Ouderen met hypertensie hebben naast het risico op hart- en vaatziekten ook een hoger risico op wittestofschade in het brein. Die schade kan leiden tot achteruitgang in mobiliteit of cognitie.
Tegelijkertijd zijn ouderen gevoelig voor de gevolgen van een (te) strak ingestelde bloeddruk. In de INFINITY-trial – een gerandomiseerd onderzoek onder 199 75-plussers met hoge bloeddruk en wittestofschade, gedefinieerd als op MRI zichtbare wittestofschade van minimaal 0,5% – gingen onderzoekers na of verlaging van de 24-uurs systolische bloeddruk van gemiddeld 145 naar 130 mmhg met antihypertensiva de loopsnelheid kon verbeteren.
Secundaire uitkomstmaten waren cardiovasculaire events, cognitie en veiligheid (syncope en valincidenten). In de interventiegroep haalden de meeste deelnemers (van wie 42% 80-plus was) na drie tot vier maanden de gemiddelde 24-uursstreefwaarde. Na drie jaar was er gemiddeld een bloeddrukverlaging van 16 mmhg in de interventiegroep versus 6 mmhg in de controlegroep. Dit verschil in bloeddruk leidde niet tot een verandering van de loopsnelheid (interventiegroep versus controlegroep 0,04 seconden 8 meter looptest; 95%-BI -0,68 tot 0,76) en beïnvloedde geen van de negen cognitietesten, maar beperkte wel de toename van wittestoflaesies in het brein ten opzichte van de controlegroep met 40%. Er waren ook minder cardiovasculaire events (5% versus 18%; p < 0,01), maar niet minder valincidenten (35 versus 37 keer).
Een strakke bloeddrukregulatie naar 130 mmhg heeft geen effect op cognitie en loopsnelheid, maar vermindert wel de toename van wittestofafwijkingen en het risico op cardiovasculaire events zonder dat er meer valincidenten zijn. Kortom, de discussie over deze controverse is nog niet gesloten.
Literatuur
- White WB, et al. Effects of intensive versus standard ambulatory blood pressure control on cerebrovascular outcomes in older People (INFINITY). Circulation 2019;140:1626-35.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.