikpijn zonder aanwijzingen voor een somatische oorzaak wordt geduid als functionele buikpijn.
-
De kans op het vinden van een somatische oorzaak is bij acute buikpijn veel groter dan bij chronische buikpijn. Het accent bij acute buikpijn ligt op de diagnostiek, bij chronische buikpijn op de behandeling.
-
Aanvullend onderzoek bij buikpijn zonder bijzonderheden in de anamnese en bij lichamelijk onderzoek kan beperkt blijven tot onderzoek van de urine.
-
De behandeling van functionele buikpijn bestaat uit uitleg en adviezen aan het kind en de ouders en beoogt geruststelling.
Inleiding
Achtergronden
Begrippen
Epidemiologie
Chronische buikpijn en risicofactoren voor langdurig beloop
Diagnostische overwegingen bij buikpijn
Pathofysiologie
Richtlijnen diagnostiek
-
hevige buikpijn, ernstig zieke indruk, bloedbraken/gallig braken, sufheid: het kind dient met spoed gezien te worden.
-
rectaal bloedverlies, koorts, aanhoudend braken: het kind dient dezelfde dag gezien te worden.
Anamnese
-
acuut begin of geleidelijk ontstaan, continu of in aanvallen, ernst/duur van een pijnaanval (bewegingsdrang), frequentie van aanvallen, plaats van de pijn, uitstraling, vervoerspijn; eerdere episodes van buikpijn en het verloop daarvan;
-
recent buiktrauma;
-
koorts;
-
gastro-intestinale symptomen: misselijkheid, braken (gallig, met bloed of met voeding), bloed bij ontlasting;
-
mictieklachten: pijnlijke of branderige mictie, toegenomen mictiefrequentie, loze aandrang, hematurie, pijn in de rug of onderbuik;
-
bij meisjes in de tienerleeftijd: menstruatiecyclus, kans op zwangerschap of op soa;
-
aanwijzingen voor een onderste- of bovensteluchtweginfectie (pneumonie, otitis media acuta);
-
huidafwijkingen (zoals purpura), gewrichtsklachten;
-
eerdere buikoperaties, aanwezigheid chronische ziektes (bijvoorbeeld diabetes).
-
familiair voorkomen van inflammatoire darmziekten (IBD) of coeliakie;
-
ongewild gewichtsverlies, groeivertraging, vertraagde puberteit;
-
extra-intestinale afwijkingen passend bij IBD (erythema nodosum, artritis, oogafwijkingen (uveïtis));
-
familiair voorkomen van familiaire mediterrane koorts.
-
voedingspatroon, vochtinname, vezelopname;
-
defecatiepatroon, frequentie, wanneer (school, thuis) en waar ontlasting (luier, potje, toilet), eventueel ophouden, consistentie feces (waterdun, brijig, hard, keutelig), hoeveelheid, incontinentie.
-
frequentie en mate van de buikpijn: gedrag van het kind tijdens buikpijn;
-
gevolgen van de klachten: schoolverzuim, hinder van dagelijkse activiteiten;
-
andere (functionele) klachten, zoals hoofdpijn, moeite met slapen, pijn in de ledematen;
-
aanwijzingen voor angst of depressieve klachten;
-
omgevingsfactoren (familieomstandigheden zoals scheiding ouders, overlijden, omstandigheden op school zoals nieuwe school of gepest worden, prestatiedruk);
-
aanwijzingen voor kindermishandeling of seksueel misbruik (risicofactoren of signalen bij de ouders, kind of leefsituatie), besteed daar actief aandacht aan;19
-
angstklachten en depressieve klachten of andere psychiatrische aandoening bij vader of moeder, functionele klachten bij moeder; ideeën bij ouders en het kind over de oorzaak van de buikpijn.
Kader 1 Aanwijzingen voor een somatische oorzaak van buikpijn20
-
Buiktrauma
-
Diarree (gastro-intestinale infectie) (zie NHG-Standaard Acute diarree)
-
Pijnlijke of branderige mictie, toegenomen mictiefrequentie, loze aandrang, hematurie (urineweginfectie) (zie NHG-Standaard Urineweginfecties)
-
Overtijd zijn, vaginaal bloedverlies (buitenbaarmoederlijke zwangerschap, miskraam).
-
Pijn gerelateerd aan menstruatie (dysmenorroe)
-
Pijn in de onderbuik (PID), risico soa (zie NHG-Standaard Pelvic inflammatory disease).
-
Purpura, artritis/artralgie (Purpura van Henoch-Schönlein)21
-
Aanvalsgewijze buikpijn met koorts bij patiënten uit het Middellandse Zeegebied en het Midden-Oosten (familiaire mediterrane koorts)22
-
Familiair voorkomen van coeliakie, diarree, afbuigende groeicurve, anemie (coeliakie)23 (zie NHG-Standaard Voedselovergevoeligheid)
-
Familiair voorkomen van inflammatoire darmziekten; extra-intestinale afwijkingen zoals erythema nodosum, artritis, oogafwijkingen (uveitis), recidiverende aften en/of peri-anale afwijkingen (fissuur, abces, fistel) of ongewild gewichtsverlies, afvlakken van de groeicurve, vertraagde puberteit. (inflammatoire darmziekten)24 (zie NHG-Standaard Rectaal bloedverlies, CBO-richtlijn inflammatoire darmziekten bij kinderen)
Lichamelijk onderzoek
-
Observeer het gedrag van het kind, let op sufheid.
-
Inspecteer, ausculteer, percuteer en palpeer de buik, meet de temperatuur. Let daarbij op gelokaliseerde pijn in de rechter onder- of bovenbuik, liezen en testes, zwelling/abnormale weerstand, distensie abdomen, ileusperistaltiek, peritoneale prikkelingsverschijnselen en op de aanwezigheid van een grote palpabele fecale massa (scybala) bij vermoeden van obstipatie.
-
Let bij acute buikpijn op extra-intestinale afwijkingen (purpura of artritis) in verband met purpura van Henoch-Schönlein.
-
Let bij chronische buikpijn op extra-intestinale afwijkingen (erythema nodosum, uveïtis, artritis) en inspecteer de peri-anale regio (fissuur, littekens, abces, fistel).
-
Meet bij chronische buikpijn de lengte en het gewicht en bepaal de BMI (http://groeiweb.pgdata.nl/BMIcalculator/calculator.asp) zodat bij eventue-le vervolgcontacten een referentiewaarde aanwezig is.
-
Overweeg of er sprake kan zijn van oorzaken gelegen buiten de tractus digestivus zoals bovenste- of ondersteluchtweginfecties of een systemische aandoening en verricht zo nodig gericht lichamelijk onderzoek.
-
Overweeg een rectaal toucher bij twijfel over de diagnose obstipatie; de aanwezigheid van palpabele harde feces geeft informatie over de diagnose obstipatie, een lege ampul en palpatie van zachte feces in de ampul daarentegen niet (zie de NHG-Standaard Obstipatie).
-
Vaginaal onderzoek wordt alleen uitgevoerd bij seksueel actieve meisjes bij aanwijzingen voor zwangerschap (miskraam, EUG) of een PID.
Aanvullend onderzoek
-
Bij recent ontstane pijn (rechts onder) in de buik, gepaard met koorts en algemene malaise en bij lichamelijk onderzoek drukpijn rechts onder in de buik wordt appendicitis acuta overwogen.25 Urineonderzoek wordt aanbevolen om een urineweginfectie uit te sluiten. De waarde van laboratoriumonderzoek (CRP en leukocyten) in de eerste lijn bij het vermoeden van appendicitis is onduidelijk en wordt daarom niet aanbevolen.26
-
Bij buikpijn en diarree langer dan tien dagen kan men overwegen fecesonderzoek te doen naar parasieten (zie verder de NHG-Standaard Acute diarree).
-
Bij chronische buikpijn in combinatie met coeliakie bij een eerste- of tweedegraadsfamilielid:
-
zonder klinische aanwijzingen voor coeliakie (diarree, afbuigende groeicurve, anemie): verricht coeliakieserologie (zie de NHG-Standaard Voedselovergevoeligheid);
-
met één of meer klinische aanwijzingen voor coeliakie heeft verwijzing naar de kinderarts-MDL de voorkeur, omdat een negatieve uitslag coeliakie onvoldoende uitsluit. Dit geldt ook bij een bekende IgA-deficiëntie omdat de testuitslag in dat geval altijd negatief is.
-
-
Bij aanhoudend vermoeden van inflammatoire darmziekte (IBD) kan men een BSE, leukocyten en Hb laten bepalen. Normale uitslagen maken functionele buikpijn waarschijnlijker. Een normaal BSE sluit IBD echter niet uit (zie de CBO-Richtlijn IBD bij kinderen). Het bepalen van fecaal calprotectine als aanvullende test bij de diagnostiek naar IBD wordt niet aanbevolen.24
-
Bij twijfel over de aanwezigheid van zwangerschap: verricht een zwangerschapstest.
