Op de korte termijn blijken interventies gebaseerd op mindfulness (IGM) effectief voor de mentale gezondheid en de kwaliteit van leven voor eerstelijns patiënten. Bij een follow-up van minder dan 6 maanden werd een significant resultaat gezien, bij een follow-up van langer dan 6 maanden niet meer.
Dit werd gevonden door auteurs die een meta-analytische review deden over 6 verschillende RCT’s over IGM in de eerste lijn. Ze namen informatie over in totaal 553 eerstelijns patiënten van 18 jaar en ouder mee in de review. Ze keken naar de verschillen tussen IGM zoals op mindfulness gebaseerde cognitieve therapie (MCT) en op mindfulness gebaseerde stress reductie (MSR) ten opzichte van een controletherapie om de algemene gezondheid te verbeteren.
De auteurs berekenden effectmaten om de verschillen tussen interventie en controle (na de interventie of tijdens follow-up) aan te geven. Als effectmaat kozen zij voor de ‘Hedges g’, omdat deze effectmaat rekening houdt met onderzoeken met een kleine steekproefomvang. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers varieerde van 43,6 tot 69,8 jaar. De redenen voor IGM waren chronische musculoskeletale pijn, stemmingsstoornissen, chronische stress, chronische ziekten en somatisch onverklaarde lichamelijke klachten (SOLK).
IGM verbeterde de algemene ervaren gezondheid doeltreffend (g = 0,48; 95%-BI 0,18 tot 0,77; p = 0,002). De auteurs vonden dat een follow-upduur van minder dan 6 maanden een grotere effectmaat had (g = 1,08; 95%-BI 0,73 tot 1,43; p < 0,001) dan gemeten na het eind van de interventie (g = 0,45; 95%-BI 0,15 tot 0,75; p = 0,004) of een follow-upduur langer dan 6 maanden (g = 0,13; 95%-BI -0,14 tot 0,39; p = 0,35).
Bij een follow-up langer dan 6 maanden werd dus geen significant resultaat van de interventie gezien. Er is dus te weinig evidence om te concluderen dat IGM in deze setting op de lange termijn effectief is. De auteurs suggereren dat op juiste wijze opgezette RCT’s nodig zijn om hier meer inzicht in te krijgen.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.