Wetenschap

Pijnbestrijding bij kinderen met otitis media acuta

Oorpijn is een veelvoorkomend symptoom van otitis media acuta (OMA) en staat centraal in de ziektebeleving van kinderen en hun ouders. In de praktijk blijken (huis)artsen niet altijd duidelijke adviezen over pijnstilling te geven, en zijn ouders bovendien terughoudend in het doseren van pijnmedicatie. Het is onduidelijk welke rol de ideeën van huisartsen en ouders over pijnbestrijding bij kinderen met OMA hierin spelen.
4 reacties

Samenvatting

Inleiding Oorpijn is een veelvoorkomend symptoom van otitis media acuta (OMA) en staat centraal in de ziekte-beleving van kinderen en hun ouders. In de praktijk blijken (huis)artsen niet altijd duidelijke adviezen over pijnstilling te geven, en zijn ouders bovendien terughoudend in het doseren van pijnmedicatie. Het is onduidelijk welke rol de ideeën van huisartsen en ouders over pijnbestrijding bij kinderen met OMA hierin spelen.

Methode Parallel aan een clustergerandomiseerd onderzoek naar een scholing voor huisartsen, gericht op het verbeteren van pijnbestrijding bij kinderen met OMA, voerden wij twee kwalitatieve interviewonderzoeken uit om deze ideeën exploreren.

Resultaten Huisartsen gaven aan dat OMA een pijnlijke aandoening is en ouders hadden moeite om bij hun zieke kind symptomen van OMA te herkennen. Ze consulteerden de huisarts voor een diagnose en advies over behandelopties. Volgens huisartsen bood de scholing handvatten om het gebruik van pijnmedicatie meer te onderzoeken en specifieker te adviseren. Ouders waardeerden dit advies en accepteerden een beleid zonder antibiotica, mits de huisarts helder uiteenzette waarom deze niet nodig waren. Ouders zeiden bij toekomstige ziekte-episoden van hun kind toch opnieuw een beroep op de huisarts te zullen doen ter bevestiging van de diagnose, ongeacht het effect van pijnmedicatie.

Conclusie Onder huisartsen en ouders is er draagvlak én ruimte voor het verbeteren van pijnbestrijding bij kinderen met OMA. Huisartsen kunnen hierin een belangrijke rol vervullen door de aanpak van pijn explicieter met de ouders te bespreken.

Inleiding

Oorpijn is een veelvoorkomend symptoom van otitis media acuta (OMA) en staat centraal in de ziektebeleving van kinderen met OMA en hun ouders.1 Internationale behandelrichtlijnen adviseren daarom goede pijnstilling voor alle kinderen met OMA, gedoseerd naar gewicht of leeftijd.234 Paracetamol is het medicijn van eerste keuze; bij onvoldoende verlichting kan ibuprofen gegeven worden in plaats van, of als toevoeging op, paracetamol.

In de praktijk blijken (huis)artsen echter niet altijd duidelijke adviezen over pijnstilling te geven.567 Ouders zijn bovendien vaak terughoudend in het doseren van pijnmedicatie.89 Hierdoor kunnen kinderen met OMA onnodig oorpijn houden, wat ertoe kan leiden dat ouders opnieuw op consult komen en huisartsen meer antibioticavoorschriften uitschrijven. De mechanismen die deze dagelijkse praktijk in stand houden zijn tot nu toe niet onderzocht en er is weinig onderzoek gedaan naar de ideeën van huisartsen en ouders over pijnbestrijding bij kinderen met OMA.