Evaluatie
-
Acute buikAcute buikAcute buik: buikpijn met peritoneale prikkelingsverschijnselen of ileusperistaltiek. Verwijs kinderen met een acute buik zo spoedig mogelijk naar de (kinder)chirurg.
-
Acute buikpijn: buikpijn korter dan een week bestaand zonder verschijnselen van acute buik. Maak onderscheid tussen:
-
een somatische oorzaak van de buikpijn bij aanwijzingen daarvoor in de anamnese, bij lichamelijk onderzoek of bij aanvullend onderzoek (kader 2);
-
obstipatie bij aanwezigheid van ten minste 2 van de volgende symptomen (zie de NHG-Standaard Obstipatie):
-
defecatiefrequentie ≤ 2 maal per week;
-
ophouden van de ontlasting;
-
een pijnlijke, harde of keutelige defecatie;
-
een grote hoeveelheid feces in de luier of het toilet;
-
een grote fecale massa palpabel in abdomen of rectum;
-
fecale incontinentie ≥ 1 episode per week (indien het kind zindelijk is);
-
-
(vermoeden van) functionele buikpijn bij afwezigheid van aanwijzingen voor een somatische oorzaak in de anamnese en bij lichamelijk en eventueel aanvullende onderzoek.
-
-
Niet-acute buikpijn: buikpijn langer dan een week bestaand. Onderscheid:
-
een somatische oorzaak van de buikpijn:
-
bij aanwezigheid van alarmsymptomen of aanwijzing voor een soma-tische oorzaak in de anamnese of bij lichamelijk of aanvullend onderzoek (kader 2);
-
een vermoeden van coeliakie: zie de NHG-Standaard Voedselovergevoeligheid;
-
een vermoeden van IBD: extra-intestinale afwijkingen, afwijkingen in de peri-anale regio en een afwijkende BSE, Hb en leukocytengetal kunnen wijzen op IBD. De incidentie van IBD bij kinderen is zeer laag;
-
-
obstipatie
-
functionele buikpijnfunctionele buikpijn bij afwezigheid van aanwijzingen voor een somatische oorzaak in de anamnese en bij lichamelijk en eventueel aanvullende onderzoek (geen alarmsymptomen, geen andere aanwijzingen voor somatische oorzaak, geen obstipatie, geen coeliakie in de familie en negatieve coeliakieserologie bij coeliakie in de familie).
-
Veelvoorkomend | Weinig voorkomend | |
---|---|---|
Kinderen van 4-16 jaar | appendicitisgastro-enteritisurineweginfectie | buiktraumapurpura van Henoch-Schönleinfamiliaire mediterrane koortslymfadenitis mesenterica sikkelcelanemieontregelde diabetes mellitusmesenteriale adhesiesMeckel’s divertikelurachuscysteziekte van Addison |
Kinderen van 4-5 jaar | infectie elders (zoals pneumonie of OMA)parasieten* | beklemde liesbreukinvaginatievolvulus |
Kinderen van 12-16 jaar | galstenenulcus pepticum | |
Jongens | torsio testis | |
Meisjes | dysmenorroe | dreigende miskraamextra-uteriene graviditeitPIDtorsio ovarii |
Richtlijnen beleid
Behandeling van functionele buikpijn
Niet-medicamenteuze behandeling
Communicatie
-
met het kind en de ouders een relatie heeft die gebaseerd is op vertrouwen; luisteren, bevestigen en een duidelijke uitleg zijn daarbij belangrijke factoren;
-
begrip toont voor de klachten en uitgaat van de beleving van de patiënt en zijn ouders;
-
het kind en de ouders (of verzorgers) actief betrekt bij het eigen herstel en het uit te zetten beleid;
-
informeert naar wat het kind en de ouders weten over de buikpijn, waar ze zich zorgen over maken en wat ze verwachten van het genezingsproces;
-
bij de uitleg over diagnostiek, behandeling en prognose aansluit bij de ideeën die het kind en de ouders hebben over de buikklachten;
-
praat met het kind en de ouders; betrek het kind als gelijke in het gesprek; bij voldoende vertrouwen is een gesprek met het kind en de ouders afzonderlijk te overwegen omdat het kind soms emoties en gebeurtenissen alleen kwijt kan bij afwezigheid van de ouders. Een gesprek met het kind of de ouders alleen geeft de mogelijkheid om bijvoorbeeld huiselijk geweld, seksueel misbruik en alcohol- of drugsgebruik te bespreken. Ook ouders dragen soms informatie aan die ze moeilijk kunnen bespreken in aanwezigheid van het kind. Benadruk de vertrouwelijkheid van de gesprekken.
