Er zijn signalen dat de acute zorgketen overbelast dreigt te raken en er is veel media-aandacht voor de spoedzorg. In de periode 2013-2015 nam het aantal contacten op de huisartsenpost met een hoge urgentie toe, maar het totaal aantal contacten veranderde nauwelijks. Dit blijkt uit onderzoek op basis van gegevens van negentien huisartsendienstenstructuren die deelnemen aan NIVEL Zorgregistraties eerste lijn. Omdat ouderen steeds langer thuis blijven wonen en mensen met ggz-problemen vaker door de huisarts worden behandeld, werd door verschillende partijen een toename van het aantal contacten op de huisartsenpost verwacht.
Het onderzoek laat zien dat in de periode 2013-2015 geen toename te zien is in het aantal contacten voor ouderen en contacten voor psychosociale problemen. De toename in het aantal contacten met hoge urgentie vond plaats voor alle typen gezondheidsproblemen en voor alle leeftijdsgroepen. Wel zien we verschillen tussen de huisartsenposten: bij een aantal huisartsenposten is het aantal contacten gestegen, bij andere niet of zijn er juist minder contacten. Bij sommige huisartsenposten is er een sterkere toename van de werkdruk dan bij andere huisartsenposten.
De toename in het aantal contacten met een hoge urgentie was het grootst voor U2-consulten (zo snel mogelijk contact), met een toename van 34%. In 2013 bedroeg dit aantal 15,6 per 1000 inwoners, in 2015 waren dit er 20,9 per 1000 inwoners. Een toename van het aantal U2-contacten betekent dat huisartsen sneller zorg moeten leveren dan voor laagurgente zorgvragen. Ook was er een sterke toename van het aantal U1-contacten. Meestal worden U1-contacten telefonisch afgehandeld, omdat deze patiënten vooral worden doorgestuurd naar de ambulancedienst. Het probleem van hoge ervaren werkdruk op de huisartsenpost bleek ook uit de peiling van de Landelijke Huisartsen Vereniging. Het is daarom belangrijk om de ontwikkelingen op de huisartsenpost te blijven monitoren.
Tessa Jansen
Reacties
Er zijn nog geen reacties.