Wij ontwikkelden een scholing voor huisartsen die gericht is op het verbeteren van pijnbestrijding bij kinderen met OMA, en analyseerden de effectiviteit hiervan in een clustergerandomiseerd onderzoek.10 Parallel aan dit onderzoek voerden wij twee kwalitatieve interviewonderzoeken uit om de ideeën van huisartsen en ouders over pijnbestrijding bij kinderen met OMA te exploreren, en om te kijken welke mechanismen bijdragen aan de impact van de interventie.11

Methode

Tussen februari 2015 en mei 2018 voerden wij een clustergerandomiseerd onderzoek uit in 37 Nederlandse huisartsenpraktijken, waarin we een scholing voor huisartsen die is gericht op pijnbestrijding bij kinderen met OMA vergeleken met de huidige standaardzorg (het PIM-POM-onderzoek).10 De scholing [figuur] bestond uit een zogenaamde blended learning (online training en praktijkvisite door een arts-onderzoeker) die huisartsen leerde om pijnbestrijding aan de hand van een informatiefolder tot in detail te bespreken met de ouders én de pijnmedicatie ook voor te schrijven in een adequate dosering op basis van het gewicht van het kind.

Figuur | De onderdelen van de interventie

In twee parallelle onderzoeken selecteerden we via purposeful sampling respectievelijk huisartsen uit de interventiegroep en ouders uit beide onderzoeksarmen.1213 Bij purposeful sampling selecteren onderzoekers deelnemers op bepaalde kenmerken om een representatieve steekproef te realiseren. We selecteerden huisartsen en ouders op geslacht, leeftijd, interventiegroep en kwalificatie. Aanvullend selecteerden we huisartsen op basis van het aantal praktijkdagen en -kenmerken. We verwachtten dat tien tot twintig deelnemers voor elk onderzoek voldoende zouden zijn om saturatie te bereiken.1415

De arts-onderzoeker voerde alle interviews uit, na het verkrijgen van schriftelijke toestemming. Dat gebeurde aan de hand van interviewschema’s, die zijn gebaseerd op relevante literatuur en de expertise van leden uit onze multidisciplinaire onderzoeksgroep.1213 We interviewden de huisartsen in hun eigen praktijk. De ouders van kinderen die tussen november 2017 en mei 2018 aan het PIM-POM-onderzoek deelnamen, hebben we bij inclusie telefonisch benaderd met de vraag of ze wilden meedoen aan het interviewonderzoek. Wanneer ze toestemden, interviewden we ze thuis, binnen twee weken na inclusie.

Alle interviews namen we op en transcribeerden we woordelijk. De gegevens hebben we verzameld en thematisch geanalyseerd in een iteratief proces.1617 Twee onderzoekers lazen de eerste drie interviewtranscripten van beide onderzoeken afzonderlijk door en codeerden deze met open en axiale codering. Deze eerste codes en thema’s hebben we vervolgens met alle onderzoeksteamleden besproken, zodat we de interviewschema’s eventueel konden aanpassen, wat niet nodig bleek te zijn. Uiteindelijk hebben we alle interviews op dezelfde manier geanalyseerd. Alle teamleden hebben de volledige codebomen en thema’s gereviseerd om consensus te bereiken en de betrouwbaarheid van de interpretatie te verbeteren.18 We bleven gegevens verzamelen tot saturatie was bereikt.

Resultaten

Behandeling van OMA

In totaal interviewden we twaalf huisartsen en veertien ouders van dertien kinderen. Zie voor de kenmerken van de huisartsen en de ouders de oorspronkelijke publicatie. De [tabel] geeft de overkoepelende thema’s uit beide onderzoeken weer. Huisartsen gaven aan dat OMA vaak met hevige oorpijn gepaard gaat en wilden deze adequaat behandelen.

‘Ik vind het het allerbelangrijkste dat collega-huisartsen die oorpijn serieus nemen. Oorpijn bij een kind doet gewoon echt pijn, dus ze moeten pijnstillers geven.’ (huisarts 8)

 

Ouders die oorpijn bij hun kind herkenden hadden dezelfde wens, maar veel ouders gaven aan dat ze oorpijn en OMA juist moeilijk konden herkennen bij hun zieke kind.