Voorlichting
-
Geef uitleg over het ontstaan van de klachten; sluit hierbij aan bij de ideeën van de patiënt en/of zijn ouders.
-
Maak duidelijk dat de darmen overgevoelig kunnen reageren op allerlei prikkels: voedsel, hormonale veranderingen, medicijnen, stressfactoren.
-
Gedachten en gevoelens kunnen invloed hebben op buik en darmen. Zoals sommige kinderen diarree krijgen als hun iets spannends te wachten staat, kan ook buikpijn ontstaan door spanning en stress. Ook omgekeerd kan buikpijn invloed hebben op het ontstaan van angst en andere emoties. Behandeling is dan ook niet alleen op de buikpijn gericht maar ook op situaties en achtergronden die spanning opleveren.
-
Vertel dat functionele buikpijn vaak voorkomt bij kinderen maar dat het geen voorbode is voor een gevaarlijke of levensbedreigende aandoening.
-
In aansluiting op de gegeven mondelinge voorlichting, kan de huisarts de patiënt verwijzen naar de informatie over buikpijn bij kinderen op de website www.thuisarts.nl of de betreffende NHG-Patiëntenbrief meegeven (via het HIS of de NHG-ConsultWijzer). Deze patiënteninformatie is gebaseerd op de NHG-Standaard.
Specifieke behandeladviezen bij functionele buikpijn
-
Formuleer reële behandeldoelen, zoals afname van de buikpijn en verbetering van de kwaliteit van het dagelijks leven. Tot doel stellen dat de pijn helemaal weggaat, is niet verstandig. Het kan leiden tot een verminderd vertrouwen als de pijn weer terugkeert.
-
Bevorder de terugkeer naar normale activiteiten. Moedig normaal schoolbezoek aan. Leg daarbij uit dat schoolbezoek geen oorzaak is van de buikklachten maar juist onderdeel kan vormen van de oplossing van het probleem.
-
Stimuleer de ouders enige afstand te nemen van de buikklachten, bijvoorbeeld door de ouders te adviseren niet voortdurend te vragen of het kind buikpijn heeft. De aandacht voor de buikklachten moet verminderen en daarvoor in de plaats moet een communicatie komen die gericht is op dingen die goed gaan en leuk zijn.35
-
Kies in tweede instantie, bij onvoldoende verbetering of bij recidiverende klachten, voor registratie van symptomen/klachten door kind en/of ouders bijvoorbeeld in de vorm van een dagboek. Buikpijn kan uitgelokt worden door bepaalde omstandigheden. Soms zijn dat omstandigheden die men niet direct in verband brengt met buikpijn. Een dagboek kan de invloed van bijvoorbeeld voedingsfactoren en stressfactoren inzichtelijk maken. Laat gedurende enkele weken noteren wanneer de buikklachten optreden (tijd, plaats) wat de ernst is van de klachten en wat de mogelijk beïnvloedende factoren of omstandigheden waren waarbij de buikpijn optrad. Kies voor het invullen een vast moment, bijvoorbeeld ’s avonds.
Niet-medicamenteuze adviezen
Medicamenteuze behandeling
Controle
-
Spreek in principe een eenmalige controleafspraak af bij functionele buikpijn, bijvoorbeeld na twee weken. Het kind en de ouders voelen zich daardoor gehoord. Tevens biedt dit de mogelijkheid om het doel van de behandeling opnieuw te bespreken (niet gericht op de buikpijn, maar op omgaan met de buikpijn) en vragen te beantwoorden.
-
Adviseer daarnaast het kind en/of de ouders terug te komen bij:
-
verandering van karakter of ernst van de buikpijn;
-
veel invloed van de klachten op de ADL bezigheden.
