Samenvatting
Belangrijkste wijzigingen
-
De standaard is uitgebreid met specifieke aanbevelingen voor jongeren met problematisch alcoholgebruik en het beleid bij een acute alcoholintoxicatie.
-
De aanbeveling om de Five shot-vragenlijst te gebruiken om een indruk te krijgen over de mate van alcoholgebruik is komen te vervallen, omdat deze geen meerwaarde heeft boven een gerichte anamnese naar het gebruik van alcohol.
-
De standaard geeft nu ook aanbevelingen over e-mental health.
-
De termen alcoholmisbruik en -afhankelijkheid zijn komen te vervallen en vervangen door de term stoornissen in het gebruik van alcohol.
Kernboodschappen
-
Problemen met alcohol manifesteren zich in de dagelijkse praktijk vooral door indirecte signalen.
-
Vraag naar het gebruik van alcohol bij elke patiënt met niet direct te verklaren klachten.
-
Behandeling is effectiever naarmate de problematiek in een eerder stadium wordt herkend.
-
De huisarts kan in het algemeen patiënten met problematisch alcoholgebruik zelf behandelen.
-
Kortdurende interventies door de huisarts en praktijkondersteuner zijn effectief in het verminderen van alcoholgebruik.
-
Bij de medicamenteuze behandeling van onthoudingsverschijnselen is, naast chloordiazepoxide, lorazepam als middel van eerste keuze toegevoegd.
Inbreng van de patiënt
Afweging door de huisarts
Delegeren van taken
Inleiding
Achtergronden
Begrippen
Een stoornis in het gebruik van alcohol is een problematisch patroon van alcoholgebruik dat leidt tot klinisch significante beperkingen of lijdensdruk, zoals blijkt uit minstens twee van de volgende kenmerken, die binnen een periode van een jaar optreden:
|
-
Lichte onthoudingsverschijnselenonthoudingsverschijnselen, zoals slapeloosheid en prikkelbaarheid, duren hooguit enkele dagen.
-
Matig ernstige onthoudingsverschijnselen kunnen bestaan uit slapeloosheid, misselijkheid, braken, overactiviteit, tachycardie, koorts, zweten, lichtschuwheid, hoofdpijn, angst, verhoogde prikkelbaarheid of tremoren en leiden tot duidelijke stress of vermindering in het functioneren op sociaal niveau, werk of ander gebied. De verschijnselen zijn het hevigst van de tweede tot de vierde dag van onthouding. Daarna treedt verbetering op, maar de verschijnselen kunnen in meer of mindere mate wel drie tot zes maanden aanhouden.
-
Ernstige onthoudingsverschijnselen zijn hallucinaties, insulten en delier. Een insult treedt vaak binnen 48 uur op en een delier na 3 tot 5 dagen. Bij een delier door alcoholonthouding is het klinische beeld niet goed te onderscheiden van een delier door andere oorzaken (zie de NHG-Standaard Delier).
Epidemiologie
Pathofysiologie
Alcoholgebruik bij jongeren
Schadelijke gevolgen
-
overgewicht door hoog calorisch intake, maar ook ondergewicht en vitaminedeficiënties door een insufficiënt dieet;
-
letsels door ongevallen zowel in het verkeer als thuis;
-
maligniteiten, vooral in de mond-keelholte; ook het risico op borstkanker is verhoogd;
-
gastro-intestinale problemen: slijmvliesbeschadiging in maag en duodenum, leverbeschadiging en pancreatitis;
-
hart- en vaatziekten: hypertensie, CVA, coronairlijden en hartritmestoornissen;
-
neurologische problemen door een thiaminedeficiëntie (vitamine B1): polyneuropathie, Wernicke-encefalopathie (necrose met inflammatoire reactie in de hersenen, gevolgd door atrofie) en het syndroom van Korsakov;18
-
urogenitale problemen: seksuele problemen, verminderde fertiliteit van de man;
-
huidafwijkingen: spider naevi, erythema palmare en rood gezicht.
Richtlijnen diagnostiek
-
signalering;
-
exploratie alcoholgebruik;
-
nagaan functie alcoholgebruik en inschatting ernst;
-
nagaan motivatie voor (hulp bij) verandering van het drinkgedrag.
Signalering
-
veelvuldig spreekuurbezoek en een wisselend, onduidelijk klachtenpatroon of onverklaarbare somatische klachten, zoals moeheid, malaise, tremoren, palpitaties of overmatig transpireren;
-
maag-darmproblematiek, zoals refluxklachten, gastritis, diarree, pancreatitis, hepatitis, levercirrose of ascites;
-
psychosociale problemen (op het werk of thuis), vooral in combinatie met slapeloosheid, frequent gebruik van en verzoek om tranquillizers en hypnotica;
-
psychische aandoeningen zoals angststoornissen, depressie of ADHD;
-
collaps, black-outs, regelmatige ongevallen of fracturen;
-
seksuele problemen;
-
aanwijzingen voor huiselijk geweld;
-
spider naevi of een erythemateus en oedemateus gezicht;
-
afwijkende laboratoriumwaarden, zie paragraaf Aanvullend onderzoek.
-
gedragsproblemen en -veranderingen (interesseverlies, verslechteren van de schoolprestaties, spijbelen);
-
risicovol gedrag zoals cannabisgebruik en ander drugsgebruik;22
-
risicovol seksueel gedrag, soa’s, ongewenste zwangerschappen;
-
contacten met de politie;
-
gescheiden ouders, gezinsproblemen, ouders met problematisch alcoholgebruik.
