1. Juist / 2. Juist / 3. Juist
Endometritis presenteert zich meestal rond de derde of vierde dag postpartum. De klachten zijn stinkende afscheiding en koorts, buikpijn is geen obligaat symptoom. Bij stinkende afscheiding zonder koorts kan een afwachtend beleid worden gevoerd. Als de vrouw niet ernstig ziek is, behandelt de huisarts endometritis thuis met amoxicilline 3 dd 500 mg in combinatie met metronidazol 3 dd 500 mg gedurende zeven dagen. Borstvoeding kan doorgaan bij deze medicatie. De huisarts controleert dagelijks het effect van de behandeling, vanwege een mogelijk foudroyant beloop bij de – overigens relatief geringe – kans dat de infectie wordt veroorzaakt door een bètahemolytische streptokok uit groep A (‘kraamvrouwenkoorts’). Bij klinische achteruitgang ondanks behandeling en bij uitblijven van verbetering na 48 uur verwijst de huisarts de patiënte naar de gynaecoloog.
Beentjes MM, Weersma RLS, Koch W, Offringa AK, Verduijn MM, Mensink PAJS, et al. NHG-Standaard Zwangerschap en kraamperiode (tweede herziening). www.nhg.org.
Bisfosfonaten hebben een remmend effect op de botresorptie door chemische adsorptie aan de hydroxyapatietkristallen in het bot. Calcium en vitamine D gecombineerd met bisfosfonaten zorgt voor een grotere reductie van het risico op wervelfracturen (40%), niet-wervelfracturen (20%) en heupfracturen (25 tot 50%) dan suppletie van calcium en vitamine D alleen.
Eerstekeusmiddelen bij patiënten met een hoog fractuurrisico zijn alendroninezuur en risedroninezuur, bij voorkeur in een wekelijkse dosering. Om beschadiging van de slokdarm te voorkomen worden hierbij de volgende instructies gegeven: de tabletten ’s ochtends nuchter innemen met een groot glas leidingwater; het lichaam rechtop houden en 30 minuten rechtop en nuchter blijven.
Elders PJM, Dinant GJ, Van Geel T, Maartens LWF, Merlijn T, Geijer RMM, et al. NHG Standaard Fractuurpreventie (tweede herziening). www.nhg.org.
Farmacotherapeutisch Kompas. www.fk.cvz.nl.
6. Onjuist / 7. Juist / 8. Juist
Wanneer op grond van klachten en verschijnselen het vermoeden van hartfalen ontstaat, wordt aanvullend een ECG gemaakt en BNP of NT-proBNP bepaald. Een volstrekt normaal ECG heeft een grote negatief voorspellende waarde en maakt de diagnose hartfalen onwaarschijnlijk. Een abnormaal ECG heeft een geringe positief voorspellende waarde voor de diagnose hartfalen. Een BNP- of NT-proBNP-waarde beneden het afkappunt maakt de diagnose hartfalen onwaarschijnlijk. Hoe hoger de waarde van het BNP of NTproBNP, hoe groter de kans dat er sprake is van hartfalen. De combinatie van een normaal ECG en een normaal (NT-pro)BNP maakt de diagnose hartfalen zeer onwaarschijnlijk. Bij een verhoogd (NT-pro)BNP is nader onderzoek geïndiceerd, in de vorm van aanvullend laboratoriumonderzoek, echocardiografie en eventueel een thoraxfoto. Een thoraxfoto met afwijkingen kan bijdragen aan het stellen van de diagnose hartfalen, maar een thoraxfoto zonder afwijkingen sluit hartfalen niet uit. Röntgenonderzoek is wel belangrijk om hartfalen te differentiëren van eventuele pulmonale oorzaken.
Hoes AW, Voors AA, Rutten FH, Van Lieshout J, Janssen PGH, Walma EP. NHG-Standaard Hartfalen (tweede herziening). www.nhg.org.
Bij spoelwormen (Ascariasis) maakt de huisarts een recept voor 100 mg mebendazol ’s morgens en ’s avonds gedurende drie opeenvolgende dagen. Deze dosering geldt zowel voor volwassenen als voor kinderen, alleen bij kinderen jonger dan 2 jaar wordt het gebruik afgeraden. Indien er na drie weken geen volledige genezing is, wordt de behandeling herhaald.
Eekhof JAH, Knuistingh Neven A, Opstelten W. Kleine kwalen bij kinderen. Tweede druk. Amsterdam: Elsevier gezondheidszorg, 2009.
Farmacotherapeutisch Kompas. www.fk.cvz.