-
Verwijzing
-
acute buik naar de (kinder)chirurg;
-
afwijkende coeliakieserologie of symp-tomen passend bij coeliakie in combinatie met coeliakie bij een eerste- of tweedegraadsfamilielid naar de kinderarts-MDL;
-
onverklaard rectaal bloedverlies (verdenking IBD of invaginatie) naar de kinderarts-MDL respectievelijk naar de (kinder)chirurg;
-
ongewild en onverklaard gewichtsverlies of afvlakken van de groeicurve, extra-intestinale symptomen (verdenking Henoch-Schönlein of IBD) naar de kinderarts respectievelijk kinderarts-MDL;
-
overleg bij ernstige aanhoudende functionele buikpijn met de kinderarts over aanvullende diagnostiek en eventuele verwijzing. Bespreek daarbij de mogelijkheid van behandeling door een psycholoog met expertise op het gebied van cognitieve gedragstherapie of hypnotherapie bij kinderen.38 Het bewijs voor de effectiviteit daarvan is echter beperkt.
Totstandkoming
Literatuur
- 1.Bij verwijzingen naar NHG-producten: zie www.nhg.org.
- 2.Alfven G. One hundred cases of recurrent abdominal pain in children: diagnostic procedures and criteria for a psychosomatic diagnosis. Acta Paediatr 2003;92:43-9.
- 3.Ali SA, Hill DR. Giardia intestinalis. Curr Opin Infect Dis 2003;16:453-60.
- 4.Anderson M, Collins E. Analgesia for children with acute abdominal pain and diagnostic accuracy. Arch Dis Child 2008;93:995-7.
- 5.Anonymus. Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van acute appendicitis (2010). http://www.nvgic.nl/richtlijnen/richtlijn%20appendicitis.pdf, geraadpleegd mei 2012.
- 6.Apley J, Naish N. Recurrent abdominal pains: a field survey of 1.000 school children. Arch Dis Child 1958;33:165-70.
- 7.Banik GR, Barratt JL, Marriott D, Harkness J, Ellis JT, Stark D. A case-controlled study of Dientamoeba fragilis infections in children. Parasitology 2011;1-5.
- 8.Barratt JL, Harkness J, Marriott D, Ellis JT, Stark D. The ambiguous life of Dient-amoeba fragilis: the need to investigate current hypotheses on transmission. Parasitology 2011;138:557-72.
- 9.Benchimol EI, Guttmann A, Griffiths AM, Rabeneck L, Mack DR, Brill H, et al. Increasing incidence of paediatric inflammatory bowel disease in Ontario, Canada: evidence from health administrative data. Gut 2009;58:1490-7.
- 10.Berger MY, Gieteling MJ, Benninga MA. Chronic abdominal pain in children. BMJ 2007;334:997-1002.
- 11.Berger MY, Tabbers MM, Kurver MJ, Boluyt N, Benninga MA. Value of abdominal radiography, colonic transit time, and rectal ultrasound scanning in the diagnosis of idiopathic constipation in children: a systematic review. J Pediatr 2012 [Epub ahead of print].
- 12.Bosman DK, Benninga MA, Van de Berg P, Kooijman GC, Van Gool T. Dient-amoeba fragilis: een mogelijk belangrijke oorzaak van persisterende buikpijn bij kinderen. Ned Tijdschr Geneeskd 2004;148:575-9.
- 13.Brent M, Lobato D, LeLeiko N. Psychological treatments for pediatric function-al gastrointestinal disorders. J Pediatr Gastroenterol Nutr 2009;48:13-21.
- 14.Broker LE, Hurenkamp GJ, Ter Riet G, Schellevis FG, Grundmeijer HG, Van Weert HC. Upper gastrointestinal symptoms, psychosocial co-morbidity and health care seeking in general practice: population based case control study. BMC Fam Pract 2009;10:63.
- 15.Bundy DG, Byerley JS, Liles EA, Perrin EM, Katznelson J, Rice HE. Does this child have appendicitis? JAMA 2007;298:438-51.
- 16.Bury RG. A study of 111 children with recurrent abdominal pain. Aust Paediatr J 1987;23:117-9.
- 17.Chitkara DK, Rawat DJ, Talley NJ. The epidemiology of childhood recurrent abdominal pain in Western countries: a systematic review. Am J Gastroenterol 2005;100:1868-75.
- 18.Chitkara DK, Van Tilburg MA, Blois-Martin N, Whitehead WE. Early life risk factors that contribute to irritable bowel syndrome in adults: a systematic review. Am J Gastroenterol 2008;103:765-74.
- 19.Coyle CM, Varughese J, Weiss LM, Tanowitz HB. Blastocystis: to treat or not to treat. Clin Infect Dis 2012;54:105-10.
- 20.Creed F, Guthrie E, Fink P, Henningsen P, Rief W, Sharpe M, et al. Is there a better term than “medically unexplained symptoms”? J Psychosom Res 2010;68:5-8.
