Opzet In een retrospectief observationeel onderzoek verzamelden onderzoekers uit zeven landen – Nederland, het Verenigd Koninkrijk, België, Duitsland, de Verenigde Staten, Noorwegen en Canada – de gegevens over patiënten met kanker. Naast de plaats van overlijden (wel of niet in het ziekenhuis) werden ziekenhuisopnamen, IC-opnamen, SEH-bezoek en chemotherapeutische behandelingen onderzocht. De onderzoekers keken naar opnamen en behandelingen kort voor overlijden (30 dagen) en over een langere periode (180 dagen). Vervolgens berekenden zij de kosten hiervan. Omdat niet alle landen alle gegevens konden leveren, analyseerden zij de gegevens van patiënten ouder dan 65 jaar als primaire uitkomstmaat. De onderzoekers verzamelden gegevens van ziektekostenverzekeraars, ziekenhuisregistraties en instanties als het CBS.
Resultaten In Nederland en de Verenigde Staten sterven relatief weinig mensen in het ziekenhuis, respectievelijk 29% en 22%. Deze getallen liggen hoger in de andere landen, waarbij Canada (52%) en België (51%) eruit springen, de overige landen liggen hier ongeveer tussenin. De ziekenhuiskosten in Nederland voor het laatste halve levensjaar bedragen iets meer dan €10.000; dit is ongeveer evenveel als in het Verenigd Koninkrijk maar minder dan in de andere landen. Met name in Canada zijn de uitgaven dubbel zo hoog.
Conclusie van de auteurs Landen die een actief beleid voeren om het sterven niet in het ziekenhuis te laten plaatsvinden, hebben ook een lager percentage opnamen en behandelingen, met een bijkomend verschil in kosten. In de Verenigde Staten zijn verpleeghuizen en hospices ingericht, mede om economische redenen. Ook in Nederland is er aandacht voor thuis sterven en palliatieve zorg, met weinig opnamen en behandelingen en ook lage kosten in de laatste fase.