Benzodiazepinen zijn berucht om hun verslavende werking. De NHG-Standaard Slaapproblemen en Slaapmiddelen adviseert om alleen bij uitzonderingen benzodiazepinen voor te schrijven en dan in kleine hoeveelheid met korte werkingsduur (temazepam, zolpidem). Om chronisch gebruik te ontmoedigen stelde de overheid in 2009 voorwaarden aan de vergoeding van benzodiazepinen. Die voorwaarden (‘code B2’) zijn: epilepsie, persisterende angststoornis ondanks gebruik van meerdere antidepressviva, meervoudige ernstige psychiatrische problematiek en palliatieve sedatie. In 2018 voldeed 30% van de gebruikers aan die voorwaarden.
De SFK beschreef recent in het Farmaceutisch Weekblad dat het gebruik van langwerkende benzodiazepinen is gedaald. In 2009 betrof ongeveer één op de vier DDD’s (het aantal standaard dagdoseringen) die apotheken aan benzodiazepinen verstrekten een langwerkende benzodiazepine. Sinds 2009 is dat aandeel afgenomen tot één op de zes. Ook in absolute zin daalde het aantal verstrekte langwerkende benzodiazepinen: van 50 miljoen DDD’s in 2009 naar 28 miljoen in 2018. Een zogenoemd ‘waterbedeffect’ – patiënten zouden dan meer andere middelen gaan gebruiken – in dezelfde periode is echter niet geheel uitgesloten, tot 2017 steeg het aantal antidepressivagebruikers met 1,5 % per jaar.
In tegenstelling tot eerdere initiatieven blijkt een financiële drempel dus wel effectief te zijn. De vraag dringt zich op of we ook niet geholpen zouden zijn bij voorwaarden voor vergoeding van andere verslavende medicijnen, zoals oxycodon.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.