Exploratie alcoholgebruik
-
de frequentie van alcoholgebruik: ‘Hoe vaak drinkt u alcohol per week?’
-
de gemiddelde hoeveelheid (per dag, per week, per keer, ‘binge’-drinken) of de hoeveelheid in de voorafgaande week met een inventarisatie van het gebruik in de loop van de dag, op het werk, bij het eten en ’s avonds.
Nagaan functie alcohol en inschatting ernst
-
‘Kunt u een situatie beschrijven waarin u drinkt? Drinkt u dan meer dan u oorspronkelijk van plan was? Gaat u steeds meer drinken om het zelfde effect te bereiken? Drinkt u wel eens alcohol als u alleen bent?’
-
‘Wat gebeurt er als u een periode geen alcohol gebruikt?’
-
‘Hebt u regelmatig een sterke wens om alcohol te gebruiken?’
-
‘Welke gevoelens en ideeën heeft u over uw alcoholgebruik? Drinkt u bewust (bijvoorbeeld om in te slapen), is het een gewoonte, drinkt u om te ontspannen of om zich beter te voelen? Heeft u over uw alcoholgebruik nagedacht en was u er wel eens bezorgd over?’
-
‘Heeft u wel eens gedacht dat bepaalde klachten of problemen kunnen samenhangen met alcoholgebruik? Zo ja, heeft u hierop uw alcoholgebruik aangepast? Zo nee, wat is de reden hiervoor?’
-
‘Heeft u wel eens overwogen om te minderen dan wel te stoppen met het alcoholgebruik? Heeft u dat wel eens geprobeerd? Waarom probeerde u dat en hoe verliep dat?’
-
‘Vermijdt u door uw alcoholgebruik wel eens bepaalde situaties of bezigheden (sociaal of beroepsmatig)?’
-
‘Bent u wel eens door uw alcoholgebruik in de problemen dan wel in gevaar (school, thuis, verkeer, werk, justitie) gekomen? Zo ja, in welke mate en heeft u hierop uw alcoholgebruik aangepast? Zo nee, wat is de reden dat u het alcoholgebruik niet hebt aangepast?’
-
‘Welk deel van uw tijd besteedt u aan het drinken of aan het bijkomen van de effecten van alcohol? Heeft u wel eens de volgende dag last van onthoudingsverschijnselen? Drinkt u wel eens alcohol om de onthoudingsverschijnselen te verdrijven?’
-
‘Krijgt u wel eens opmerkingen van familie en vrienden om minder te gaan gebruiken?’
-
‘Heeft u wel eens cannabis gerookt of iets anders gebruikt om high te worden of om u goed te voelen?’
-
de duur van de problemen;
-
beginleeftijd van het problematisch alcoholgebruik, in het bijzonder jonger dan 25 jaar;
-
het sociale netwerk;
-
(de aard van) een eventueel doorgemaakt life event.
-
ziekenhuisopname vanwege acute alcoholintoxicatie;
-
‘binge’-drinken, hoe vaak (elk weekend of sporadisch) en hoeveel glazen per keer;
-
een doorgemaakt negatief life event en de mogelijke relatie met het alcoholgebruik;
-
jonge beginleeftijd van alcoholgebruik (arbitrair 12 tot 14 jaar);
-
relevante comorbiditeit zoals diabetes mellitus of psychische/psychiatrische problematiek;
-
familiair voorkomen van problematisch alcoholgebruik.
Nagaan motivatie voor (hulp bij) verandering drinkgedrag
|
Lichamelijk onderzoek
Aanvullend onderzoek
Evaluatie
Richtlijnen beleid
Voorlichting
-
het (mogelijke) verband tussen de gepresenteerde klacht en het alcoholgebruik;
-
de mogelijke aanleg voor problematisch alcoholgebruik (familiair voorkomen, omgang met alcohol in familie en alcoholintoxicatie op jonge leeftijd);
-
dat tijdens de zwangerschap alcoholgebruik volledig wordt ontraden, omdat ook bij kleine hoeveelheden alcohol de kans bestaat op beschadiging van de vrucht;
-
dat bij langdurig gebruik van grote hoeveelheden alcohol de patiënt niet zonder begeleiding moet stoppen met drinken, vanwege het verhoogde risico op ernstige onthoudingsverschijnselen, zoals insulten, een delier of het ontstaan Wernicke-encefalopathie;
-
het bestaan van patiëntenorganisaties zoals de Anonieme Alcoholisten (www.aa-nederland.nl) en steungroepen voor partners zoals AL-ANON (www.al-anon.nl);
-
de (mogelijke) schade door alcohol en de invloed op de rijvaardigheid. Tijdens een consult waarbij de huisarts inschat dat er sprake is van een (acuut) te hoog alcoholpromillage, wijst de huisarts de patiënt op de risico’s van alcoholgebruik in het verkeer.33
Ondersteunende gesprekken
E-mental health
Medicamenteuze behandeling
Thiaminesuppletie (vitamine B1)
-
Start met 4 maal daags 25 mg thiaminethiamine, ook als de patiënt nog alcohol drinkt. Als de patiënt gestopt is met het drinken van alcohol en weer een sufficiënt voedingspatroon heeft, kan de dosis in de loop van een maand worden afgebouwd door elke week de dosering met 1 tablet te verlagen.
