1. Wat was de aanleiding om huisartsen te ondervragen over de multidisciplinaire richtlijn SSRI-gebruik in de zwangerschap en tijdens de lactatie?
a. Huisartsen weken af van de richtlijn.
b. Huisartsen waren niet goed bekend met de richtlijn.
c. Er waren twijfels over de gebruiksvriendelijkheid van de richtlijn voor huisartsen.
2. Onbehandelde angst- en depressieklachten kunnen leiden tot vroeggeboorte en een laag geboortegewicht. Behandeling met SRRI’s kan leiden tot aangeboren afwijkingen en een slechte start van de neonaat. Tot welk beleid neigt de richtlijn bij een zwangere die een SSRI gebruikt?
a. Bij voorkeur staken SSRI
b. Bij voorkeur dosis halveren en doorgebruiken SSRI
c. Bij voorkeur doorgebruiken SSRI
3. Er is onderzocht in hoeverre huisartsen aanbevelingen uit de NHG-Standaarden opvolgen. Een aantal kenmerken is positief geassocieerd met het opvolgen van aanbevelingen. Welk kenmerk hoort daarbij?
a. Als de aanbeveling een nieuwe vaardigheid bevat.
b. Als de aanbeveling een verandering in bestaande routines inhoudt.
c. Als de aanbeveling makkelijk uit te proberen is.
4. Veel huisartsen kennen de multidisciplinaire richtlijn SSRI-gebruik in de zwangerschap en tijdens de lactatie niet of gebruiken deze niet. Wat is de kritiek van de huisartsen op de richtlijn?
a. Onvoldoende toepasbaarheid, onvoldoende inbedding in bestaande richtlijnen.
b. Leesbaarheid is onvoldoende, inhoudelijke informatie is onvoldoende.
c. Informatie is niet altijd eenduidig interpretabel, doelgroep is de tweede lijn.
5. Mevrouw Hanssen, 32 jaar, vertelt op het spreekuur dat ze zwanger is, ze had een week geleden ongesteld moeten worden. Ze heeft een goed ingestelde hypothyreoïdie waarvoor ze levothyroxine gebruikt. De huisarts geeft aan dat mevrouw Hanssen haar schildklierfunctie moet laten bepalen. Welk beleid is aangewezen ten aanzien van levothyroxine?
a. De dosis levothyroxine verlagen.
b. De dosis levothyroxine ongewijzigd laten.
c. De dosis levothyroxine verhogen.
6. Mevrouw El Hamadi, 25 jaar, is 32 weken zwanger. Ze komt opnieuw op het spreekuur, omdat zij nog steeds last heeft van nachtelijk zuurbranden. De huisarts heeft eerder geadviseerd het hoofdeinde van het bed te verhogen. Omdat de klachten van mevrouw El Hamadi niet verdwijnen, stelt de huisarts voor medicatie te proberen. Welke medicatie is aangewezen?
a. Een anti-acidum
b. Een H2-receptorantagonist
c. Een protonpompremmer
7. De aios checkt bij haar opleider of ze cranberrysap mag adviseren aan een zwangere met recidiverende urine-weginfecties. De opleider antwoordt dat het advies over cranberrysap hetzelfde is als het advies over de meeste zelfzorgmiddelen in de zwangerschap. Wat is dat advies?
a. Gebruik wordt afgeraden.
b. Gebruik is toegestaan.
c. Gebruikt is alleen in het tweede en derde trimester toegestaan.
8. De huisarts heeft bij mevrouw Hamstra, 28 jaar, een urineweginfectie geconstateerd. Mevrouw Hamstra is 39+5 weken zwanger, ze is over 2 dagen uitgerekend. De huisarts wil in afwachting van de kweekuitslag alvast starten met de behandeling. Welk middel is eerst aangewezen?
a. Amoxicilline/clavulaanzuur
b. Nitrofurantoïne
c. Trimethoprim
De kennistoets is gemaakt door Henk Folkers, huisarts en toetsdeskundige. Over vragen en antwoorden wordt niet gecorrespondeerd.
Gebruikte bronnen
Oppel L, Van Vliet I, Numans M. Gebruik van antidepressiva tijdens de zwangerschap. Huisarts Wet 2018;61(7). DOI: 10.1007/s12445-018-0195-z.
De Jong-Potjer LC, Beentjes M, Bogchelman M, Jaspar AHJ, Van Asselt KM. NHG-Standaard Preconceptiezorg. Huisarts Wet 2011;54:310-26.
Beentjes M, Weersma R, Koch W, et al. NHG-Standaard Zwangerschap en kraamperiode (tweede herziening). Huisarts Wet 2012;55:112-25.
http://www.nvk.nl/richtlijn en bijdragen/SSRI-gebruik in de zwangerschap en tijdens de lactatie.
http://www.farmacotherapeutischkompas.nl.
Antwoorden
1a / 2c / 3c/ 4a / 5c / 6a / 7a / 8a
Reacties
Er zijn nog geen reacties.