‘… en het vervelende is dat het een paar dagen duurt voordat ik het in de gaten heb. Hij is al een tijdje vervelend; voordat hij echt koorts heeft en kan aangeven dat hij pijn heeft, zijn we al zeker twee dagen verder.’ (ouder 2)

 

Onzekerheid over de oorzaak van de klachten, het risico op het missen van ernstige ziekte en het ontbreken van specifieke kennis over zinvolle behandelopties, waaronder de toepassing van adequate pijnbestrijding (indien de OMA herkend werd), waren voor ouders de belangrijkste redenen om de huisarts te consulteren:

‘… om zeker te weten dat er wel een middenoorontsteking zit en of dat behandeld kan worden, zodat ze van de pijn af kan komen.’ (ouder 7)

 

Huisartsen gaven aan het gebruik van pijnmedicatie niet in detail te exploreren en te adviseren, ook als ouders zeiden dat ze hun kind reeds pijnstillers gaven. De interventie veranderde de manier waarop huisartsen het gebruik van pijnstillers onderzochten:

‘Ik vraag nu veel vaker hoe mensen het bestrijden. […] Dat je dus inderdaad vraagt: “Wat doe je nou? Hoe vaak geef je het en wat geef je dan? En doe je het wel of niet preventief?”’ (huisarts 3)

 

Interventie: meer nadruk op symptoombestrijding

De specifieke scholing bood huisartsen handvatten om meer nadruk te leggen op het bestrijden van symptomen met pijnmedicatie en niet zozeer op het behandelen van de infectie met antibiotica. Vooral de informatiefolder waardeerden ze, die ze ook geschikt vonden om het gebruik van pijnstillers uit te leggen bij niet aan OMA gerelateerde consulten.

‘Dus ik ben meer die vertaalslag gaan maken, denk ik, van de infectie behandelen en benoemen, naar meer het pijndeel; wat voor die ouders veel belangrijker is.’ (huisarts 5)

 

Ouders op hun beurt waardeerden het expliciete advies van huisartsen over pijnmedicatie en vonden behandeling met enkel pijnmedicatie acceptabel, mits de huisarts helder uitlegde waarom antibiotica niet nodig waren. De informatiefolder bood ouders de mogelijkheden thuis een en ander nog eens na te lezen, wat ze op prijs stelden.

‘Want ik had voorheen het idee dat pijnstilling niet genoeg zou zijn, en dat ik daarom als het te lang duurt ook antibiotica erbij wilde, en nu merk ik wel dat alleen pijnstilling ook al goed gaat, dat er ook verbetering is.’ (ouder 2)

 

De toepassing van ibuprofen als toevoeging aan paracetamol bij OMA was voor veel huisartsen nieuw, maar na de interventie bleven huisartsen gemengde gevoelens houden. Sommigen adviseerden wel ibuprofen, anderen waren zeer terughoudend.

‘Het [de interventie, auteurs] heeft mij wel over de streep getrokken om als een kind, dat ouders paracetamol hebben gegeven, als dat duidelijk is dat ze dat goed hebben gedaan, dat je dan zegt het mag ook ibuprofen hebben.’ (huisarts 7)

 

Ouders gaven aan dat ze bij toekomstige ziekte-episoden van hun kind toch opnieuw een beroep op de huisarts zouden doen, ook als ze zouden merken dat de pijnmedicatie goed werkte. Vooral de bevestiging van de diagnose, en daarmee het uitsluiten van voor ouders moeilijk herkenbare ernstige aandoeningen, was hierin doorslaggevend.

‘Ik denk dat ik dan [bij een toekomstige OMA-episode] wel eerder geneigd ben om weer op pijnstillers te gaan zitten en te proberen het zonder antibiotica te doen…’ (ouder 12)

 