-
Geef als orale medicatie niet mogelijk is 100 mg thiamine intramusculair, tot de patiënt kan overgaan op orale medicatie.
Behandeling van onthoudingsverschijnselen
-
lorazepam 3 dd 1 mg (indien nodig verhogen naar 3 dd 2,5 mg) of indien langduriger sedatie is gewenst chloordiazepoxide 4 dd 25 mg;
-
bij ouderen (arbitrair > 65 jaar) of patiënten met een leverfunctiestoornis: lorazepam 3 dd 1 mg;
-
indien directe werking is vereist of orale medicatie niet mogelijk is: midazolam 5 mg intramusculair;
-
bij een insult: diazepam 10 mg rectiole, zie ook het NHG-formularium Farmacotherapie voor de huisarts (en verwijs vervolgens naar een verslavingsinstelling).
-
meet bij elke controle bloeddruk, hartritme en temperatuur;
-
controleer na 1 dag het effect van de medicijnen;
-
controleer dagelijks zolang de onthoudingsverschijnselen matig ernstig zijn en bij lichte verschijnselen elke 2 dagen;
-
start met afbouwen van de medicatie bij voldoende onderdrukking van de onthoudingsverschijnselen (doorgaans na 2 dagen): verlaag de dosering elke 2 dagen met 1 tablet;
-
overweeg een verwijzing naar een verslavingsinstelling bij onvoldoende onderdrukking van de onthoudingsverschijnselen.
Medicamenteuze terugvalpreventie
Controles
Consultatie en verwijzing
-
ernstige (niet medicamenteus te onderdrukken) onthoudingsverschijnselen, delier en/of onttrekkingsinsulten in het verleden of te verwachten ernstige ontwenningsverschijnselen, gelet op de hoeveelheden alcohol die de patiënt gebruikt;
-
verslaving aan meerdere psychoactieve middelen;
-
ernstige psychiatrische comorbiditeit zoals psychosen, stoornissen in de impulscontrole of tentamen suïcide in het verleden;
-
hoge leeftijd en/of slechte lichamelijke conditie;
-
onvoldoende mogelijkheid om afspraken te maken, onvoldoende zelfzorg of toezicht, ontbreken van een sociaal netwerk;
-
epilepsie;
-
zwangerschap.
-
begeleiding/behandeling waarbij meer ondersteuning nodig is dan de huisarts kan bieden;
-
een ernstige stoornis in het gebruik van alcohol of een stoornis die al vóór het 25e jaar begon;
-
ernstige psychiatrische comorbiditeit, zoals persoonlijkheidsstoornis, schizofrenie en een andere stoornis in het gebruik van middelen;
-
zelfverwaarlozing of verwaarlozing van naasten, huiselijk geweld;
-
suïcidegevaar;
-
een onverwerkt negatief life event als oorzaak van het problematisch alcoholgebruik;
-
jongeren met ernstig problematisch alcoholgebruik;
-
een vermoeden of een verhoogd risico op Wernicke-encefalopathie.
Richtlijnen acute alcoholintoxicatie
-
bewustzijn;
-
mate van verwardheid en van onrust;
-
ademhalingsfrequentie, ademarbeid, zuurstofsaturatie;
-
temperatuur;
-
bloeddruk en polsfrequentie;
-
turgor, capillaire refill;
-
glucosespiegel.
-
bewustzijnsdaling;
-
shock (bloeddruk < 90/60, vertraagde capillaire refill, verminderde turgor);
-
ademhalingsdepressie (ademhalingsfrequentie < 15/min of > 20/min, gebruik ademhalingsspieren, zuurstofsaturatie < 95%);
-
hypothermie (hypoglykemie (De aanwezigheid van één (of meer) van deze factoren kan het spontaan herstel belemmeren.Bij een leeftijd onder de 15 jaar, aanwezigheid van één (of meer) van de bovengenoemde factoren of aanwijzingen voor harddrugsgebruik is verwijzing naar het ziekenhuis noodzakelijk.39 Anders is een expectatief beleid gerechtvaardigd bij een adequaat sociaal netwerk. De huisarts geeft een wekadvies, zie voor uitvoering www.thuisarts.nl/wekadvies. Bij aanwijzingen voor aspiratie instrueert de huisarts de patiënt en zijn begeleiders om bij tekenen van een aspiratiepneumonie contact op te nemen.Na een acute alcoholintoxicatie (waarbij de verschijnselen doorgaans na acht tot twaalf uur afnemen) zonder behandeling in het ziekenhuis zorgt de huisarts voor de nazorg door één tot twee dagen later contact op te nemen met de patiënt en biedt een afspraak aan voor het spreekuur. De verdere begeleiding staat beschreven bij Richtlijnen beleid. Na een acute alcoholintoxicatie waarvoor medische behandeling in het ziekenhuis noodzakelijk was, gaat de huisarts na of de patiënt adequate nazorg heeft ontvangen. Indien de patiënt dreigt te vervallen in hetzelfde gedrag, tracht de huisarts de patiënt te motiveren voor een verwijzing naar een in de behandeling van jongeren gespecialiseerde instelling.
