Vermoeidheid is een veelvoorkomende klacht na behandeling van kanker. Daarom wordt lichaamsbeweging aangeraden als onderdeel van de standaardbehandeling. Tot op heden was niet goed duidelijk hoe intensief deze lichaamsbeweging moet zijn. Een recent promotieonderzoek laat zien dat kracht- en uithoudingsoefeningen effect hebben, zowel bij hoge en lage als gemiddelde intensiviteit.
Kampshoff onderzocht in haar proefschrift het effect van lichaamsbeweging bij 277 van kanker genezen patiënten. Zij volgde drie groepen. De eerste groep (n = 91) kreeg hoog intensieve oefeningen (HIT), de tweede groep (n = 95) laag tot gemiddeld intensieve oefeningen (LIT), de derde groep (n = 91) stond op de wachtlijst voor oefentherapie. In de HIT- en LIT-groepen deden 74% en 70% van de deelnemers mee aan 80% van de trainingssessies gedurende twaalf weken. Als maat voor de conditie werd de VO2max gebruikt. In beide groepen was er een verbetering op de VO2max-schaal: HIT (bèta = 2,2; 95%-BI 1,2 tot 3,1) en LIT (bèta = 1,3; 95%-BI = 0,3 tot 2,3). Dit is ongeveer gelijk aan een verbetering van 20% en 15%. Het verschil tussen HIT en LIT was echter niet significant (p = 0,08).
Daarnaast verminderde HIT ten opzichte van de wachtlijstgroep vermoeidheid (bèta = -1.3; 95%-BI -2,2 tot -0.4), verbeterde HIT de kwaliteit van leven (bèta = 5,9; 95%-BI = 2,0 tot 9,8) en verminderde HIT angstklachten (bèta = 5,9; 95%-BI = 2,0 tot 9,8). In de LIT-groep waren deze effecten er in een lichtere mate, er lijkt een dosiseffectrelatie te zijn. Hoe intensiever de training hoe meer effect, al is het verschil tussen de HIT- en de LIT-groep niet statistisch significant.
Er is dus een duidelijk positief effect van kracht- en uithoudingsoefeningen van zowel HIT als LIT. In de herstelfase na kanker hebben patiënten baat bij oefentherapie die is gericht op kracht en uithoudingsvermogen. Huisartsen kunnen dit meenemen bij hun adviezen aan deze patiënten.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.