- 21.De Vries H, Van Alphen MK, De Beer SA, De Jong D. Acute buikpijn. Huisarts Wet 2003;46:569-73.
- 22.De Wit MA, Koopmans MP, Kortbeek LM, Wannet WJ, Vinje J, Van Leusden F, et al. Sensor, a population-based cohort study on gastroenteritis in the Netherlands: incidence and etiology. Am J Epidemiol 2001;154:666-74.
- 23.Dedeoglu F, Kim S, Sundel R. Clinical manifestations and diagnosis of Henoch-Schönlein purpura (2011). http://www.uptodate.com/contents/clinical-manifestations-and-diagnosis-of-henoch-schonlein-purpura.
- 24.Di Lorenzo C, Colletti RB, Lehmann HP, Boyle JT, Gerson WT, Hyams JS, et al. Chronic abdominal pain in children: a clinical report of the American Academy of Pediatrics and the North American Society for Pediatric Gastroenterology, Hepatology and Nutrition. J Pediatr Gastroenterol Nutr 2005a;40:245-8.
- 25.Di Lorenzo C, Colletti RB, Lehmann HP, Boyle JT, Gerson WT, Hyams JS, et al. Chronic abdominal pain in children: a technical report of the American Academy of Pediatrics and the North American Society for Pediatric Gastroenterology, Hepatology and Nutrition. J Pediatr Gastroenterol Nutr 2005b;40:249-61.
- 26.Drossman DA. The functional gastrointestinal disorders and the Rome III process. Gastroenterology 2006;130:1377-90.
- 27.Drossman DA. Abuse, trauma, and GI illness: is there a link? Am J Gastroenterol 2011;106:14-25.
- 28.El-Metwally A, Halder S, Thompson D, Macfarlane GJ, Jones GT. Predictors of abdominal pain in schoolchildren: a 4-year population-based prospective study. Arch Dis Child 2007;92:1094-8.
- 29.Fasano A, Berti I, Gerarduzzi T, Not T, Colletti RB, Drago S, et al. Prevalence of celiac disease in at-risk and not-at-risk groups in the United States: a large multicenter study. Arch Intern Med 2003;163:286-92.
- 30.Festen C. ‘Acute buik’ bij kinderen. Ned Tijdschr Geneeskd 1999;143:182-5.
- 31.Gieteling MJ, Bierma-Zeinstra SM, Passchier J, Berger MY. Prognosis of chron-ic or recurrent abdominal pain in children. J Pediatr Gastroenterol Nutr 2008;47:316-26.
- 32.Gieteling MJ, Bierma-Zeinstra SM, Lisman-Van Leeuwen Y, Passchier J, Berger MY. Prognostic factors for persistence of chronic abdominal pain in children. J Pediatr Gastroenterol Nutr 2011a;52:154-61.
- 33.Gieteling MJ, Lisman- Van Leeuwen Y, Van der Wouden JC, Schellevis FG, Berger MY. Childhood nonspecific abdominal pain in family practice: incidence, associated factors, and management. Ann Fam Med 2011b;9:337-43.
- 34.Gieteling MJ, Lisman- Van Leeuwen Y, Van der Wouden JC, Schellevis FG, Berger MY. Childhood nonspecific abdominal pain in family practice: incidence, associated factors, and management. Ann Fam Med 2011c;9:337-43.
- 35.Gijsbers CF, Benninga M, Buller H. Clinical and laboratory findings in 220 children with recurrent abdominal pain. Acta Paediatr 2011;100:1028-32.
- 36.Gismera CS, Aladren BS. Inflammatory bowel diseases: a disease (s) of modern times? Is incidence still increasing? World J Gastroenterol 2008;14:5491-8.
- 37.Goris RJA. Acute buikpijn. In: Thijs LG, Delooz HH, Goris RJA, redactie. Acute geneeskunde. Maarssen: Elsevier/Bunge, 1999.
- 38.Grundy D, Al-Chaer ED, Aziz Q, Collins SM, Ke M, Tache Y, et al. Fundamentals of neurogastroenterology: basic science. Gastroenterology 2006;130:1391-411.
- 39.Helgeland H, Sandvik L, Mathiesen KS, Kristensen H. Childhood predictors of recurrent abdominal pain in adolescence: A 13-year population-based prospective study. J Psychosom Res 2010;68:359-67.
