Opzet In dit onderzoek werd een antwoord geformuleerd op de volgende twee vragen. Wat zijn de positieve en negatieve effecten van neuraminidaseremmers bij de behandeling en profylaxe van seizoensgriep op basis van klinische onderzoeken in al dan niet gepubliceerde gerandomiseerde, placebogecontroleerde onderzoeken en commentaren? En: wat is het effect van oseltamivir op de sterfte door influenza A/H1N1, gebaseerd op individuele patiëntengegevens?
De onderzoekers verzamelden in verschillende zoekmachines alle literatuur over neuraminidaseremmers en deden schriftelijk navraag bij de individuele onderzoekers en producenten over de oorspronkelijke gegevens en mogelijk niet-gepubliceerde literatuur (twintig onderzoeken oseltamivir, 26 zanamivir). Ook de gegevens van patiënten die overleden waren aan influenza A/H1N1 werden opgevraagd (dertig artikelen, waarvan vier met alle patiëntengegevens). Als uitkomstmaten ging het om het tijdstip van (de reductie in het) optreden van griepsymptomen, het optreden van complicaties als pneumonie en sterfte, en de verschillende bijwerkingen.
Resultaten Oseltamivir verkort de symptomen van influenza met 16,8 uur (95%-BI 8,4 tot 25,1 uur), zanamivir reduceerde het optreden van symptomen met 0,60 dag (niet in uren uitgewerkt; 95%-BI 0,39 tot 0,81). Oseltamivir reduceerde het risico op (niet-bevestigde) pneumonie met 1% ( 95%-BI 0,2 tot 1,49%) en zanamivir deed dat in 0,32% (95%- BI 0,09 tot 0,41%). Er was geen verschil in ziekenhuisopnames. Bij gezonde kinderen hadden de medicijnen een vergelijkbaar effect, maar bij kinderen met astma was het effect ongunstiger. Dat wil zeggen dat zij een gemiddeld vijf uur langere ziekteduur hadden.
Bij de profylaxe bleek oseltamivir een risicoreductie op individuele besmetting met influenza te geven van 3,05% (95%-BI 1,83 to 3,88%) en zanamivir van 1,98% (95%-BI 0,98 to 2,54%). In gezinnen zorgde oseltamivir voor een reductie van 13,6% (95%-BI 9,52 to 15,47%) en zanamivir van 14,84% (95%-BI 12,18 to 16,55%).
Conclusie van de auteurs De sterfte bij influenza A/H1N1 was ongewijzigd door behandeling met neuraminidaseremmers, maar bij de interpretatie van de gegevens bleek sprake van tijdgebonden bias en verschillende confounders. Oseltamivir had als bijwerkingen misselijkheid en braken (ongeveer 3%), het laatste vooral bij kinderen (ongeveer 5%). Hoofdpijn en psychiatrische symptomen (1%) werden eveneens als bijwerkingen vastgesteld.