Ruijs vraagt zich af of de kwaliteit van de palliatieve zorg in Nederland goed genoeg is. “Bij lijden staat voor dokters palliatieve zorg centraal. Maar hoe meet je of de palliatieve zorg goed genoeg is? Dat is nauwelijks te meten, omdat er ongelooflijk veel aspecten een rol spelen. Is er voldoende zorg, worden symptomen voldoende bestreden, is er voldoende psychische zorg, is de dokter voldoende beschikbaar? Daarnaast spelen er existentiële vragen.
Ik vind dat er in Nederland sprake is van kokerdenken, omdat situaties hier al snel ondraaglijk worden genoemd. Als iemand doodgaat, wordt vaak de conclusie getrokken dat het uitzichtloos is. Wat is uitzichtloos lijden? Er is altijd uitzicht, want morgen is er een nieuwe dag. Of is uitzichtloos dat je doodgaat? We gaan allemaal dood. Het thema uitzichtloos heeft ook te maken met de manier waarop je omgaat met wat er aan de hand is. Als je bijvoorbeeld niet meer kunt werken of jezelf niet meer kunt verzorgen. De vraag of iets uitzichtloos is, heeft ook te maken met het mens zijn, het er gewoon zijn. Naar die betekenis wordt nauwelijks gekeken.
Volgens internationale standaarden palliatieve zorg is Nederland er nog niet. Dan gaat het over voorzieningen zoals het aantal bedden en hospices, maar ook over brede integratie van kwalitatief excellente palliatieve zorg in de geneeskunde. De kwaliteit van palliatieve zorg is nauwelijks te meten. Maar je kunt wel kijken naar wat er gebeurt. Natuurlijk doet iedereen zijn best, maar we hebben aanwijzingen dat het beter kan. SCEN-artsen die soms schrijnende gevallen tegenkomen. Kunnen we voldoende zorg bieden voor de mensen die thuis sterven en die soms zelf moeilijk zorg kunnen regelen? Nemen we als dokter voldoende de tijd om bij zo’n patiënt naar binnen te lopen, vragen te beantwoorden, er gewoon te zijn, ondanks dat we de hele dag druk zijn? Dragen we zo’n patiënt in het weekend over aan een collega, of gaan we er zelf naartoe? In mijn ogen moet palliatieve zorg een specialisme worden. Een huisarts-in-opleiding doet weinig ervaring op met patiënten met kanker die thuis sterven, maar krijgt er wel mee te maken zodra hij klaar is. Dokters moeten zich bezighouden met dokterszaken. En daaronder versta ik: lijden behandelen. Dat moet ondersteund worden.