Samenvatting
Bijna de helft van de kinderen met psychische problemen wordt niet herkend in de eerste lijn. Hoe kan de huisarts deze kinderen beter herkennen? En wat is de toegevoegde waarde van aanvullende informatie van de jeugdgezondheidszorg? Met deze vragen in het achterhoofd ontwikkelen Leidse onderzoekers een model dat het risico op het ontwikkelen van psychische problemen bij kinderen in het komende jaar voorspelt.
Psychische problemen bij kinderen komen relatief vaak voor (10 tot 20%) en deze hebben vaak langdurig effect.12 Zo is bekend dat kinderen met psychische problemen een twee- tot zesmaal verhoogde kans hebben op een DSM-diagnose op latere leeftijd en dat ze het minder goed doen op school en op de arbeidsmarkt.34 Gelukkig kunnen een tijdige herkenning en begeleiding deze langdurige gevolgen verminderen.5 Maar hoewel kinderen regelmatig door een eerstelijns professional worden gezien, wordt bijna de helft van de kinderen met psychische problemen niet herkend.12
Huisartsen en jeugdartsen hebben een centrale rol in de zorg voor de Nederlandse jeugd.6 De huisarts en de jeugdarts hebben ieder hun eigen taak en beschikken over elkaar aanvullende informatie over het kind en het gezin.6 Deze elkaar aanvullende informatie kan de herkenning van psychische problemen ten goede komen. Uit recent onderzoek blijkt echter dat de samenwerking tussen huisarts en jeugdarts niet optimaal is en dat zij relevante informatie niet op een gestructureerde wijze uitwisselen.67
Het doel van het Leidse onderzoek is om een model op te stellen dat het risico op het ontwikkelen van psychische problemen bij kinderen in het aankomende jaar voorspelt. De onderzoekers bekijken of beschikbare informatie uit het huisartsendossier zoals karakteristieken van kind (leeftijd, geslacht, comorbiditeit), familie (familieanamnese, scheiding) en zorggebruik (aantal contacten) voorspellende kenmerken zijn voor psychische problemen. Vervolgens gaan ze na of het koppelen van relevante informatie van de jeugdgezondheidszorg, zoals informatie over schoolprestaties en uitkomsten van psychosociale screeningsinstrumenten, meerwaarde heeft. Het onderzoek loopt tot eind 2021. De eerste resultaten worden verwacht in 2018.
Literatuur
- 1.↲↲Brugman E, Reijneveld SA, Verhulst FC, Verloove-Vanhorick SP. . Arch Pediatr Adolesc Med 2001;155:462-9. Identification and management of psychosocial problems by preventive child health care
- 2.↲↲Zwaanswijk M, Verhaak PFM, Van der Ende J, Bensing JM, Verhulst FC. . Fam Pract 2005;22:498-506. Consultation for and identification of child and adolescent psychological problems in Dutch general practice
- 3.↲Hofstra MB, Van der Ende J, Verhulst FC. . J Am Acad Child Adolesc Psychiatry 2002;41:182-9. Child and adolescent problems predict DSM-IV disorders in adulthood: a 14-year follow-up of a Dutch epidemiological sample
- 4.↲Veldman K, Reijneveld SA, Almansa Ortiz J, Verhulst FC, Bultmann U. . J Epidemiol Community Health 2015;69:588-93. Mental health trajectories from childhood to young adulthood affect the educational and employment status of young adults: results from the TRAILS study
- 5.↲Vallance AK, Kramer T, Churchill D, Garralda ME. . Prim Health Care Res Dev 2011;12:301-9. Managing child and adolescent mental health problems in primary care: taking the leap from knowledge to practice
- 6.↲↲↲Buiting E, Van Eijck SRA, Timmermans AE. . Utrecht: LHV, 2008. Handreiking samenwerking huisarts Jeugdgezondheidszorg
- 7.↲Koning NR, Van der Schriek LMM, Van der Kooij MJ, Büchner FL, De Wilde JA, Numans ME, et al. . Ned Tijdschr Geneeskd 2018;162:D2576. Samenwerking tussen huisarts en jeugdarts – ruimte voor verbetering
Reacties
Er zijn nog geen reacties.