Totstandkoming
Nadat werd besloten te beginnen met de herziening van de NHG-Standaard Problematisch alcoholgebruik startte in mei 2013 een werkgroep Problematisch alcoholgebruik. Deze werkgroep heeft een conceptversie gemaakt.De werkgroep bestond uit de volgende leden: L.J. Boomsma, huisarts te Amersfoort; I.M. Drost, huisarts te Amsterdam; I.M. Larsen, huisarts te Amersfoort; J.J.H.M. Luijkx, verslavingsarts bij Mirage verslavingszorg te Den Haag en verbonden als hoofddocent aan de postdoctorale opleiding tot verslavingsarts; dr. G.J. Meerkerk, psycholoog en verbonden als onderzoeker aan het IVO en N. Valken, huisarts te Zwolle.M. Sijbom, huisarts en wetenschappelijk medewerker van de afdeling Richtlijnontwikkeling en Wetenschap begeleidde de werkgroep en deed de redactie. Dr. G.M. van der Weele was betrokken als senior wetenschappelijk medewerker van deze afdeling, M.M. Verduijn als senior wetenschappelijk medewerker Farmacotherapie. Dr. A.J.M. Drenthen, M. van Venrooij en M. Hugenholtz waren betrokken als medewerkers van de afdeling Implementatie.Door de leden werd geen belangenverstrengeling gemeld. Meer details hierover zijn te vinden in de webversie van de standaard op www.nhg.org.In februari 2014 werd de standaard ter becommentariëring voorgelegd aan een aantal referenten. Er werd commentaar ontvangen van prof.dr. W. van den Brink, arts-epidemioloog werkzaam bij het Amsterdam Institute for Addiction Research, Academisch Medisch Centrum bij de Universiteit van Amsterdam; P.E. Höppener, psychiater bij de Reinier van Arkel Groep te ’s-Hertogenbosch; A.J.M. van den Hoek, psychiater bij Tactus Verslavingszorg te Deventer, allen namens de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, afdeling Verslavingspsychiatrie; dr.ir. J.P.M. Wielders, klinisch chemicus bij het Meander Medisch Centrum te Amersfoort, namens de Nederlandse Vereniging voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde; dr. P.M.W. Janssens, klinisch chemicus bij het Rijnstate Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium te Arnhem, namens de Nederlandse Vereniging voor Klinische Chemie; M. Favié, apotheker, namens de Bond van de Generieke Geneesmiddelenindustrie Nederland; K. de Leest, apotheker, M. Kranenborg, apotheker, J. Bootsma, geriater en J.J. Luinenburg, apotheker, allen namens het KNMP Geneesmiddel Informatie Centrum; dr. J.J. Oltvoort, senior beleidsadviseur gezondheidseconomie namens Nefarma; dr. N. van der Lely, kinderarts bij de Reinier de Graaf te Delft, H.B. Haanstra, kinderarts bij het Maasziekenhuis Pantein te Boxmeer, prof.dr. A.M. Oudesluys-Murphy, kinderarts bij het Leids Universitair Medisch Centrum te Leiden, dr. T.W. de Vries, kinderarts bij het Medisch Centrum Leeuwarden, dr. F.G.A. Versteegh, kinderarts bij het Groene Hart Ziekenhuis te Gouda, I. Hofmeijer, kinderarts bij het Bronovo Ziekenhuis te ’s-Gravenhage, dr. P.H.G. Hogeman, kinderarts bij het Meander Medisch Centrum Amersfoort, dr. J.J. Verhoeven, kinderarts bij het Maasstad Ziekenhuis te Rotterdam, D.M. Broekhuijsen-van Henten, kinderarts bij het Amalia Kindercentrum, onderdeel van Isala te Zwolle, dr. B.C.T. Flapper, kinderarts bij het Universitair Medisch Centrum Groningen, allen namens de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde; dr. M. Nelissen-Vrancken, senior apotheker namens het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik te Utrecht; M.D. Boomkamp, apotheker namens het Zorginstituut Nederland; J. Seeleman, secretaris bij de Landelijke Vereniging POH-GGZ; P. Dudok-van Heel, medisch adviseur bij ONVZ en I. de Vries, medisch adviseur bij Zorg en Zekerheid, beiden namens Zorgverzekeraars Nederland; R. Eschweiler, verslavingsarts bij Amethist Verslavingszorg te Almere, M. Wolters, verslavingsarts bij Tactus Verslavingszorg te Deventer, M. van Balkom, verslavingsarts bij Victas te Amersfoort en P. Vossenberg, verslavingsarts bij Tactus Verslavingszorg te Deventer, allen namens de Vereniging voor Verslavingsgeneeskunde Nederland; dr. D. Bijl, arts-epidemioloog en hoofdredacteur van het Geneesmiddelenbulletin; dr. J.A.H. Eekhof, huisarts en hoofdredacteur van Huisarts en Wetenschap. Naamsvermelding als referent betekent overigens niet dat een referent de standaard inhoudelijk op ieder detail onderschrijft. Dr. R. Starmans en R.J. Hinloopen hebben namens de NAS tijdens de commentaarronde beoordeeld of de ontwerpstandaard antwoord geeft op de vragen uit het herzieningsvoorstel. In september 2014 werd de standaard geautoriseerd door de NHG-Autorisatiecommissie.De zoekstrategie die gevolgd werd bij het zoeken naar de onderbouwende literatuur is te vinden bij de webversie van deze standaard. De procedures voor de ontwikkeling van de NHG-Standaarden zijn ook in te zien in het procedureboek (zie www.nhg.org).© 2014 Nederlands Huisartsen Genootschap
Literatuur
- 1.Bij verwijzing naar NHG-producten: zie www.nhg.org.
