Dit boek richt zich op huisartsen (met name in opleiding), medisch studenten, beleidsmakers huisartsenzorg, patiënten en mensen uit de mediawereld.
De omgekeerde wereld: twee journalistiek geschoolde patiënten nemen nu eens de huisarts een anamnese af. Een soort ‘Kijken in de ziel’. De auteurs ondervroegen veertig huisartsen, van net begonnen tot inmiddels gestopt, van landelijk praktiserend tot werkzaam in een achterstandswijk. Zij legden alle huisartsen dezelfde stellingen voor, bijvoorbeeld: ‘Marktwerking fnuikt de gezondheidszorg’, ‘Nog meer stress en ik kan zelf naar de dokter’ of ‘Als u beter wilt worden, moet u doen wat ik zeg’. De auteurs rubriceerden de gevarieerde, niet-verbloemende antwoorden in overzichtelijke, soms wat overlappende hoofstukken als ‘Paal en perk’, ‘De dokter is ook maar eens mens’ of ‘Toch is er geen mooier vak’.
Hoe ervaart de Nederlandse huisarts zijn vak? ‘Ik kan een patiënt vaak niet beter maken, maar zich wel beter laten voélen,’ aldus een van hen. Een ander: ‘De huisartspraktijk is de ideale biotoop om je als mens te ontwikkelen’. Je zou dit boek met enige fantasie een kwalitatief onderzoek kunnen noemen, naar het niet medisch-inhoudelijke deel van het vak. Naast de variaties in uitoefening is er ook een grootste gemene deler. De jarenlange ervaring als meerwaarde voor de continuïteit van zorg komt in veel hoofdstukken aan bod.
Voor de gelauwerde huisarts biedt dit boek herkenning. Voor de haio is het een must vanwege het overzicht van variatie in praktijkvormen en visie. Voor medisch studenten biedt het een eerlijk beeld van wat hen als huisarts – buiten het medisch-inhoudelijke – ook te wachten staat. Voor beleidsmakers uit de politiek, overheid en verzekeraars die huisartsen in hun pakket hebben is het boek verplichte kost om uitglijders – zoals de IGZ bij huisarts Nico Tromp in Tuitjenhorn – te voorkomen.
Ben Crul