Beschouwing

Bij zowel huisartsen als ouders is er draagvlak én ruimte voor het verbeteren van pijnbestrijding bij kinderen met OMA. Huisartsen kunnen hierin een belangrijke rol spelen door pijnbestrijding explicieter met de ouders te bespreken; onze scholing bood hen handvatten daartoe. Ouders waardeerden het expliciete advies van huisartsen over pijnmedicatie en vonden behandeling met enkel pijnmedicatie acceptabel, mits de huisarts helder uitlegde waarom antibiotica niet nodig waren. Dit staat haaks op de literatuur uit andere landen, waaruit blijkt dat huisartsen antibiotica voorschrijven omdat ze druk van ouders ervaren om dit te doen, en dat ouders behandeling van OMA met alleen pijnmedicatie niet afdoende vinden.151920 Conform eerdere onderzoeken gaven de deelnemende ouders aan dat ze veel onzekerheid ervaren rondom het herkennen van OMA, en dat ze de huisarts opnieuw zullen consulteren voor een bevestiging van de diagnose, geruststelling en advies over de juiste behandeling.152122

De belangrijkste beperking van beide kwalitatieve onderzoeken is de mogelijke invloed van het zogenaamde hawthorne-effect: huisartsen en ouders deden mee aan een trial en kunnen daardoor positiever rapporteren. We hebben dit geprobeerd te beperken door nadrukkelijk en expliciet te vragen naar hun mening over pijnbestrijding, losstaand van de trial. Bovendien nodigden we huisartsen en ouders uit om kritiek te geven op de trial en de interventie.

Daarnaast hebben we alleen ouders geïnterviewd die de huisarts bezochten vanwege OMA. In 50% van de gevallen behandelen ouders OMA zelf thuis, en het is dan ook de vraag in hoeverre onze onderzoeksresultaten op deze populatie van toepassing zijn.23

Conclusie

Onze bevindingen bieden perspectief voor een betere behandeling van OMA-symptomen zonder het voorschrijven van antibiotica, temeer omdat ouders lang niet altijd op de hoogte blijken te zijn van het belang van én de vele mogelijkheden tot adequate pijnbestrijding bij hun kind. Dit sluit aan bij de huidige aanbevelingen in de NHG-Standaard Otitis media acuta bij kinderen en op Thuisarts.nl om bij alle gevallen adequate pijnstilling toe te passen.2 Huisartsen hebben een belangrijke rol bij de implementatie van deze adviezen door tijdens het consult pijnstilling expliciet met ouders te bespreken.

Tabel: Thema’s uit de interviews met huisartsen en ouders
Huisartsen (interventiegroep) Ouders (interventie- en controlegroep)
Otitis media acuta gaat gepaard met aanzienlijke oorpijn
Onzekerheid over het kunnen bieden van adequate therapie Onzekerheid over de diagnose, het missen van ernstige ziekte, de behandelopties

Empowerment

Interventie biedt handvatten voor het expliciet adviseren over pijnmedicatie(zoals kennis en informatiefolder)

Empowerment

Advies van de huisarts sterkt ouders in het toepassen van pijnmedicatie

Kennislacunes

Ibuprofen als pijnmedicatie bij kinderen

Kennislacunes

Regelmatig en hoog doseren van ibuprofen als pijnmedicatie bij kinderen

Verandering van visie

Van infectie behandelen met antibiotica naar symptomen bestrijden met pijnmedicatie

Verandering van visie

Acceptatie van louter pijnmedicatie als de huisarts het niet voorschrijven van antibiotica uitlegtBereid om bij een volgende episode meer pijnmedicatie te geven, indien goede ervaring met pijnstilling

Herconsulten

Perceptie dat kinderen minder vaak terugkomen

Herconsulten

Bij volgende episode opnieuw naar de huisarts, vooral ter bevestiging van diagnose en uitsluiten van ernstige ziekte

Van Uum RT, Venekamp RP, Schilder AGM, Damoiseaux RAMJ, Anthierens S. Pijnbestrijding bij kinderen met otitis media acuta. Huisarts Wet 2019;62:Doi:10.1007/s12445-019-0356-8.
Mogelijke belangenverstrengeling: niets aangegeven
Dit artikel is een bewerkte versie van drie reeds verschenen artikelen: Van Uum RT, Venekamp RP, Schilder AGM, Damoiseaux RAMJ, Anthierens S. Pain management in acute otitis media: a qualitative study of parents' views and expectations. BMC Fam Pract 2019;20:18. Van Uum RT, Sjoukes A, Venekamp RP, Schilder AGM, De Groot E, Damoiseaux RAMJ, Anthierens S. Pain management in acute otitis media: a qualitative study exploring GPs' views and expectations parallel to a trial of an educational intervention. BJGP Open 2018;2:bjgpopen18X101620. En: Van Uum RT, Venekamp RP, Schilder AGM, Damoiseaux RAMJ, Anthierens A. Pijnbestrijding bij kinderen met een otitis media acuta: percepties van huisartsen en ouders. Huisarts Nu 2019;48:10-3.

