De onderzoekers verzamelden gegevens van 527 rokers die de huisarts bezochten voor een andere reden dan stoppen met roken. De ‘zelfidentificatie’ werd gemeten met twee items op een schaal van 1 tot 5: ‘ik zie mijzelf als een persoon die rookt’ en ‘ik zou liever een niet-roker zijn’. Hoe hoger de score, hoe sterker de rokers- of niet-rokersidentiteit.
Vrouwen identificeerden zich meer met zowel de rokers- als niet-rokersidentiteit dan mannen. Mannen met een sterkere niet-rokersidentiteit kregen vaker het advies te stoppen met roken (OR 1,42; 95%-BI 1,10 tot 1,83) en stonden meer open voor het gesprek over stoppen met roken (OR 1,79; 95%-BI 1,18 tot 2,72) dan vrouwen. Rokers die zich sterker als niet-roker beschouwden, waardeerden het gesprek over roken meer dan rokers die zich als roker beschouwden (mannen OR 2,01; 95%-BI 1,40 tot 2,91; vrouwen OR 1,66; 95%-BI 1,16 tot 2,38). Volgens de onderzoekers staan rokers die zich sterker als niet-roker beschouwen meer open voor een stoppen-met-rokenadvies (OR 1,33; 95%-BI 1,11 tot 1,60) en hebben zij meer stoppogingen achter de rug (OR 2,19; 95%-BI 1,46 tot 3,28) dan rokers die zichzelf sterker als roker beschouwen.
In de huidige NHG-Behandelrichtlijn Stoppen met roken komt de rokersidentiteit niet ter sprake. In de huidige interventies voor stoppen met roken zou dit aspect in de behandelrichtlijn geïntegreerd kunnen worden. Volgens de onderzoekers is er echter nog wel verder onderzoek nodig om te ontcijferen waarom vrouwelijke rokers minder openstaan zijn voor het gesprek over stoppen met roken dan mannelijke rokers.
Lees hier meer.
Literatuur
- Meijer E. et al. Smokers’ identity and quit advice in general practice: General practitioners need to focus more on female smokers. Patient Educ Couns 2017.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.