Patiënten met hartfalen hebben een hoog risico op terugkerende ziekenhuisopnames. Verbetering van de ketenzorg zou dit risico kunnen verlagen. In recent onderzoek is het beschikbare wetenschappelijk bewijs hiervoor verzameld. Hieruit blijkt dat verbetering van de ketenzorg zorgt voor betere uitkomsten.
Australische onderzoekers voerden een systematische review uit om te onderzoeken of een verbetering van het zorgtraject voor patiënten met hartfalen gerelateerd is aan betere uitkomsten. In totaal includeerden ze 29 onderzoeken, waarvan 11 gerandomiseerde trials. Er werd één onderzoek van goede kwaliteit gevonden, dat het effect van ketenzorg voor hartfalen in de eerste lijn onderzocht. Binnen dit onderzoek, uitgevoerd in Canada, werkten de cardioloog en huisarts samen bij de controle na een bezoek aan de eerste hulp voor hartfalen.
Vergeleken met controle door alleen de huisarts zorgde deze samenwerking voor een lagere mortaliteit (HR 0,79, 95%-BI 0,63 tot 1,00). Uit andere onderzoeken bleek dat de inzet van een gespecialiseerde hartfalenverpleegkundige resulteerde in 13 tot 30% minder heropnames voor acuut hartfalen. In een groot Engels onderzoek daalde ook de mortaliteit met 5% als patiënten met hartfalen werden gecontroleerd door een hartfalenverpleegkundige. Onderzoeken met telemonitoring laten nog geen eenduidig effect zien.
Dit onderzoek maakt duidelijk dat er veel wetenschappelijk bewijs is voor de positieve effecten van een hartfalenverpleegkundige. Dit ondersteunt de aanbeveling in de Nederlandse LTA Hartfalen om de hartfalenverpleegkundige een coördinerende rol te geven. Een dergelijke rol is al uitgewerkt in de Toolkit Hartfalen van het NVVC Connect programma (www.nvvcconnect.nl/hartfalen/toolkit-hartfalen). Specifiek voor de eerste lijn werd er slechts één onderzoek van goede kwaliteit gevonden. Nederlands onderzoek naar het effect van ketenzorg en telemonitoring voor hartfalen is dus nog welkom.
Driscoll A, et al. What is the impact of systems of care for heart failure on patients diagnosed with heart failure: a systematic review. BMC Cardiovasc Disord 2016;16:195.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.