Literatuur

Reacties (4)

email_registra… 12 november 2019

Mooi en duidelijk artikel! Wel wil ik u wijzen op een doseringsfout in de tabel/ figuur. Paracetamol 90 mg/kg/dag ipv 9.

 

Rick van Uum 12 november 2019

De beschreven dosering de figuur moet uiteraard 90 mg/kg/dag in 3 doses zijn, dit zal worden aangepast. Hartelijk dank voor uw oplettendheid.

Rick van Uum

arts-onderzoeker

Hilde Heuts-Hakvoort 8 november 2019

"De toepassing van ibuprofen als toevoeging aan paracetamol bij OMA was voor veel huisartsen nieuw" staat in dit artikel. Dit suggereert een combinatie van paracetamol EN ibuprofen.

Dit is inderdaad nieuw voor mij!

Ik interpreteerde de formulering in de NHG-standaard "Eerste keus is paracetamol, bij onvoldoende resultaat mag paracetamol vervangen worden door ibuprofen bij kinderen ouder dan 1 jaar" altijd als: stop paracetamol, start ibuprofen. Wat ik overigens altijd vreemd heb gevonden... Dus, misschien moet het NHG de formulering in de standaard aanpassen om nog meer huisartsen de combinatie te laten voorschrijven!

Hilde Heuts-Hakvoort

Rick van Uum 12 november 2019

In de beschreven kwalitatieve studie bleek de toepassing van ibuprofen, zowel op zichzelf staand als toegevoegd aan paracetamol, voor veel huisartsen nieuw.

Uw interpretatie van de formulering in de huidige NHG-Standaard is correct, deze adviseert paracetamol te vervangen door ibuprofen bij kinderen ouder dan 1 jaar. Dit advies is gebaseerd op slechts één trial waarin paracetamol en ibuprofen – als toevoeging aan antibiotica – bij 219 kinderen met otitis media acuta een vergelijkbaar effect hadden met een reductie van oorpijn na 48 uur t.o.v. placebo (NNTB 7 en 6, respectievelijk). Over de toegevoegde waarde van ibuprofen bovenop paracetamol bij kinderen met otitis media acuta is nog geen wetenschappelijk bewijs beschikbaar.

De resultaten in het beschreven artikel zijn gebaseerd op een kwalitatieve studie. Deze is uitgevoerd onder huisartsen die deelnamen aan een cluster-gerandomiseerde studie naar de effectiviteit van een onderwijsinterventie over pijnbestrijding bij kinderen met oorpijn a.g.v. otitis media acuta ten opzichte van ‘gebruikelijke zorg’. De interventie leerde huisartsen paracetamol in voldoende hoge dosering (op basis van lichaamsgewicht van het kind) én ibuprofen (indien paracetamol alleen onvoldoende pijnstillend effect sorteerde) voor te laten schrijven. De (nog ongepubliceerde) resultaten van deze studie laten zien dat de onderwijsinterventie weliswaar ertoe leidde dat kinderen uit de interventiegroep meer pijnstilling, met name ibuprofen, toegediend kregen, maar dat dit geen effect had op de ernst en beloop van oorpijn (en andere klachten). Op basis hiervan lijkt er geen plaats voor (routinematige) toevoeging van ibuprofen aan paracetamol bij deze kinderen. Derhalve zou ons advies voor nu zijn om de huidige NHG-standaard te volgen.

 

namens de auteurs,

Rick van Uum, arts-onderzoeker

Verder lezen