Er zijn steeds minder praktijkhouders en als die trend doorzet, verdwijnt de draagkracht om onze mooie toekomstvisie uit te voeren
Al lezende besef ik dat wij als huisartsen enorm veerkrachtig zijn. We zijn er nog steeds – met grotendeels hetzelfde takenpakket en een stevige positie in het zorgveld – mede gedragen door een aanwas van energieke, enthousiaste, jonge dokters. We werken veel meer in teams, in prachtige moderne praktijken en hechten nog steeds aan continuïteit, de arts-patiëntrelatie en generalisme.
Wat maakt ons zo (veer)krachtig? Een van onze fundamenten is dat we een gemeenschappelijke visie hebben, mede gebaseerd op (wetenschappelijke) feiten. Maar met die gemeenschappelijke visie alleen zijn we er niet. De cijfers laten namelijk zien dat het aantal praktijkhouders afneemt. Als die trend doorzet, verdwijnt de draagkracht om onze mooie toekomstvisie uit te voeren. De continuïteit door de jaren heen wordt minder, onze positie in de regio’s verzwakt en op termijn is ons ANW-model niet houdbaar. De zittende generatie praktijkhouders en de jongeren zijn hier beiden debet aan. In mijn regio zie ik praktijkhouders die bij de praktijkoverdracht met name hun eigen financiële continuïteit voor ogen hebben en het jonge collega’s onmogelijk maken in te stappen. Bij jongere collega’s zie ik bindingsangst en cherrypicking, mogelijk om voor hen moverende redenen, maar wel risicovol op lange termijn voor het door hen gekozen vak.
Met de gezamenlijke visie van Woudschoten 2019 in de hand moeten we ook het gesprek met elkaar aangaan over hoe we voldoende praktijkhouders behouden. Zo kunnen we de verantwoordelijkheden die bij dit prachtige vak horen over alle schouders verdelen. Dan blijven we echt toekomstbestendig!
Reacties
Er zijn nog geen reacties.