Richtlijn

Effectiviteit van een scholing voor huisartsen, gericht op pijnbestrijding bij kinderen met otitis media acuta: een cluster randomised controlled trial

Gepubliceerd
8 juli 2019
De NHG-Wetenschapsdag stond dit jaar in het teken van ‘de context van de patiënt en de interactie tussen huisarts en patiënt’. De presentaties op 21 juni waren van hoge kwaliteit en divers qua onderwerp en onderzoeksmethodiek. Leest u bijvoorbeeld het eerstelijns onderzoek van Rick van Uum naar de effectiviteit van scholing voor huisartsen, gericht op pijnbestrijding bij kinderen met otitis media acuta.
0 reacties

Inleiding

Oorpijn is vaak het prominente symptoom van otitis media acuta (OMA). Internationale richtlijnen adviseren daarom goede pijnstilling te geven aan kinderen met OMA. In de praktijk geven huisartsen echter niet altijd duidelijke adviezen over pijnstilling, waardoor kinderen onnodig oorpijn kunnen houden, hetgeen kan leiden tot onnodige herconsulten en antibioticavoorschriften.

Onderzoeksvraag

Leidt een scholing voor huisartsen, gericht op pijnbestrijding bij kinderen met OMA, tot een afname in oorpijnscores, vergeleken met standaardzorg?

Methode

Tussen februari 2015 en mei 2018 voerden wij een pragmatisch, clustergerandomiseerd onderzoek uit in 37 praktijken door heel Nederland (interventie n = 19; controle n = 18). Drieëntachtig huisartsen en 11 huisartsen-in-opleiding includeerden 224 kinderen met OMA (interventie n = 94; controle n = 130). Huisartsen in de interventiepraktijken kregen een ‘blended learning’ aangeboden (online training en praktijkvisite). De interventie leerde huisartsen om, aan de hand van een informatiefolder, pijnbestrijding tot in detail te bespreken met ouders, én de pijnmedicatie (paracetamol en zo nodig ook ibuprofen bij onvoldoende effect van paracetamol alleen) ook voor te schrijven, gedoseerd op gewicht. Huisartsen in de controlepraktijken boden gebruikelijke zorg. De primaire uitkomstmaat was de gemiddelde oorpijnscore (schaal 0 tot 10) gedurende de eerste drie dagen, zoals gerapporteerd door ouders.

Resultaten

Van 209 kinderen (93,3%) beschikten we over primaire uitkomstdata. De gemiddelde oorpijnscore gedurende de eerste drie dagen was gelijk in beide groepen (4,66 versus 4,36; gecorrigeerd verschil -0,05; 95%-BI -0,93 tot 0,83), terwijl het gebruik van pijnstillers, voornamelijk ibuprofen, in deze dagen hoger was in de interventiegroep. Kinderen in de interventiegroep kregen bij het eerste consult minder antibiotica (gemiddeld aantal 0,23 versus 0,39; gecorrigeerde rate ratio (aRR) 0,66; 95%-BI 0,43 tot 1,03), maar aan het eind van 28 dagen follow-up was dit aantal gelijk (gemiddeld aantal 0,43 versus 0,47; aRR 0,97; 95%-BI 0,68 tot 1,38). Kinderen in de interventiegroep gingen vaker terug naar de huisarts vanwege OMA-gerelateerde klachten: gemiddeld aantal herconsulten 0,70 versus 0,41 (aRR 1,73; 95%-BI 1,14 tot 2,62). Overige secundaire uitkomstmaten verschilden niet.

Conclusie

Een scholing voor huisartsen, gericht op pijnbestrijding bij kinderen met OMA, leidde er weliswaar toe dat ouders hun kind meer pijnstilling gaven, in het bijzonder ibuprofen, maar had geen lagere oorpijnscores tot gevolg. Derhalve adviseren wij ibuprofen niet routinematig toe te passen in de behandeling van OMA totdat toekomstige onderzoeken duidelijk aantonen dat de voordelen tegen de eventuele nadelen opwegen.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen