Doelgroep Kinderartsen, jeugdartsen, psychologen, huisartsen, verpleegkundig specialisten en psychiaters.
Inhoud Het boek is geschreven door 41 praktiserende professionals. Foto’s, illustraties, overzichtstabellen en casuïstiek maken het visueel aantrekkelijk. Het eerste deel van het boek gaat over obstipatie en fecesincontinentie. Verschillende auteurs beschrijven de geschiedenis van zindelijkheidstraining, fysiologie, definities, aanvullend onderzoek, medicamenteuze behandeling en de multidisciplinaire (tweedelijns) behandeling van obstipatie en fecesincontinentie. Het tweede onderdeel betreft urine-incontinentie waarbij ook hier de fysiologie, aanvullend onderzoek, urotherapie en medicamenteuze behandeling aandacht krijgen. Het derde deel gaat over bedplassen. Opvallend is dat het gehele boek ondersteund wordt door de richtlijnen Urine-incontinentie bij kinderen (NVU) en Urineweginfecties bij kinderen (NVK). Maar bij bedplassen is de LESA Enuresis Nocturna niet geraadpleegd. De plaswekker en desmopressine behandeling zijn gelijkwaardige alternatieven, terwijl de LESA de methode uit het boekje Bedplassen, daar wil je van af als eerste aanbeveelt. Deze methode wordt in dit boek wel besproken, maar pas bij de beschrijving van de behandeling in het derdelijnsdroogbedcentrum in Meppel.
Ten slotte zijn er hoofdstukken toegevoegd over de psychologische diagnostiek bij de behandeling van incontinentie, kinderpsychiatrische stoornissen die de behandeling beïnvloeden, seksueel misbruik en incontinentie bij kinderen met een verstandelijke beperking. Oordeel Het boek geeft een aardige achtergrond over de mogelijkheden van aanvullende diagnostiek, maar is niet specifiek voor huisartsen geschreven en sluit ook niet altijd aan bij de richtlijnen voor huisartsen. De casuïstiek gaat met name over de witte raven die huisartsen niet vaak zullen tegenkomen. Het uitgangspunt is steeds vanuit de verwijzing van de huisarts en daarom een prima boek voor de kinderarts zelf. De behandelvoorkeuren staan in de lopende tekst en zijn niet makkelijk terug te vinden. Daardoor is het boek minder geschikt om snel iets in op te zoeken tijdens het spreekuur. De informatie is interessant voor huisartsen die meer specifieke kennis zoeken over incontinentie vanuit andere (para)medische disciplines.
Kristel van Asselt