Enige maanden terug reisde ik met het vliegtuig naar Ecuador. Het eerste deel van de vlucht had ik drie films weggekeken en de algehele malaise horend bij een lange reis begon op te komen. In Atlanta stapten we over op een kleiner vliegtuig. Ik hoopte de komende uren nog wat slaap te pakken. Na de gebruikelijke veiligheidsinstructies nestelde ik me diep in de vliegtuigstoel en trok het fleecedekentje over me heen. De lichten in het vliegtuig werden gedoofd en ik kon me overgeven aan de slaap. Ik begon net weg te soezen toen ik door de intercom verontrustende woorden hoorde: ‘Is there a doctor on board? Is there a doctor on board? Please come to the first class!’ Het duurde even voordat de boodschap tot me doordrong. Aangezien ik slaperig was, wachtte ik af of er toevallig een collega aan boord was. Maar helaas, iedereen bleef aan zijn stoel gekluisterd. Nog enigszins versuft liep ik de gang tussen de stoelen door. Onderwijl gingen er allerlei beelden door mijn hoofd. Wat zou ik aantreffen? Een obese zakenman met een hartinfarct? Een hyperventilerende rijke dame? De adrenaline begon al door mijn lijf te stromen. In mijn hoofd ging ik vast mijn rijtjes af; ABCDE, ABCDE, hoe ging het ook alweer? Ik opende het gordijn dat de eerste klas van de rest van het vliegtuig scheidde. Het voelde als het begin van een theatershow: alle gezichten draaiden mijn kant op. Eindelijk, de dokter! Daar stond ik dan, in mijn afritsbroek.
Helemaal vooraan zat een oude grijze dame, ze had duidelijk moeite met ademhalen. De adequate stewardess stond al klaar met een zuurstoffles en keek mij vragend aan. Dat leek me een goed idee, dus ik knikte instemmend. De stewardess was nog aan het rommelen met het zuurstofmasker. Dat gaf mij de tijd om snel wat vragen aan de patiënte te stellen. In het Engels, want ze was Amerikaanse. Ook dat nog, straks word ik nog aangeklaagd, dacht ik. Veel informatie gaf ze me niet, ze had het echt te benauwd. Haar dochter daarentegen was duidelijk het type dat meer gaat praten van de zenuwen. De woordenstroom bevatte gelukkig nuttige medische informatie. Haar 93-jarige moeder had COPD en gebruikte haar medicijnen niet goed. Ze had wel een vernevelaar met medicatie in haar handbagage. De dochter haastte zich die te zoeken en ik wendde me weer tot mijn patiënte.
Een andere stewardess tikte intussen op mijn schouder. Ze had een dikke tas in haar hand met een groot rood kruis erop. Ik ritste de tas open in de hoop iets bruikbaars aan te treffen. Mijn mond viel open van verbazing toen ik de inhoud zag: een infuuszak, naalden, bloeddrukmeter, een ampullentas en nog veel meer. In het bovenste vak zag ik een defibrillator. Toen kreeg ik het zelf benauwd. Mijn gedachten gingen razendsnel. Wat als ze een hartstilstand krijgt? Ga ik haar überhaupt reanimeren? Zal ik vragen of ze dat nog wil? Maar: dit is niet echt de plek voor een gesprek over het levenseinde! En als ik toch begin, wanneer stop ik dan? Ik kan toch niet doorgaan tot in Ecuador? Moet ik het vliegtuig laten landen? Volgens mij hangen we nu boven Nicaragua, dan kunnen we beter doorvliegen! Siri, rustig blijven, denk aan je rijtjes, ABCDE, ABCDE!
En inderdaad, de rijtjes die ik altijd zo ijverig in mijn hoofd had gestampt boden me nu houvast. Ik griste de stethoscoop uit de tas en draaide me om naar mijn patiënte. Die zat intussen met de vernevelaar aan haar lippen. Snel ging ik aan de slag. Het probleem lag toch echt bij de B, maar daar werd aan gewerkt. De rest van het rijtje bracht geen verdere problemen aan het licht. De dame knapte langzaam op en zo nu en dan kneep ze glimlachend in mijn arm. Ze leek het wel gezellig te vinden, zo’n jonge dokter naast zich. De dochter vertelde dat haar moeder nog één keer haar zus in Ecuador wilde zien. Samen met haar andere zus, van 91, had ze besloten deze reis te maken. Achter het grijze kapsel van mijn patiënte doemde een ander grijs permanentje op. Even sloeg de schrik me om het hart; toch niet nog een!? Gelukkig keken twee stralende ogen me lachend aan. Deze oude dame verkeerde in blakende gezondheid. En anders heb ik altijd mijn rijtjes nog. ABCDE, de redding voor de patiënt én de dokter.
Siri Visser