Samenvatting
Prostaatkanker wordt tegenwoordig steeds vaker bij oudere mannen gediagnosticeerd. De vraag is in hoeverre vergrijzing en verbeterde opsporingstechnieken hierbij een rol spelen. Tussen 1970 en 1990 nam de voor leeftijd gestandaardiseerde incidentie van prostaatkanker in Zuidoost-Nederland toe met 50%. Verbeterde detectie speelde een beperkte rol, aangezien slechts een derde deel van de incidentie toevallig ontdekte tumoren betrof. De prognose is in deze periode niet verbeterd. Tussen 1990 en 1995 werd een (tijdelijke) stijging in de incidentie met nog eens 50% gezien. Deze toename is een schijneffect dat verklaard kan worden door de vervroeging van de diagnose met 5-10 jaar door het gebruik van PSA-tests. Vooralsnog zijn er meer argumenten tegen dan voor screening op prostaatkanker, met name als gevolg van onzekerheden over de behandeling. In de huisartspraktijk dient men terughoudend te zijn bij het aanvragen van PSA-tests.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.