- 2.Aertgeerts B, Buntinx F, Ansoms S, Fevery J. Screening properties of questionnaires and laboratory tests for the detection of alcohol abuse or dependence in a general practice population. Br J Gen Pract 2001;206-17.
- 3.Albers HM, Van der Lely N. Vier jongeren met een alcoholintoxicatie. Ned Tijdschr Geneeskd 2004;148:1504-6.
- 4.Amato L, Minozzi S, Davoli M. Efficacy and safety of pharmacological interventions for the treatment of the Alcohol Withdrawal Syndrome. Cochrane Database Syst Rev 2011;CD008537.
- 5.American Psychiatric Association. Diagnostic and statistical manual of mental disorders DSM-5. 5 ed. Washington/London: American Psychiatric Publishing, 2013.
- 6.American Psychiatric Association. Handboek voor de classificatie van psychische stoornissen DSM-5. Nederlandse vertaling van Amsterdan: American Psychiatric Association p/a Uitgeverij Boom, 2014.
- 7.Anderson P. The risk of alcohol: what general practice can do [Proefschrift]. Nijmegen: Katholieke Universiteit, 2003.
- 8.Angus C, Scafato E, Ghirini S, Torbica A, Ferre F, Struzzo P, et al. Optimizing Delivery of Health Care Interventions (ODHIN). Cost-Effectiveness - Model Report (2013). http://www.odhinproject.eu/resources/documents/cat_view/ 3-odhin-project-documents/6-technical-reports-and-deliverables.html.
- 9.Baglietto L, English DR, Hopper JL, Powles J, Giles GG. Average volume of alcohol consumed, type of beverage, drinking pattern and the risk of death from all causes. Alcohol Alcohol 2006;41:664-71.
- 10.Boeynaems G, Van der Lely N, Van Hooff JJ, Van Dalen W, Rodrigues Pereira R, Van de Wetering BJM. Factsheet Alcohol intoxicaties NSCK 2007 tot en met 2012. Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid (STAP). http://www.stap.nl/content/bestanden/factsheet-alcohol-intoxicaties-nsck-2007-tot-en-met-2012_1.pdf .
- 11.Boonstra MH. Medicamenteuze ondersteuning bij de behandeling van alcoholafhankelijkheid. Gebu 2003;37:35-41.
- 12.Breslow RA, Graubard BI. Prospective study of alcohol consumption in the United States: quantity, frequency, and cause-specific mortality. Alcohol Clin Exp Res 2008;32:513-21.
- 13.Britton A, Marmot M. Different measures of alcohol consumption and risk of coronary heart disease and all-cause mortality: 11-year follow-up of the Whitehall II Cohort Study. Addiction 2004;99:109-16.
- 14.CBO. Multidisciplinaire Richtlijn Stoornissen in het gebruik van alcohol (2009). http://www.diliguide.nl/document/1820.
- 15.CBR. Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid 2011. http://wetten.overheid.nl/BWBR0030613/geldigheidsdatum_20-02-2014.
- 16.Clark DB, Thatcher DL, Tapert SF. Alcohol, psychological dysregulation, and adolescent brain development. Alcohol Clin Exp Res 2008;32:375-85.
- 17.Clark DB, Gordon AJ, Ettaro LR, Owens JM, Moss HB. Screening and brief intervention for underage drinkers. Mayo Clin Proc 2010;85:380-91.
- 18.College voor Zorgverzekeringen. Geneesmiddel nalmefene (Selincro) bij alcoholafhankelijkheid in basispakket. http://www.cvz.nl/publicaties/nieuwsberichten/2013/geneesmiddel-nalmefene-selincro-bij-alcoholafhankelijkheid-in-basispakket.html.
- 19.Collins RL, Ellickson PL, Bell RM. Simultaneous polydrug use among teens: prevalence and predictors. J Subst Abuse 1998;10:233-53.
- 20.Commissie Farmaceutische Hulp. Farmacotherapeutisch Kompas 2013. Diemen: College voor Zorgverzekeringen, 2013.
- 21.Cook CC, Hallwood PM, Thomson AD. B Vitamin deficiency and neuropsychiatric syndromes in alcohol misuse. Alcohol Alcohol 1998;33:317-36.
- 22.Cornel M. Detection of problem drinkers in general practice [Proefschrift]. Amsterdam: Thesis, 1994.
- 23.Coulton S, Drummond C, James D, Godfrey C, Bland JM, Parrott S, et al. Opportunistic screening for alcohol use disorders in primary care: comparative study. BMJ 2006;332:511-7.
- 24.De Graaf R, Ten Have M, Tuithof M, Van Dorsselaer S. Incidentie van psychische aandoeningen. Opzet en eerste resultaten van de tweede meting van de studie NEMESIS-2 (2012). Trimbos-instituut. http://www.trimbos.nl/webwinkel/productoverzicht-webwinkel/feiten---cijfers---beleid/af/~/media/files/gratis%20downloads/af1184%20incidentie%20van%20psychische%20aandoeningen.ashx.
