H&W maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website en analytische cookies om inzicht te krijgen in de werking en effectiviteit van de website.
H&W maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website. We gebruiken analytische cookies om de website te verbeteren. Tevens gebruiken we cookies voor advertenties. U kunt hieronder aangeven welke cookies u toestaat. We gebruiken de volgende cookies:
Door in te loggen op HAweb krijgt u toegang tot de artikelen op HenW.org.
Beste abonnee, je hebt toegang tot HenW.org door in te loggen met je HAwebSSO-account. Onlangs heb je mail van ons ontvangen hoe je dit account kunt activeren. Hulp nodig bij het aanmaken van een nieuwe inlog? Heb je vragen? Neem dan contact op met onze supportteam via contactcentrum@nhg.org.
Obesitas (BMI ≥ 30 kg/m2) is wereldwijd een grote bedreiging voor de volksgezondheid en heeft een negatieve invloed op vrijwel alle orgaansystemen. Obesitas in de zwangerschap is een risicofactor voor een scala aan ongewenste peri- en postnatale uitkomsten, zoals (pre)eclampsie, zwangerschapsdiabetes, vroeggeboorte, macrosomie en perinatale mortaliteit. Om de gezondheid van moeder en kind te verbeteren, is gewichtsverlies geïndiceerd. Een van de meest effectieve methodes voor significant, blijvend gewichtsverlies is momenteel bariatrische chirurgie ofwel een maagverkleining.
Zweeds onderzoek van Roos et al. vergeleek de perinatale uitkomsten van zwangerschappen tussen moeders met en zonder bariatrische chirurgie in de voorgeschiedenis. Hiervoor gebruikten zij het Zweedse medische geboorteregister, waarin tussen 1992 en 2009 1.742.702 geboorten zijn geregistreerd. Voor iedere moeder met een geschiedenis van bariatrische chirurgie werden vijf controle-moeders gematcht op basis van leeftijd, pariteit, opleidingsniveau en het jaar van de geboorte van het kind. De voorgeschiedenis met of zonder bariatrische chirurgie werd vastgesteld aan de hand van het nationale patiëntenregister van 1980 tot 2009.
Hieruit blijkt vroeggeboorte vaker voor te komen bij moeders die een maagverkleining hebben ondergaan (9,7% versus 6,1%; OR 1,7; p < 0,001). Ook werd bij deze groep vaker een te laag geboortegewicht voor de zwangerschapsduur (small for gestational age) gevonden ten opzichte van de controlegroep (5,2% versus 3%; OR 2,0; p < 0,001). Omdat vrouwen na bariatrische chirurgie een verhoogde kans op vroeggeboorte of een small for gestational age-kind hebben, moeten zij als risicogroep worden beschouwd. Gezien de gestage toename van bariatrische chirurgie is het ook voor Nederlandse huisartsen van belang een zwangerschap bij vrouwen die zo’n ingreep hebben gehad als risicozwangerschap te beschouwen en hiernaar te handelen.