Hoelang gaat een heupprothese mee?

Evans et al. bekeken in hun onderzoek 44 case series, met in totaal 13.212 totale heupproheses (THP’s). Daarnaast gebruikten ze de data uit nationale protheseregistraties, met gegevens van 215.676 THP’s.

Uit de case series bleek een levensduur van 15 jaar van 85,7% (95%-BI 85,0 tot 86,5), van 20 jaar van 78,8% (95%-BI 77,8 tot 79,9), en van 25 jaar van 77,6% (95%-BI 76,0 tot 79,2). Uit de nationale registraties bleek dat THP’s een levenduur hebben van 89,4% (95%-BI 89,2 tot 89,6) na 15 jaar, 70,2% (95%-BI 69,7 tot 70,7) na 20 jaar, en 57,9% (95%-BI 57,1 tot 58,7) na 25 jaar.

De auteurs verwachten dat de geschatte levensduur op basis van de nationale registraties nauwkeuriger is door minder kans op bias, ook omdat de aantallen THP’s uit de nationale registraties veel groter zijn. Voor de levensduur tot 25 jaar waren uitsluitend nationale registraties van Finland beschikbaar. Door het poolen van data konden geen uitspraken worden gedaan over verschillen in levensduur voor leeftijd en geslacht.

De auteurs halen ander onderzoek aan waaruit blijkt dat 30% van de patiënten met een THP een revisie krijgt als ze op jongere leeftijd worden geopereerd (tussen de 50 en 55 jaar), met een mediane tijd tot aan revisie van 6,5 jaar, tegenover 3% van de patiënten met een operatie na hun 70e levensjaar. De auteurs concluderen dat als een patiënt vraagt hoe lang een prothese gemiddeld meegaat het anwoord moet zijn dat 58% van de protheses na 25 jaar nog in situ is, maar dat de leeftijd ten tijde van de THP wel veel verschil maakt.