- 25.De Jong CAJ, De Haan HA, Van de Wetering BJM. Verslavingsgeneeskunde. Neurofarmacologie, psychiatrie en somatiek. Assen: Koninklijke Van Gorcum BV, 2009.
- 26.DeWit DJ, Adlaf EM, Offord DR, Ogborne AC. Age at first alcohol use: a risk factor for the development of alcohol disorders. Am J Psychiatry 2000;157:745-50.
- 27.Dutch Hospital Data. Kengetallen Nederlandse Ziekenhuizen 2012. http://www.dutchhospitaldata.nl/kengetallen/Documents/Kengetallen%20Nederlandse%20Ziekenhuizen%202012.pdf.
- 28.Franken I, Van den Brink W. Handboek verslaving. Utrecht: De Tijdstroom uitgeverij, 2009.
- 29.Gezondheidsraad. Richtlijnen goede voeding (2006). http://www.gezondheidsraad.nl/sites/default/files/200621N.pdf.
- 30.Grant BF, Dawson DA. Age at onset of alcohol use and its association with DSM-IV alcohol abuse and dependence: results from the National Longitudinal Alcohol Epidemiologic Survey. J Subst Abuse 1997;9:103-10.
- 31.Gual A, He Y, Torup L, Van den Brink W, Mann K. A randomised, double-blind, placebo-controlled, efficacy study of nalmefene, as-needed use, in patients with alcohol dependence. Eur Neuropsychopharmacol 2013.
- 32.Guerri C, Pascual M. Mechanisms involved in the neurotoxic, cognitive, and neurobehavioral effects of alcohol consumption during adolescence. Alcohol 2010;44:15-26.
- 33.Hawkins JD, Graham JW, Maguin E, Abbott R, Hill KG, Catalano RF. Exploring the effects of age of alcohol use initiation and psychosocial risk factors on subsequent alcohol misuse. J Stud Alcohol 1997;58:280-90.
- 34.Hillemacher T, Heberlein A, Muschler MA, Bleich S, Frieling H. Opioid modulators for alcohol dependence. Expert Opin Investig Drugs 2011;20:1073-86.
- 35.Hoyumpa AMJ. Mechanisms of thiamin deficiency in chronic alcoholism. Am J Clin Nutr 1980;33:2750-61.
- 36.Jacobus J, Tapert SF. Neurotoxic effects of alcohol in adolescence. Annu Rev Clin Psychol 2013;9:703-21.
- 37.Jonas DE, Amick HR, Feltner C, Bobashev G, Thomas K, Wines R, et al. Pharmacotherapy for adults with alcohol use disorders in outpatient settings: a systematic review and meta-analysis. JAMA 2014;311:1889-900.
- 38.Jorgensen CH, Pedersen B, Tonnesen H. The efficacy of disulfiram for the treatment of alcohol use disorder. Alcohol Clin Exp Res 2011;35:1749-58.
- 39.Kaner E, Bland M, Cassidy P, Coulton S, Dale V, Deluca P, et al. Effectiveness of screening and brief alcohol intervention in primary care (SIPS trial): pragmatic cluster randomised controlled trial. BMJ 2013;346:e8501.
- 40.Kaner EF, Dickinson HO, Beyer F, Campbell F, Schlesinger C, Heather N, et al. Effectiveness of brief alcohol interventions in primary care populations (review). Cochrane Database Syst Rev 2009.
- 41.Khadjesari Z, Murray E, Hewitt C, Hartley S, Godfrey C. Can stand-alone computer-based interventions reduce alcohol consumption? A systematic review. Addiction 2011;106:267-82.
- 42.Klok PAA. Pinkhof basiswoordenboek geneeskunde. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2013.
- 43.KNMP. Informatorium Medicamentorum 2013. Den Haag: KNMP, 2013a.
- 44.KNMP. Kennisbank. Den Haag: KNMP, 2013b.
- 45.Koning IM, Van den Eijnden RJ, Verdurmen JE, Engels RC, Vollebergh WA. Developmental alcohol-specific parenting profiles in adolescence and their relationships with adolescents’ alcohol use. J Youth Adolesc 2012;41:1502-11.
- 46.Kopelman MD. The Korsakoff syndrome. Br J Psychiatry 1995;166:154-73.
- 47.Koppes LL, Kemper HC, Post GB, Snel J, Twisk JW. Development and stability of alcohol consumption from adolescence into adulthood: the Amsterdam Growth and Health Longitudinal Study. Eur Addict Res 2000;6:183-8.
- 48.Koppes LL, Twisk JW, Snel J, De Vente W, Kemper HC. Personality characteristics and alcohol consumption: longitudinal analyses in men and women followed from ages 13 to 32. J Stud Alcohol 2001;62:494-500.
- 49.KPMG Bureau voor Economische Argumentatie. Kosten en baten van alcoholzorg en -preventie: eindrapport (2001). Hoofddorp: KPMG, 2001.
- 50.Kramer JR, Chan G, Dick DM, Kuperman S, Bucholz KK, Edenberg HJ, et al. Multiple-domain predictors of problematic alcohol use in young adulthood. J Stud Alcohol Drugs 2008;69:649-59.
- 51.Labouvie E, Bates ME, Pandina RJ. Age of first use: its reliability and predictive utility. J Stud Alcohol 1997;58:638-43.
- 52.Luntamo T, Sourander A, Rihko M, Aromaa M, Helenius H, Koskelainen M, et al. Psychosocial determinants of headache, abdominal pain, and sleep problems in a community sample of Finnish adolescents. Eur Child Adolesc Psychiatry 2012;21:301-13.
- 53.Mancha BE, Rojas VC, Latimer WW. Alcohol use, alcohol problems, and problem behavior engagement among students at two schools in northern Mexico. Alcohol 2012;46:695-701.
- 54.Mann K, Bladstrom A, Torup L, Gual A, Van den Brink W. Extending the treatment options in alcohol dependence: a randomized controlled study of as-needed nalmefene. Biol Psychiatry 2013;73:706-13.
- 55.Martin CS, Kaczynski NA, Maisto SA, Tarter RE. Polydrug use in adolescent drinkers with and without DSM-IV alcohol abuse and dependence. Alcohol Clin Exp Res 1996;20:1099-108.
- 56.Martin PR, Singleton CK, Hiller-Sturmhofel S. The role of thiamine deficiency in alcoholic brain disease. Alcohol Res Health 2003;27:134-42.
- 57.Marugame T, Yamamoto S, Yoshimi I, Sobue T, Inoue M, Tsugane S. Patterns of alcohol drinking and all-cause mortality: results from a large-scale population-based cohort study in Japan. Am J Epidemiol 2007;165:1039-46.
- 58.Merline A, Jager J, Schulenberg JE. Adolescent risk factors for adult alcohol use and abuse: stability and change of predictive value across early and middle adulthood. Addiction 2008;103 Suppl 1:84-99.
- 59.Miller P, Plant M, Plant M. Spreading out or concentrating weekly consumption: alcohol problems and other consequences within a UK population sample. Alcohol Alcohol 2005;40:461-8.
- 60.Miller WR. Motivational interviewing with problem drinkers. Behavioral Psychotherapy 1983;11:147-72.
- 61.Morgan MY. Alcohol and nutrition. Br Med Bull 1982;38:21-9.
- 62.National Institute on Alcohol Abuse and Alcoholism. Moderate & Binge Drinking. http://www.niaaa.nih.gov/alcohol-health/overview-alcohol-consumption/moderate-binge-drinking. 2014.
- 63.National Institute on Alcohol Abuse and Alcoholism (NIAAA). Alcohol screening and brief intervention for youth (2011). http://pubs.niaaa.nih.gov/publications/Practitioner/YouthGuide/YouthGuide.pdf.
- 64.Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie. Richtlijn diagnostiek van stoornissen in het gebruik van alcohol in het kader van CBR-keuringen (2011). http://www.kwaliteitskoepel.nl/assets/structured-files/2011/stoornissen%20in%20het%20gebruik%20van%20alcohol%20CBR%20keuringen.pdf.
- 65.Neuberger J. Toxic mechanisms: alcohol. In: Tomlinson S, Heagerty AM, Weetman AP, editors. Mechanisms of disease: an introduction to clinical science. Cambridge: Cambridge UP, 1997.
- 66.Nichols M, Scarborough P, Allender S, Rayner M. What is the optimal level of population alcohol consumption for chronic disease prevention in England? Modelling the impact of changes in average consumption levels. BMJ Open 2012;2.
- 67.NIVEL Zorgregistraties. Prevalentie- en incidentiecijfers 2011. http://www.nivel.nl/incidentie-en-prevalentiecijfers-in-de-huisartsenpraktijk.
- 68.Norstrom T, Pape H. Associations between adolescent heavy drinking and problem drinking in early adulthood: implications for prevention. J Stud Alcohol Drugs 2012;73:542-8.
- 69.Noteborn MWJ, Sanderson RAM, Zwanikken H, Deckers K, Van Alphen SPJ. Alcoholproblematiek bij ouderen. Huisarts Wet 2013;56:214-8.
- 70.O’Connell H, Chin AV, Cunningham C, Lawlor B. Alcohol use disorders in elderly people: redefining an age old problem in old age. BMJ 2003;327:664-7.
- 71.Piko BF, Balazs MA. Authoritative parenting style and adolescent smoking and drinking. Addict Behav 2012;37:353-6.
- 72.Pilowsky DJ, Wu LT. Screening instruments for substance use and brief interventions targeting adolescents in primary care: a literature review. Addict Behav 2013;38:2146-53.
- 73.Pitkanen T, Kokko K, Lyyra AL, Pulkkinen L. A developmental approach to alcohol drinking behaviour in adulthood: a follow-up study from age 8 to age 42. Addiction 2008;103 Suppl 1:48-68.
- 74.Poppelier A, Van de Wiel A, Van de Mheen D. Overdaad schaadt: een inventarisatie van de lichamelijke gevolgen van sociaal geaccepteerd alcoholgebruik en binge-drinken. Rotterdam: Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen en Verslaving, 2002.
- 75.Prochaska JO, DiClemente CC, Norcross JC. In search of how people change. Applications to addictive behaviors. Am Psychol 1992;47:1102-14.
- 76.Projectgroep Voorkom alcoholschade bij jongeren. Protocol Voorkom alcoholschade bij jongeren (2013). 2013.
- 77.Rehm J, Room R, Taylor B. Method for moderation: measuring lifetime risk of alcohol-attributable mortality as a basis for drinking guidelines. Int J Methods Psychiatr Res 2008;17:141-51.