- 40.Heyland K, Friedt M, Buehr P, Braegger CP. No advantage for antibiotic treatment over placebo in Blastocystis hominis-positive children with recurrent abdominal pain. J Pediatr Gastroenterol Nutr 2012;54:677-9.
- 41.Horman A, Korpela H, Sutinen J, Wedel H, Hanninen ML. Meta-analysis in assessment of the prevalence and annual incidence of Giardia spp. and Cryptosporidium spp. infections in humans in the Nordic countries. Int J Parasitol 2004;34:1337-46.
- 42.Huertas-Ceballos A, Logan S, Bennett C, Macarthur C. Pharmacological interventions for recurrent abdominal pain (RAP) and irritable bowel syn-drome (IBS) in childhood. Cochrane Database Syst Rev 2008;CD003017.
- 43.Huertas-Ceballos AA, Logan S, Bennett C, Macarthur C. Dietary interventions for recurrent abdominal pain (RAP) and irritable bowel syndrome (IBS) in childhood. Cochrane Database Syst Rev 2009;CD003019.
- 44.Hyams JS, Hyman PE. Recurrent abdominal pain and the biopsychosocial model of medical practice. J Pediatr 1998;133:473-8.
- 45.Hyams JS. Irritable bowel syndrome, functional dyspepsia, and functional abdominal pain syndrome. Adolesc Med Clin 2004;15:1-15.
- 46.Kellow JE, Azpiroz F, Delvaux M, Gebhart GF, Mertz HR, Quigley EM, et al. Applied principles of neurogastroenterology: physiology/motility sensation. Gastroenterology 2006;130:1412-20.
- 47.Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO. Diagnostiek en behandeling van inflammatoire darmziekten bij kinderen. Alphen a/d Rijn: Van Zuiden Communications, 2008.
- 48.Kyaw MH, Mayberry JF. Fructose malabsorption: true condition or a variance from normality. J Clin Gastroenterol 2011;45:16-21.
- 49.Leung AK, Sigalet DL. Acute abdominal pain in children. Am Fam Physician 2003;67:2321-6.
- 50.Levy RL, Olden KW, Naliboff BD, Bradley LA, Francisconi C, Drossman DA, et al. Psychosocial aspects of the functional gastrointestinal disorders. Gastroenterology 2006;130:1447-58.
- 51.Logan R. Faecal calprotectin for the diagnosis of inflammatory bowel disease. BMJ 2010;341:c3636.
- 52.Manterola C, Vial M, Moraga J, Astudillo P. Analgesia in patients with acute abdominal pain. Cochrane Database Syst Rev 2011;CD005660.
- 53.Miller V, Whorwell PJ. Hypnotherapy for functional gastrointestinal disorders: a review. Int J Clin Exp Hypn 2009;57:279-92.
- 54.Nelson DS, Bateman B, Bolte RG. Appendiceal perforation in children diagnosed in a pediatric emergency department. Pediatr Emerg Care 2000;16:233-7.
- 55.Nuri B, Eekhof JAH. Familiaire mediterrane koorts in de huisartsenpraktijk. Huisarts Wet 2007;11:564-6.
- 56.Pace F, Zuin G, Di Giacomo S, Molteni P, Casini V, Fontana M, et al. Family history of irritable bowel syndrome is the major determinant of persistent abdominal complaints in young adults with a history of pediatric recurrent abdominal pain. World J Gastroenterol 2006;12:3874-7.
- 57.Ramchandani PG, Hotopf M, Sandhu B, Stein A. The epidemiology of recurrent abdominal pain from 2 to 6 years of age: results of a large, population-based study. Pediatrics 2005;116:46-50.
- 58.Ramchandani PG, Stein A, Hotopf M, Wiles NJ. Early parental and child predictors of recurrent abdominal pain at school age: results of a large population-based study. J Am Acad Child Adolesc Psychiatry 2006;45:729-36.
- 59.Rasquin A, Di Lorenzo C, Forbes D, Guiraldes E, Hyams JS, Staiano A, et al. Childhood functional gastrointestinal disorders: child/adolescent. Gastroenterology 2006;130:1527-37.
- 60.Rimsza ME, Berg RA, Locke C. Sexual abuse: somatic and emotional reactions. Child Abuse Negl 1988;12:201-8.
- 61.Ruepert L, Quartero AO, De Wit NJ, Van der Heijden GJ, Rubin G, Muris JW. Bulking agents, antispasmodics and antidepressants for the treatment of irritable bowel syndrome. Cochrane Database Syst Rev 2011;CD003460.
