H&W maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website en analytische cookies om inzicht te krijgen in de werking en effectiviteit van de website.
H&W maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website. We gebruiken analytische cookies om de website te verbeteren. Tevens gebruiken we cookies voor advertenties. U kunt hieronder aangeven welke cookies u toestaat. We gebruiken de volgende cookies:
Door in te loggen op HAweb krijgt u toegang tot de artikelen op HenW.org.
Beste abonnee, je hebt toegang tot HenW.org door in te loggen met je HAwebSSO-account. Onlangs heb je mail van ons ontvangen hoe je dit account kunt activeren. Hulp nodig bij het aanmaken van een nieuwe inlog? Heb je vragen? Neem dan contact op met onze supportteam via contactcentrum@nhg.org.
Kortademigheid komt frequent voor bij ouderen. Regelmatig is de onderliggende oorzaak niet duidelijk. Meer kennis hierover zou in de praktijk zeer welkom zijn. Yvonne van Mourik et al. deden hier (onder andere) onderzoek naar. Hun conclusie: kortademigheid wordt in 60% van de gevallen veroorzaakt door long- en cardiale aandoeningen, waarbij longaandoeningen twee maal zo vaak de oorzaak zijn.
Om te achterhalen wat de prevalentie is van dyspnoe bij ouderen (> 65 jaar) en wat de onderliggende oorzaken hiervan zijn, werd gekozen voor systematisch literatuuronderzoek. Dit leverde een teleurstellend aantal ‘hits’ op. Slechts 20 artikelen beschreven de prevalentie in de algemene populatie en slechts één onderzocht de oorzaken. Bovenstaande conclusies zijn dus gebaseerd op één onderzoek onder 129 personen uit 4 Deense praktijken. Gezien de variatie in vóórkomen tussen de andere onderzoeken, is de bruikbaarheid in de Nederlandse praktijk beperkt. Pulmonale oorzaken, met name COPD, kwamen met 40% het meest voor. Cardiale oorzaken, waaronder hartfalen, stonden met 20% op de tweede plaats, gevolgd door een combinatie van die twee (10%). Bij 12% werd geen oorzaak gevonden en bij 16% een andere oorzaak (obesitas). Opvallend was dat schildklierproblemen en vooral anemie ontbraken.
De auteurs pleiten voor meer onderzoek, omdat zij vermoeden dat behandelbare oorzaken mogelijk onvoldoende ontdekt blijven. Terecht, maar niet alleen daarom: vooral bij kwetsbare ouderen is het een lastige afweging of verwijzing voor onderzoek naar onderliggende oorzaken zinvol is. Ook is het belangrijk om de prognose goed te kunnen inschatten en te weten welke verwachtingen de patiënt mag hebben. Juist in de eerste lijn is deze diagnostische kennis nodig voor complexe afwegingen, en het vrijwel ontbreken van wetenschappelijk bewijs op dit terrein is een ernstig hiaat.