- 78.Rehm J, Zatonksi W, Taylor B, Anderson P. Epidemiology and alcohol policy in Europe. Addiction 2011;106 Suppl 1:11-9.
- 79.Rehm J, Baliunas D, Borges GL, Graham K, Irving H, Kehoe T, et al. The relation between different dimensions of alcohol consumption and burden of disease: an overview. Addiction 2010;105:817-43.
- 80.Riper H, Spek V, Boon B, Conijn B, Kramer J, Martin-Abello K, et al. Effectiveness of E-self-help interventions for curbing adult problem drinking: a meta-analysis. J Med Internet Res 2011;13:e42.
- 81.Rosner S, Hackl-Herrwerth A, Leucht S, Lehert P, Vecchi S, Soyka M. Acamprosate for alcohol dependence. Cochrane Database Syst Rev 2010a;CD004332.
- 82.Rosner S, Hackl-Herrwerth A, Leucht S, Vecchi S, Srisurapanont M, Soyka M. Opioid antagonists for alcohol dependence. Cochrane Database Syst Rev 2010b;CD001867.
- 83.Squeglia LM, Spadoni AD, Infante MA, Myers MG, Tapert SF. Initiating moderate to heavy alcohol use predicts changes in neuropsychological functioning for adolescent girls and boys. Psychol Addict Behav 2009;23:715-22.
- 84.Swendsen JD, Merikangas KR, Canino GJ, Kessler RC, Rubio-Stipec M, Angst J. The comorbidity of alcoholism with anxiety and depressive disorders in four geographic communities. Compr Psychiatry 1998;39:176-84.
- 85.Tallaksen CM, Bohmer T, Bell H. Blood and serum thiamin and thiamin phosphate esters concentrations in patients with alcohol dependence syndrome before and after thiamin treatment. Alcohol Clin Exp Res 1992;16:320-5.
- 86.Thomson AD, Jeyasingham MD, Pratt OE, Shaw GK. Nutrition and alcoholic encephalopathies. Acta Med Scand Suppl 1987;717:55-65.
- 87.Tolstrup JS, Jensen MK, Tjonneland A, Overvad K, Gronbaek M. Drinking pattern and mortality in middle-aged men and women. Addiction 2004;99:323-30.
- 88.Trimbos-instituut, Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) MvVeJ. Nationale Drug Monitor. Jaarbericht 2012. Trimbos-instituut. http://www.trimbos.nl/~/media/Themas/7_Feiten_Cijfers_Beleid/AF1196%2013-772%20NDM%20jaarbericht%202012%20digitaal.ashx.
- 89.Van Buren HCS, Colijn CG, Eimermann VM, De Gier JJ, Neutkens SWG. Commentaren medicatiebewaking 2012/2013. Houten: Boekbinderij Van Hees, Zaltbommel, 2013.
- 90.Van de Glind G, Konstenius M, Koeter MW, Van Emmerik-van OK, Carpentier PJ, Kaye S, et al. Variability in the prevalence of adult ADHD in treatment seeking substance use disorder patients: results from an international multi-center study exploring DSM-IV and DSM-5 criteria. Drug Alcohol Depend 2014;134:158-66.
- 91.Van de Wiel A, Poppelier A, Van Dalen WE, Van de Mheen D. Hoeveel alcohol is te veel en waarom? Kanttekeningen bij sociaal geaccepteerd overmatig alcoholgebruik. Ned Tijdschr Geneeskd 2002;146:2463-5.
- 92.Van den Eijnden R, Mheen D, Vet R, Vermulst A. Alcohol-specific parenting and adolescents’ alcohol-related problems: the interacting role of alcohol availability at home and parental rules. J Stud Alcohol Drugs 2011;72:408-17.
- 93.Van der Vorst H, Engels RC, Meeus W, Dekovic M. The impact of alcohol-specific rules, parental norms about early drinking and parental alcohol use on adolescents’ drinking behavior. J Child Psychol Psychiatry 2006;47:1299-306.
- 94.Van der Vorst H, Engels RC, Dekovic M, Meeus W, Vermulst AA. Alcohol-specific rules, personality and adolescents’ alcohol use: a longitudinal person-environment study. Addiction 2007;102:1064-75.
- 95.Van Emst A. Problemen met alcohol. Utrecht: Trimbos-instituut, 1997.
- 96.Van Limbeek J, Van Alem V, Wouters L. Vroege signalering van alcoholproblematiek in de huisartspraktijk. Huisarts Wet 1992;35:72-7.
- 97.Van Oers JA, Bongers IM, Van de Goor LA, Garretsen HF. Alcohol consumption, alcohol-related problems, problem drinking, and socioeconomic status. Alcohol Alcohol 1999;34:78-88.
- 98.Van Rens HAJ, Cornel M, Van Zutphen WM. Herkenning van problematisch alcoholgebruik in de huisartspraktijk. Huisarts Wet 1989;32:48-50.
- 99.Wachtel T, Staniford M. The effectiveness of brief interventions in the clinical setting in reducing alcohol misuse and binge drinking in adolescents: a critical review of the literature. J Clin Nurs 2010;19:605-20.
- 100.WHO. Alcohol in the European Union. Consumption, harm and policy approaches. http://www.euro.who.int/__data/assets/pdf_file/0003/160680/e96457.pdf.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.