- 62.Saps M, Youssef NN, Miranda A, Nurko S, Cocjin JT, Di Lorenzo C. Evaluation of the efficacy of amitryptiline in children with abdominal pain of nonorganic origin. Am J Gastroenterol. 2008; 103, s457.
- 63.Saps M, Di Lorenzo C. Pharmacotherapy for functional gastrointestinal disorders in children. J Pediatr Gastroenterol Nutr 2009;48 Suppl 2:S101-S103.
- 64.Soon GS, Saunders N, Ipp M, Sherman PM, Macarthur C. Community-based case-control study of childhood chronic abdominal pain: role of selected laboratory investigations. J Pediatr Gastroenterol Nutr 2007;44:524-6.
- 65.Spee LA, Madderom MB, Pijpers M, Van Leeuwen Y, Berger MY. Association between helicobacter pylori and gastrointestinal symptoms in children. Pediatrics 2010a;125:e651-e669.
- 66.Spee LA, Van den Hurk AP, Van Leeuwen Y, Benninga MA, Bierma-Zeinstra SM, Passchier J, et al. Childhood abdominal pain in primary care: design and patient selection of the HONEUR abdominal pain cohort. BMC Fam Pract 2010b;11:27.
- 67.Stark DJ, Beebe N, Marriott D, Ellis JT, Harkness J. Dientamoebiasis: clinical importance and recent advances. Trends Parasitol 2006;22:92-6.
- 68.Stark D, Barratt J, Roberts T, Marriott D, Harkness J, Ellis J. A review of the
clinical presentation of dientamoebiasis. Am J Trop Med Hyg 2010;82:614-9. - 69.Steens RF, Csizmadia CG, George EK, Ninaber MK, Hira Sing RA, Mearin ML. A national prospective study on childhood celiac disease in the Netherlands 1993-2000: an increasing recognition and a changing clinical picture. J Pediatr 2005;147:239-43.
- 70.Stordal K, Nygaard EA, Bentsen B. Organic abnormalities in recurrent abdominal pain in children. Acta Paediatr 2001;90:638-42.
- 71.Tan EC, Rieu PN, Severijnen RS. Appendicitis acuta bij kinderen: ernstige complicaties bij vertraging in de behandeling. Ned Tijdschr Geneeskd 2002;146:1473-7.
- 72.Van Rheenen PF, Van de Vijver E, Fidler V. Faecal calprotectin for screening of patients with suspected inflammatory bowel disease: diagnostic meta-analysis. BMJ 2010;341:c3369.
- 73.Van Tilburg MA, Runyan DK, Zolotor AJ, Graham JC, Dubowitz H, Litrownik AJ, et al. Unexplained gastrointestinal symptoms after abuse in a prospective study of children at risk for abuse and neglect. Ann Fam Med 2010;8:134-40.
- 74.Van Weel C. Analyse van gemiste appendicitis acuta: vooralsnog geen basis voor een beter beleid. Ned Tijdschr Geneeskd 2002;146:1477-9.
- 75.Vlieger AM, Menko-Frankenhuis C, Wolfkamp SC, Tromp E, Benninga MA. Hypnotherapy for children with functional abdominal pain or irritable bowel syndrome: a randomized controlled trial. Gastroenterology 2007;133:1430-6.
- 76.Vlieger AM, Blink M, Tromp E, Benninga MA. Use of complementary and alternative medicine by pediatric patients with functional and organic gastrointestinal diseases: results from a multicenter survey. Pediatrics 2008;122:e446-e451.
- 77.Von Baeyer CL. Understanding and managing children’s recurrent pain in primary care: A biopsychosocial perspective. Paediatr Child Health 2007;12:121-5.
- 78.Walker LS, Williams SE, Smith CA, Garber J, Van Slyke DA, Lipani TA. Parent attention versus distraction: impact on symptom complaints by children with and without chronic functional abdominal pain. Pain 2006;122:43-52.
- 79.Walker LS, Dengler-Crish CM, Rippel S, Bruehl S. Functional abdominal pain in childhood and adolescence increases risk for chronic pain in adulthood. Pain 2010;150:568-72.
- 80.Weydert JA, Ball TM, Davis MF. Systematic review of treatments for recurrent abdominal pain. Pediatrics 2003;111:e1-11.
- 81.Wilt TJ, Shaukat A, Shamliyan T, Taylor BC, MacDonald R, Tacklind J, et al. Lactose intolerance and health. Evid Rep Technol Assess (Full Rep ) 2010;1-410.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.